Einde inhoudsopgave
Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen
Artikel 2.2
Geldend
Geldend vanaf 02-03-2022
- Bronpublicatie:
28-02-2022, Stcrt. 2022, 5740 (uitgifte: 01-03-2022, regelingnummer: WJZ/ 2204997)
- Inwerkingtreding
02-03-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-02-2022, Stcrt. 2022, 5740 (uitgifte: 01-03-2022, regelingnummer: WJZ/ 2204997)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Staatsrecht / Grondrechten
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
De aanbieder van spraakcommunicatiediensten op een vaste locatie die krachtens artikel 9.2 van de wet is aangewezen verstrekt, onverminderd het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 11 van de wet, op verzoek van zijn abonnee een gespecificeerde rekening van de kosten voor de aansluiting op het openbare elektronische communicatienetwerk op een vaste locatie en het gebruik van de spraakcommunicatiedienst over die aansluiting.
2.
De aanbieder, bedoeld in het eerste lid, kan slechts een redelijke vergoeding voor een gespecificeerde rekening vragen van de abonnee indien deze rekening meer gespecificeerd is dan het in artikel 2.3 bepaalde basisniveau van specificatie.
3.
Gesprekken die voor de oproepende abonnee kosteloos zijn worden niet op de gespecificeerde rekening van de oproepende abonnee vermeld.