NJB 2017/1653:Mededinging. Een vereniging van dierenartsen (KNMvD) en een door die vereniging opgerichte stichting hanteren regels over de verstrekking van (onder meer) ontwormmiddelen voor rundvee. Een verkoper van dergelijke middelen meent dat de regels in strijd zijn met het mededingingsrecht. Hoge Raad: 1. Besluit van een ondernemersvereniging. Het hof heeft geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door uit de feiten en omstandigheden af te leiden dat (mede) door KNMvD een besluit in de zin van art. 101 VWEU en art. 6 Mw is genomen, en door niet reeds doorslaggevend te achten welke (rechts)persoon het protocol formeel of feitelijk heeft uitgevaardigd. 2. Mededingingsbeperkende strekking. Het oordeel van het hof dat de besluiten een mededingingsbeperkende strekking hebben, is niet onbegrijpelijk. 3. Merkbaarheid. Als komt vast te staan dat bepaalde besluiten een mededingingsbeperkende strekking hebben, dan is een afzonderlijk onderzoek ook naar de merkbaarheid van de mededingingsbeperking niet meer nodig