Einde inhoudsopgave
Belastingregeling voor het Koninkrijk
Artikel 7 [Vaste inrichting bij uitvoering van werken]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1965
- Bronpublicatie:
28-10-1964, Stb. 1964, 425 (uitgifte: 26-11-1964, kamerstukken: 7181 )
- Inwerkingtreding
01-01-1965
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-1964, Stb. 1964, 528 (uitgifte: 01-01-1964, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
1.
Winst uit onderneming genoten door een inwoner van een van de landen uit het uitvoeren van bouw-, constructie-, montage-, graaf-, ontginnings-, bagger- of opruimingswerken of dergelijke werkzaamheden binnen een van de andere landen gedurende meer dan 183 dagen binnen een tijdvak van twaalf maanden, wordt geacht te zijn behaald met behulp van een vaste inrichting binnen dat andere land, voorzover die winst aan de werkzaamheden binnen dat land kan worden toegerekend.
2.
Onverminderd het eerste lid wordt de winst uit onderneming genoten door een inwoner van een van de landen uit het uitvoeren van een werk in de zin van het eerste lid binnen een van de andere landen, geacht te zijn behaald met behulp van een vaste inrichting in laatstbedoeld land, voor zover die winst aan de werkzaamheden binnen dat land kan worden toegerekend, ook indien het werk achtereenvolgens door verschillende ondernemers binnen dat land wordt uitgevoerd en de totale duur van de uitvoering van het werk 183 dagen binnen een tijdvak van twaalf maanden overschrijdt.