HR, 18-06-2010, nr. 10/00598
ECLI:NL:HR:2010:BM5128
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18-06-2010
- Zaaknummer
10/00598
- Conclusie
Mr. J. Spier
- LJN
BM5128
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2010:BM5128, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑06‑2010; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BM5128
ECLI:NL:PHR:2010:BM5128, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2010
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2010:BM5128
- Wetingang
art. 81 Wet op de rechterlijke organisatie
- Vindplaatsen
Uitspraak 18‑06‑2010
Inhoudsindicatie
WSNP. Tussentijdse beëindiging toepassing schuldsanering wegens o.m. het laten ontstaan van een nieuwe schuld en het niet-voldoen aan de afdrachtplicht door schuldenaar (art. 350 lid 3, aanhef en onder c, F.). (81 RO)
18 juni 2010
Eerste Kamer
10/00598
EE/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Verzoeker 1],
2. [Verzoekster 2],
beiden wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
Verzoekers tot cassatie zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaken 07/912 R en 07/913 R van de rechtbank 's-Gravenhage van 10 december 2009,
b. het arrest in de zaak 200.051.700/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 9 februari 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [verzoeker] c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 18 juni 2010.
Conclusie 12‑04‑2010
Mr. J. Spier
Partij(en)
Conclusie inzake
[Verzoeker 1] en [verzoekster 2]
(hierna: [verzoeker] c.s.)
1.
In zijn arrest van 9 februari 2010 heeft het Haagse Hof het vonnis van de Haagse Rechtbank van 10 december 2009 bekrachtigd. In dat vonnis is de schuldsaneringsregeling ten aanzien van [verzoeker] c.s. beëindigd.
2.
Blijkens een aantekening in het griffiedossier zou tegen dit arrest op 16 februari 2010 per fax cassatieberoep zijn ingesteld.
3.
Het Hof baseert zijn oordeel op een aantal gronden. Deze kunnen 's Hofs oordeel ieder zelfstandig dragen. Nu in cassatie niet wordt bestreden dat [verzoeker] c.s. een nieuwe schuld hebben laten ontstaan, terwijl zij hebben nagelaten relevante inkomsten af te dragen (wat er, zo voeg ik toe, op wijst dat er geen noodzaak bestond om een nieuwe schuld te laten ontstaan) missen de klachten belang. Ten overvloede: (ook) uit het in appel in geding gebrachte verslag van de schuldhulpverlener van de gemeente Voorburg blijkt het gebrek aan medewerking van [verzoeker] c.s. De exegese in het cassatierekest op blz. 3 na ‘In deze valt op’ is naast onbegrijpelijk niet ter zake dienend omdat een en ander bij de mondelinge behandeling ten Hove aan de orde is geweest zodat het Hof met deze stelling rekening kon houden.
4.
De klachten die scharnieren om het beweerdelijk hebben voldaan aan de informatieplicht over sollicitaties en medische keuring zien eraan voorbij dat 's Hofs oordeel daarop uitdrukkelijk niet is gebaseerd (rov. 3.5).
Conclusie
Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden,
Advocaat-Generaal