Einde inhoudsopgave
Algemene landsverordening Landsbelastingen [Curaçao]
Artikel 29 [Bezwaarschrift]
Geldend
Geldend vanaf 16-05-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, Publicatieblad van Curaçao 2024, 40 (uitgifte: 15-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, Publicatieblad van Curaçao 2024, 40 (uitgifte: 15-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Degene die bezwaar heeft tegen een hem opgelegde belastingaanslag of tegen een ingevolge de belastingverordening door de Inspecteur genomen voor bezwaar vatbare beschikking, kan binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet of van het ter post bezorgde of uitgereikte afschrift van de beschikking een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Inspecteur. De Inspecteur tekent onverwijld de datum van ontvangst aan op het bezwaarschrift. De Inspecteur zendt de aanvrager onverwijld een bewijs van ontvangst, waarin die datum is vermeld.
2.
Degene die bezwaar heeft tegen het bedrag dat als belasting door hem op aangifte is voldaan of dat als belasting door een inhoudingsplichtige van hem is ingehouden, kan binnen twee maanden na de betaling respectievelijk de inhouding een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Inspecteur.
3.
Indien een bezwaarschrift meer dan één belastingaanslag of beschikking inzake boete betreft, stelt de Inspecteur de belanghebbende binnen een door hem te bepalen termijn in de gelegenheid het geschrift te vervangen door zoveel bezwaarschriften als het belastingaanslagen of beschikkingen betreft. Maakt de belanghebbende van deze gelegenheid gebruik, dan worden de nieuwe bezwaarschriften geacht op dezelfde dag als het oorspronkelijke geschrift door de Inspecteur te zijn ontvangen.
4.
Voor de toepassing van het tweede lid wordt de belasting, bedoeld in de Landsverordening op de dividendbelasting 2000 (P.B. 1999, no. 246), geacht te zijn ingehouden op de dag waarop de nota, bedoeld in artikel 9 van genoemde landsverordening, is gedagtekend.
5.
Met een voor bezwaar vatbare beschikking wordt gelijk gesteld het weigeren een besluit te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit. De bezwaartermijn voor in de vorige volzin bedoelde gevallen vangt aan zodra de wettelijke termijn voor het nemen van een besluit is verstreken, dan wel, indien geen wettelijke termijn is gegeven, twee maanden na de datum van indiening van het verzoek.