NJB 2016/2068:Uitzendovereenkomst. Alle bedrijven in de uitzendbranche zijn verplicht deel te nemen in het bedrijfstakpensioenfonds StiPP. Het verplichtstellingsbesluit hanteert het begrip ‘uitzendovereenkomst’ overeenkomstig art. 7:690 BW. Valt een bedrijf dat medisch personeel aan ziekenhuizen levert onder deze verplichtstelling? Hoge Raad: 1. Uitleg art. 7:690 BW. Allocatiefunctie. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van art. 7:690 BW kan niet worden afgeleid dat voor het aannemen van een uitzendovereenkomst andere vereisten gelden dan vermeld in de bepaling. De tekst van art. 7:690 BW eist niet dat de te verrichten arbeid tijdelijk is, noch impliceert deze een beperkende ‘allocatiefunctie’. 2. Verhouding tussen art. 7:690 BW en art. 7:691 BW. De wetsgeschiedenis biedt geen aanknopingspunt voor de veronderstelling dat de wetgever in art. 7:691 BW aan het begrip ‘uitzendovereenkomst’ een andere betekenis heeft willen geven dan in art. 7:690 BW. Zo’n andere betekenis ligt ook niet voor de hand. 3. Ratio art. 7:691 BW. De rechter heeft de mogelijkheid de regels van art. 7:691 BW zo uit te leggen dat strijd met de ratio van die regels wordt voorkomen en hij kan een beroep op die regels naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar oordelen. 4. Toezicht en leiding. De vraag of sprake is van ‘toezicht en leiding’ als bedoeld in art. 7:690 BW dient aan de hand van dezelfde maatstaven te worden beantwoord als de vraag of sprake is van een gezagsverhouding als bedoeld in art. 7:610 BW