Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 508/2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006, (EG) nr. 791/2007 en (EU) nr. 1255/2011
Artikel 100 Onderbreking van de betalingstermijn
Geldend
Geldend vanaf 21-05-2014
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2017, L 88).
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 149 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 508/2014)
- Inwerkingtreding
21-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 149 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 508/2014)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
De gedelegeerde ordonnateur in de zin van het Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 kan de termijn voor een betalingsaanvraag uitstellen in de in punten a), b) en c) van artikel 74, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde gevallen en bovendien ook in geval van niet-naleving door een lidstaat van zijn verplichtingen in het kader van het GVB en deze niet-naleving van invloed kan zijn op de in een betalingsaanvraag opgenomen uitgaven waarvoor om een tussentijdse betaling is verzocht.
2.
Voorafgaand aan de onderbreking van een betalingstermijn van een aanvraag tot tussentijdse betaling als bedoeld in lid 1 stelt de Commissie een uitvoeringshandeling vast waarin ter bevestiging dat er aanwijzingen zijn van niet-naleving van de verplichtingen in het kader van het GVB. Alvorens de Commissie een dergelijk uitvoeringshandeling vaststelt, stelt zij de betrokken lidstaat onverwijld in kennis van deze aanwijzingen of van de betrouwbare informatie en krijgt de lidstaat de gelegenheid om binnen een redelijke termijn zijn opmerkingen te presenteren.
3.
De onderbreking van de tussentijdse betaling van alle in lid 1 bedoelde uitgaven die onder de betalingsaanvraag vallen of van een deel daarvan, is evenredig gezien de aard, de ernst, de duur en het zich al dan niet herhalen van de niet-naleving.