RBP 2017/78
(Proces)bevoegdheden gecertificeerde instelling. Kan voor het eerst in hoger beroep een zelfstandig verzoek tot ontzegging van de omgang worden gedaan?
HR 19-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:943
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 mei 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/05474
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- JCDI
JCDI:ADS926913:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:943, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:226, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑11‑2016
- Wetingang
Art. 362 Rv; art. 1:303 BW
Essentie
(Proces)bevoegdheden gecertificeerde instelling. Nauwe persoonlijke betrekking. Zelfstandig verzoek voor het eerst in hoger beroep.
Komt de gecertificeerde instelling (GI) die belast is met de voogdij dezelfde (proces)bevoegdheden toe als de ouder die niet met het ouderlijk gezag over het kind is belast maar wel in een “nauwe persoonlijke betrekking” tot dat kind staat, dit laatste in tegenstelling tot de GI? Kan voor het eerst in hoger beroep een zelfstandig verzoek tot ontzegging van de omgang worden gedaan?
Samenvatting
De moeder – verzoekster tot cassatie – is ontheven van het gezag over twee van haar minderjarige kinderen. De voogdij over ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.