Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 17 Toegang tot koersen
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 600/2014)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 600/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling mogen op basis van hun commerciële beleid en op objectieve, niet-discriminerende wijze bepalen aan welke cliënten zij toegang tot hun koersen verlenen. Daartoe zijn duidelijke normen inzake de toegang tot hun koersen beschikbaar. Op basis van commerciële overwegingen zoals de kredietwaardigheid van de cliënt, het tegenpartijrisico en de definitieve afwikkeling van de transactie, kunnen beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling weigeren om met cliënten zakelijke betrekkingen aan te gaan of deze betrekkingen verbreken.
2.
Om het risico van blootstelling aan veelvuldige transacties met dezelfde cliënt te beperken mogen beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling het aantal transacties dat zij bereid zijn met die cliënt tegen de openbaar gemaakte voorwaarden te verrichten, op niet-discriminerende wijze beperken. Zij mogen op niet-discriminerende wijze en overeenkomstig de bepalingen van artikel 28 van Richtlijn 2014/65/EU het totale aantal transacties met verschillende cliënten op hetzelfde tijdstip beperken, maar uitsluitend wanneer het aantal en/of het volume van de door cliënten gewenste orders de norm aanzienlijk overschrijdt.
3.
Om te zorgen voor efficiënte waardering van aandelen, representatieve certificaten, ETF's, certificaten en andere vergelijkbare financiële instrumenten en beleggingsondernemingen de beste kansen te bieden om de voordeligste voorwaarden voor hun cliënten te bedingen, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 50 gedelegeerde handelingen vast om de volgende zaken te specificeren:
- a)
de criteria om te bepalen wanneer een koers, als omschreven in artikel 15, lid 1, regelmatig en doorlopend openbaar wordt gemaakt en gemakkelijk toegankelijk is, en met welke middelen beleggingsondernemingen de verplichting om hun koersen openbaar te maken, kunnen nakomen, waarbij onder meer de volgende mogelijkheden worden geboden:
- i)
door middel van de voorzieningen van eender welke gereglementeerde markt die het desbetreffende financiële instrument tot de handel heeft toegelaten;
- ii)
door middel van een APA;
- iii)
door middel van eigen regelingen;
- b)
de criteria om voor de in artikel 15, lid 3, bedoelde transacties en orders te bepalen voor welke transacties uitvoering in verscheidene effecten onderdeel van één transactie is, of aan welke orders andere voorwaarden dan de actuele marktprijs verbonden zijn;
- c)
de criteria om te bepalen wat kan worden beschouwd als uitzonderlijke marktomstandigheden onder welke koersen mogen worden ingetrokken, alsmede de voorwaarden voor het aanpassen van koersen, als bedoeld in artikel 15, lid 1;
- d)
de criteria om vast te stellen wanneer het aantal en/of de omvang van de door cliënten gewenste orders de norm aanzienlijk overschrijdt, als bedoeld in lid 2;
- e)
de criteria om vast te stellen wanneer prijzen binnen een openbaar gemaakt prijsbereik dat de marktsituatie benadert, als bedoeld in artikel 15, lid 2, vallen.