Einde inhoudsopgave
Bruidsschat omgevingsplan, tijdelijk deel van het omgevingsplan
Artikel 22.149 Zuiveringsvoorziening huishoudelijk afvalwater
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Met het oog op het voorkomen van verontreiniging van de bodem wordt huishoudelijk afvalwater dat wordt geloosd op of in de bodem, geleid via een zuiveringsvoorziening.
2.
Voor dat afvalwater zijn de emissiegrenswaarden de waarden, bedoeld in tabel 22.3.27.
Stof | Emissiegrenswaarden in mg/l | ||
---|---|---|---|
Representatief etmaalmonster | Steekmonster | ||
Biochemisch zuurstofverbruik | 30 mg/l | 60 mg/l | |
Chemisch zuurstofverbruik | 150 mg/l | 300 mg/l | |
Onopgeloste stoffen | 30 mg/l | 60 mg/l |
3.
Als het huishoudelijk afvalwater minder dan zes inwonerequivalenten bevat kan het, in afwijking van het tweede lid, voor vermenging met ander afvalwater worden geleid door een septictank:
- a.
met een nominale inhoud van 6 m3 of meer, volgens NEN-EN 12566-1, en met een hydraulisch rendement van niet meer dan 10 g, volgens annex B van NEN-EN 12566-1; of
- b.
die is geplaatst voor 1 januari 2009 en is afgestemd op de hoeveelheid afvalwater dat wordt geloosd.
4.
Het eerste en tweede lid gelden niet voor het lozen van huishoudelijk afvalwater:
- a.
vanuit een spoorvoertuig als bedoeld in artikel 1 van de Spoorwegwet; of
- b.
op militaire oefenterreinen in het kader van militaire oefeningen.