Verdrag inzake de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot het verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, ter ondertekening opengesteld te Rome op 19 juni 1980, en tot het eerste en het tweede protocol betreffende de uitlegging ervan door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2006
- Bronpublicatie:
14-04-2005, Trb. 2005, 272 (uitgifte: 27-09-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-06-2006, Trb. 2006, 123 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Algemeen
De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek treden toe tot:
- a.
het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, ter ondertekening opengesteld te Rome op 19 juni 1980, hierna ‘Verdrag van 1980’ te noemen, met de aanpassingen en wijzigingen die daarin zijn aangebracht:
- —
bij het op 10 april 1984 te Luxemburg ondertekende Verdrag, hierna ‘Verdrag van 1984’ te noemen, betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst;
- —
bij het op 18 mei 1992 te Funchal ondertekende Verdrag, hierna ‘Verdrag van 1992’ te noemen, betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek tot het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst;
- —
bij het op 29 november 1996 te Brussel ondertekende Verdrag, hierna ‘Verdrag van 1996’ te noemen, betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst;
- b.
het op 19 december 1988 ondertekende Eerste Protocol, hierna ‘Eerste Protocol van 1988’ te noemen, betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, met alle aanpassingen en wijzigingen die daarin zijn aangebracht bij het Verdrag van 1992 en het Verdrag van 1996;
- c.
het op 19 december 1988 ondertekende Tweede Protocol, hierna ‘Tweede Protocol van 1988’ te noemen, waarbij aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen bepaalde bevoegdheden worden toegekend inzake de uitlegging van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst.