Einde inhoudsopgave
Besluit bezoldiging politie
Artikel 18
Geldend
Geldend van 14-11-2024 tot 01-01-2025. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
09-11-2024, Stb. 2024, 340 (uitgifte: 13-11-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-11-2024, terugwerkend tot: 01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-11-2024, Stb. 2024, 340 (uitgifte: 13-11-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
1.
Aan de ambtenaar aan wie consignatie wordt opgelegd, wordt, behoudens het tweede lid, een toelage toegekend.
2.
Voor consignatie gedurende een tijdvak van korter dan een half uur boven de voor de ambtenaar vastgestelde dagelijkse diensttijd wordt geen toelage toegekend.
3.
De toelage voor consignatie bedraagt € 2,49 voor elk uur dat de ambtenaar consignatie is opgelegd.
4.
De in het derde lid genoemde toelage wordt zo spoedig mogelijk uitbetaald, doch uiterlijk bij gelegenheid van de tweede salarisbetaling volgende op de periode van vier weken waarin consignatie is verricht.
5.
Van de in het vierde lid gestelde termijn kan worden afgeweken indien het dienstbelang dat vereist of, indien het dienstbelang zich daartegen niet verzet, op verzoek van de ambtenaar. Voor de hier bedoelde gevallen wordt een nieuwe uiterste termijn vastgesteld.
6.
Indien een ambtenaar aan wie consignatie is opgelegd, binnen het tijdvak van consignatie werkzaamheden moet verrichten, is voor de duur van die werkzaamheden sprake van het verrichten van arbeid.
7.
Voor de toepassing van dit artikel worden gedeelten van uren, voorzover daarmee het half uur, bedoeld in het tweede lid, wordt overschreden, berekend over een periode van vier weken, opgeteld en naar boven afgerond op halve uren.
8.
De toelage voor consignatie wordt in geval van ziekte, zwangerschaps- en bevallingsverlof of van aangepaste werkzaamheden in verband met zwangerschap van de ambtenaar gesteld op het bedrag dat de ambtenaar in de 13 perioden van vier weken, onmiddellijk voorafgaande aan de periode van vier weken waarin de ziekte, zwangerschap- en bevallingsverlof of aangepaste werkzaamheden in verband met zwangerschap zijn aangevangen, gemiddeld aan toelage op grond van dit artikel heeft genoten.
9.
Voor de toepassing van dit artikel berust het oordeel omtrent het dienstbelang bij het bevoegd gezag dan wel bij de door deze aangewezen ambtenaar.
10.
Het eerste lid is niet van toepassing op de ambtenaar met een functie waarvoor salarisschaal 15 of hoger geldt.
11.
De toelage voor consignatie voor de ambtenaar voor wie de hoogte van deze toelage eerder is vastgesteld met toepassing van het achtste lid, blijft in geval van ziekte, zwangerschaps- en bevallingsverlof of aangepaste werkzaamheden in verband met zwangerschap van de ambtenaar, binnen vier weken na hervatting van zijn werkzaamheden ongewijzigd op die hoogte.
12.
De ambtenaar die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, wordt voor de toepassing van het achtste lid geacht volledig ongeschikt te zijn om zijn arbeid te verrichten. Zou de gedeeltelijk arbeidsongeschikte ambtenaar op grond van zijn daadwerkelijk verrichte diensten op grond van het eerste tot en met het vierde lid een hogere toelage voor consignatie hebben ontvangen dan overeenkomstig de eerste volzin met toepassing van het achtste lid is vastgesteld, dan heeft hij recht op een additionele toelage ter hoogte van het verschil tussen die twee bedragen.