NJB 2023/2336
Afwijzing in een Antilliaanse zaak van het verzoek om zich te laten bijstaan door een niet bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie ingeschreven advocaat (zie art. 57 Sv Curaçao) en het recht op een advocaat naar eigen keuze, art. 6 EVRM: in casu kon het Hof oordelen dat de verdachte niet is geschaad in zijn recht op een eerlijk proces, onder meer erop gelet dat de verdachte zich ter terechtzitting heeft laten bijstaan door een advocaat uit Curaçao naar zijn keuze en dat deze raadsman ter terechtzitting niet te kennen heeft gegeven dat hij niet in staat was adequate rechtsbijstand te verlenen, terwijl de verdachte ter terechtzitting evenmin heeft verklaard dat hij geen adequate rechtsbijstand van deze raadsman heeft ontvangen.
HR 03-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1329
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.E.M. Röttgering, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
21/04820
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1329, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:646, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑07‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑01‑2023
- Wetingang
Essentie
Afwijzing in een Antilliaanse zaak van het verzoek om zich te laten bijstaan door een niet bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie ingeschreven advocaat (zie art. 57 Sv Curaçao) en het recht op een advocaat naar eigen keuze, art. 6 EVRM: in casu kon het Hof oordelen dat de verdachte niet is geschaad in zijn recht op een eerlijk proces, onder meer erop gelet dat de verdachte zich ter terechtzitting heeft laten bijstaan door een advocaat uit Curaçao naar zijn keuze en dat deze raadsman ter terechtzitting niet te kennen heeft gegeven dat hij niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.