BNB 2014/203
Navordering. Kenbare fout (bij geautomatiseerde aanslagregeling) versus verwijtbaar onjuist inzicht van de inspecteur
HR 27-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1528, m.nt. E.B. Pechler
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 juni 2014
- Magistraten
Mrs. Feteris, Schaap, Van Loon, Fierstra, Wortel
- Zaaknummer
14/00350
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
E.B. Pechler
- JCDI
JCDI:ADS918860:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1528, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:327, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑01‑2014
- Wetingang
Art. 16 AWR
Essentie
Navordering. Kenbare fout (bij geautomatiseerde aanslagregeling) versus verwijtbaar onjuist inzicht van de inspecteur
Samenvatting
Belanghebbende is eigenaar van een bedrijfspand dat wordt verhuurd aan een BV-taxicentrale waarvan alle aandelen in het bezit zijn van haar echtgenoot. In de aangiften IB/PVV 2008 en 2009 heeft belanghebbende het bedrijfspand vermeld in box 3. Na een boekenonderzoek heeft belanghebbende aan de Belastingdienst gemeld dat zij de aangiften op dit punt heeft gedaan overeenkomstig aanwijzingen van de Inspecteur in een eerder jaar, en heeft zij voorgesteld eventuele wijziging van de verwerking van de verhuur van het bedrijfspand in de aangiften aan te passen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.