Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 335 [Hoger beroep en verzet]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2013
- Bronpublicatie:
07-03-2013, Stb. 2013, 92 (uitgifte: 15-03-2013, kamerstukken: 33108)
- Inwerkingtreding
01-04-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-2013, Stb. 2013, 119 (uitgifte: 29-03-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
1.
Van veroordeelingen bij verstek valt geen hooger beroep, doch indien de oorspronkelijke eischer van het vonnis in hooger beroep komt, zal de gedaagde alle zijne verdedigingen insgelijks in het hooger beroep kunnen doen gelden, zelfs bij wege van incidenteel beroep, zonder van het middel van verzet in eersten aanleg meer te kunnen gebruik maken.
2.
In afwijking van het eerste lid kan de gedaagde die niet is verschenen of het griffierecht niet tijdig heeft voldaan van een vonnis als bedoeld in artikel 140, derde lid, in hoger beroep komen, mits hij vooraf bij voorraad, tegen het stellen van zekerheid, aan het vonnis voldoet, zelfs wanneer dat vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad was verklaard.