Richtlijn 2001/51/EG tot aanvulling van het bepaalde in artikel 26 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 09-08-2001
- Bronpublicatie:
28-06-2001, PbEU 2001, L 187 (uitgifte: 10-07-2001, regelingnummer: 2001/51/EG)
- Inwerkingtreding
09-08-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2001, PbEU 2001, L 187 (uitgifte: 10-07-2001, regelingnummer: 2001/51/EG)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
1.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de geldboetes die krachtens het bepaalde in artikel 26, leden 2 en 3, van de Schengenovereenkomst toepasselijk zijn op vervoerders, afschrikkend, doeltreffend en evenredig zijn, en dat:
- a)
het maximumbedrag van de toepasselijke geldboetes per vervoerde persoon niet lager is dan 5 000 EUR of een gelijk bedrag in de nationale munteenheid tegen de wisselkoers die op 10 augustus 2001 in het Publicatieblad is bekendgemaakt, of
- b)
het minimumbedrag van die boetes per vervoerde persoon niet lager is dan 3 000 EUR of een gelijk bedrag in de nationale munteenheid tegen de wisselkoers die op 10 augustus 2001 in het Publicatieblad is bekendgemaakt, of
- c)
het maximumbedrag van de forfaitaire geldboete ongeacht het aantal vervoerde personen per overtreding niet lager is dan 500 000 EUR of een gelijk bedrag in de nationale munteenheid tegen de wisselkoers die op 10 augustus 2001 in het Publicatieblad is bekendgemaakt.
2.
Lid 1 laat de verplichtingen van de lidstaten onverlet in gevallen waarin onderdanen van derde landen om internationale bescherming verzoeken.