NJB 2015/1064
Bijzondere omstandigheden als bedoeld in art. 4.1a Wet ruimtelijke ordening behoeven niet onvoorzienbaar te zijn, maar moeten wel zijn gelegen in de ruimtelijke kwaliteit van de ontwikkeling waarvoor de ontheffing is aangevraagd
ABRvS 06-05-2015, ECLI:NL:RVS:2015:1424
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
6 mei 2015
- Magistraten
Mrs. Polak, Van den Broek, Pans
- Zaaknummer
201406629/1/R6
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2015:1424, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 06‑05‑2015
- Wetingang
(WRO art. 4.1 lid 1, art. 4.1a)
Essentie
Bijzondere omstandigheden als bedoeld in art. 4.1a Wet ruimtelijke ordening behoeven niet onvoorzienbaar te zijn, maar moeten wel zijn gelegen in de ruimtelijke kwaliteit van de ontwikkeling waarvoor de ontheffing is aangevraagd
Partij(en)
Uitspraak in het geding tussen: 1. [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B], beide wonend te Waddinxveen, (hierna in enkelvoud: [appellant sub 1]), 2. de gemeente Lansingerland, gevestigd te Berkel en Rodenrijs, en andere (hierna: Lansingerland en andere), 3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Prisma Bleiswijk Beheer B.V., de commanditaire vennootschap Prisma Bleiswijk, beide gevestigd te Bleiswijk, gemeente Lansingerland, en de vereniging Vereniging tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.