NJ 2015/166
EVO. Arbeidsovereenkomst. Recht dat van toepassing is bij gebreke van rechtskeuze; ‘nauwere band‘-exceptie als bedoeld in art. 6 lid 2 slot; maatstaf.
HvJ EU 12-09-2013, ECLI:EU:C:2013:551, m.nt. Th.M. de Boer (Schlecker/Boedeker)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
12 september 2013
- Magistraten
M. Ilešič, E. Jarašiūnas, A. Ó Caoimh, C. Toader, C. G. Fernlund
- Zaaknummer
C-64/12
- Conclusie
A-G N. Wahl
- Noot
Th.M. de Boer
- Roepnaam
Schlecker/Boedeker
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS161964:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
EU-recht / Rechtsbescherming
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Internationaal publiekrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2013:551, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 12‑09‑2013
- Wetingang
Art. 6 lid 2 Verdrag van Rome inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (EVO)
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 3 februari 2012.
EVO. Arbeidsovereenkomst. Recht dat van toepassing is bij gebreke van rechtskeuze; ‘nauwere band’-exceptie als bedoeld in art. 6 lid 2 slot; maatstaf.
Samenvatting
Art. 6 lid 2 EVO moet in die zin worden uitgelegd dat de nationale rechter, zelfs indien een werknemer de arbeid ter uitvoering van de arbeidsovereenkomst gewoonlijk, langdurig en zonder onderbreking in hetzelfde land verricht, overeenkomstig het laatste zinsdeel van deze bepaling het recht van het land waar de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.