NJB 2022/2258
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Zorgmachtiging. Bevindingen van de geneesheer-directeur. Hoge Raad: Als de bevindingen van de geneesheer-directeur ontbreken, kan de rechter geen zorgmachtiging verlenen.
HR 07-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1399
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/01935
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1399, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:818, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑08‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑05‑2022
- Wetingang
Essentie
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Zorgmachtiging. Bevindingen van de geneesheer-directeur. Hoge Raad: Als de bevindingen van de geneesheer-directeur ontbreken, kan de rechter geen zorgmachtiging verlenen.
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. G.E.M. Later, vs. de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Procesverloop
In dit geding heeft de rechtbank een zorgmachtiging verleend, hoewel er geen bevindingen van de geneesheer-directeur zijn overgelegd.
Hoge Raad
De geneesheer-directeur beoordeelt of het zorgplan voldoet aan de uitgangspunten van de wet en draagt daarna zijn bevindingen over aan de officier van justitie. Art. 5:17 lid 3 Wvggz bepaalt dat de officier van justitie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.