Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap van België inzake de accreditatie van opleidingen binnen het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2014
- Bronpublicatie:
16-01-2013, Trb. 2013, 35 (uitgifte: 26-02-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2014, Trb. 2014, 69 (uitgifte: 26-03-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Na overleg met de Accreditatieorganisatie, bepaalt elke Minister de tarieven die de Accreditatieorganisatie hanteert voor het verlenen van de accreditatie en voor het uitvoeren van de toets nieuwe opleiding en de instellingstoets kwaliteitszorg, respectievelijk de instellingsreview.
2.
De inkomsten die de Accreditatieorganisatie ingevolge het eerste lid genereert, worden, voor zover het Comité van Ministers hier geen maximum aan heeft gesteld, beschouwd als een onderdeel van de door de respectieve partij beschikbaar gestelde financiering.
3.
Aanvullende opdrachten als bedoeld in artikel 1, tweede lid, die slechts door één van de Verdragsluitende Partijen aan de Accreditatieorganisatie wordt opgedragen, worden enkel en alleen door deze partij gefinancierd en vallen niet onder de verhouding, bedoeld in artikel 14.