Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 5.7.1 [Begripsbepaling]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 5:3:1. De tekst van dit artikel is gewijzigd.
- Bronpublicatie:
07-06-2017, Stb. 2017, 246 (uitgifte: 16-06-2017, kamerstukken: 34493)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2017, Stb. 2017, 492 (uitgifte: 20-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Strafprocesrecht (V)
In deze titel en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
kaderbesluit: kaderbesluit 2009/829/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2009 inzake de toepassing, tussen de lidstaten van de Europese Unie, van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen inzake toezichtmaatregelen als alternatief voor voorlopige hechtenis (PbEU L 294);
- b.
toezichtbeslissing: een uitvoerbare beslissing van een bevoegde autoriteit, genomen in het kader van een strafrechtelijke procedure, waarbij aan een natuurlijke persoon als alternatief voor voorlopige hechtenis of als voorwaarde van de schorsing van de voorlopige hechtenis, een of meer toezichtmaatregelen zijn opgelegd;
- c.
toezichtmaatregel: een verplichting als bedoeld in artikel 5.7.3 die overeenkomstig het recht van de uitvaardigende lidstaat is opgelegd;
- d.
uitvaardigende lidstaat: lidstaat van de Europese Unie waarin een toezichtbeslissing is genomen, die met het oog op tenuitvoerlegging daarvan aan een andere lidstaat is of wordt toegezonden;
- e.
uitvoerende lidstaat: lidstaat van de Europese Unie waaraan een in een andere lidstaat genomen toezichtbeslissing met het oog op tenuitvoerlegging daarvan is of wordt toegezonden.