Besluit opleiding rechters en officieren van justitie
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
09-12-2016, Stb. 2016, 502 (uitgifte: 16-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2016, Stb. 2016, 503 (uitgifte: 16-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Juridische beroepen (V)
1.
De rechter in opleiding onderscheidenlijk officier in opleiding wordt regelmatig beoordeeld. Daarbij wordt de wijze waarop hij de hem opgedragen werkzaamheden heeft uitgevoerd beoordeeld tegen de achtergrond van zijn toekomstige functie. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met het stadium van de opleiding waarin hij zich bevindt.
2.
Ten behoeve van de beoordeling van de rechter in opleiding en officier in opleiding stelt de Raad voor de rechtspraak onderscheidenlijk het College van procureurs-generaal een beoordelingsreglement vast, waarin het beoordelingssysteem wordt uitgewerkt. Over de beoordelingsreglementen wordt als ware hoofdstuk 8 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren van toepassing overleg gevoerd met de Sectorcommissie rechterlijke macht.