Rb. Amsterdam, 04-07-2012, nr. 415603 / HA ZA 08-3565
ECLI:NL:RBAMS:2012:BX2974
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
04-07-2012
- Zaaknummer
415603 / HA ZA 08-3565
- LJN
BX2974
- Roepnaam
Grafschafter Volksbank
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2012:BX2974, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 04‑07‑2012; (Eerste aanleg - meervoudig)
- Wetingang
art. 700 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [KEI-Rv]
- Vindplaatsen
JOR 2012/338 met annotatie van prof. mr. P.M. Veder
Uitspraak 04‑07‑2012
Inhoudsindicatie
Schuldeiser legt in Nederland beslag ten laste van Yukos Oil. Vervolgens wordt Yukos Oil in Rusland in staat van faillissement verklaard. Na afwikkeling daarvan heeft Yukos Oil naar Russisch recht opgehouden te bestaan. Schuldeiser stelt in Nederland vordering in tegen Yukos Oil. Territorialiteitsbeginsel. Gevolgen van ophouden te bestaan.
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 415603 / HA ZA 08-3565
Vonnis in incident van 4 juli 2012
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
GLENDALE GROUP LIMITED,
gevestigd te Road Town, Tortola (Britse Maagdeneilanden),
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat eerst mr. P.C. Veerman, vervolgens mr. A.W. Brantjes, thans
mr. E.R. Meerdink te Amsterdam,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
YUKOS OIL CORPORATION,
(voorheen) gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
niet verschenen,
en
de rechtspersoon naar buitenlands recht
OOO PROMNEFTSTROY,
gevestigd te Moskou (Russische Federatie),
interveniënte in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat eerst mr. D.J. Oranje, thans mr. J.F. Ouwehand te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Glendale, Yukos Oil en Promneftstroy genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in incident van 9 november 2011;
- de incidentele conclusie met primair exceptie van onbevoegdheid ex artikel 10 jo. 767 Rv en subsidiair vordering tot niet-ontvankelijk-verklaring van Glendale, beide met nevenvorderingen, tevens voorwaardelijke/voorlopige conclusie van eis in de tussenkomst, met producties, van Promneftstroy;
- de conclusie van antwoord in het incident, met producties, van Glendale;
- het op 22 mei 2012 gehouden pleidooi en het daarvan opgemaakte proces-verbaal.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. Inleiding
Uit de tot dusverre in het geding gebrachte producties en de tot dusverre naar voren gebrachte stellingen en verweren blijkt het volgende.
a. Bij vonnis van 1 augustus 2006 heeft de rechtbank te Moskou (Russische Federatie) Yukos Oil in staat van faillissement verklaard, met aanstelling van E.K. Rebgun (hierna: Rebgun) tot curator.
b. Bij verzoekschrift van 13 augustus 2007 heeft Glendale de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht haar verlof te verlenen om ten laste van Yukos Oil conservatoir beslag te leggen op de door Yukos Oil gehouden aandelen in het kapitaal van Yukos Finance B.V. (hierna: Yukos Finance), gevestigd te Amsterdam, op vorderingen die Yukos Oil op Yukos Finance mocht hebben of uit een ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding rechtstreeks zal verkrijgen en op Yukos Oil toebehorende roerende zaken (niet zijnde registergoederen) die onder Yukos Finance mochten berusten. In het verzoekschrift is vermeld dat Yukos Oil is geregistreerd aan de Dubininskaya Street 31-A te Moskou (Russische Federatie), doch (tevens) is gevestigd aan de Ulanskiy Lane 26 te Moskou (Russische Federatie).
c. De voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft het verzochte verlof op 14 augustus 2007 verleend. Daarbij is het in artikel 700 lid 2, derde volzin, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bedoelde bedrag vastgesteld op
USD 3 miljard. De termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak is bepaald op 56 dagen na eerste beslaglegging.
d. Eveneens op 14 augustus 2007 heeft Glendale de bedoelde beslagen ten laste van Yukos Oil gelegd.
e. Een op 17 augustus 2007 betekend exploot luidt, voor zover hier van belang:
Ten verzoeke van (…) Glendale (…);
Heb ik (…),
AAN:
(…) Yukos Oil (…), gevestigd en kantoorhoudende, althans geregistreerd aan de Dubininskaya Street 31-A te Moskou, Rusland, doch (tevens) gevestigd aan de Ulanskiy Lane 26 te (…) Moskou, Rusland, derhalve zonder bekend vestigings- of kantooradres in Nederland, mitsdien overeenkomstig de artikel 3-6 van het (…) Haags Betekeningsverdrag (…), mijn exploot doende aan het parket van de ambtenaar van het Openbaar Ministerie van de Rechtbank te ’s-Gravenhage, en aldaar ten Parkette, sprekende met en vier afschriften dezes, alsmede van na te melden stukken, latende aan:
(…), aldaar werkzaam;
aan wie ik heb verzocht uitreiking daarvan te doen plaatsvinden:
1). primair door eenvoudige afgifte;
en voor het geval dat eenvoudige afgifte niet mogelijk is:
2). betekening of kennisgeving met inachtneming van de vormen, in de wetgeving van de aangezochte staat voorgeschreven voor de betekening of de kennisgeving van stukken die in de aangezochte staat zijn opgemaakt en bestemd zijn voor zich aldaar bevindende personen;
terwijl voorts een afschrift dezes, alsmede van na te melden stukken, onverwijld per aangetekende post aan beider adressen van de gerekwireerde wordt toegezonden;
BETEKEND:
1) een verzoekschrift namens rekwirant(e) ingediend met daarop gegeven de beschikking door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank te Amsterdam d.d. 14 augustus 2007.
2) een uit krachte van voormelde beschikking, door (…), gerechtsdeurwaarder te Amsterdam, d.d. 14 augustus 2007 opgemaakt proces-verbaal, houdende conservatoir derden-beslag, naar de verdere inhoud van voormeld proces-verbaal ten deze wordt gerefereerd en waarnaar uitdrukkelijk wordt verwezen;
3) een uit krachte van voormelde beschikking, door (…), gerechtsdeurwaarder te Amsterdam, d.d. 14 augustus 2007 opgemaakt proces-verbaal, houdende conservatoir derden-beslag, naar de verdere inhoud van voormeld proces-verbaal ten deze wordt gerefereerd en waarnaar uitdrukkelijk wordt verwezen;
4) een uit krachte van voormelde beschikking, door (…), gerechtsdeurwaarder te Amsterdam, d.d. 14 augustus 2007 opgemaakt proces-verbaal, houdende conservatoir derden-beslag, naar de verdere inhoud van voormeld proces-verbaal ten deze wordt gerefereerd en waarnaar uitdrukkelijk wordt verwezen;
5) een uit krachte van voormelde beschikking, door (…), gerechtsdeurwaarder te Amsterdam, d.d. 14 augustus 2007 opgemaakt proces-verbaal, houdende conservatoir aandelen-beslag, naar de verdere inhoud van voormeld proces-verbaal ten deze wordt gerefereerd en waarnaar uitdrukkelijk wordt verwezen;
6) een uit krachte van voormelde beschikking, door (…), gerechtsdeurwaarder te Amsterdam, d.d. 14 augustus 2007 opgemaakt proces-verbaal, houdende conservatoir aandelen-beslag, naar de verdere inhoud van voormeld proces-verbaal ten deze wordt gerefereerd en waarnaar uitdrukkelijk wordt verwezen;
7) een uit krachte van voormelde beschikking, door (…), gerechtsdeurwaarder te Amsterdam, d.d. 14 augustus 2007 opgemaakt proces-verbaal, houdende conservatoir aandelen-beslag, naar de verdere inhoud van voormeld proces-verbaal ten deze wordt gerefereerd en waarnaar uitdrukkelijk wordt verwezen;
Geschiedende deze betekening ter voldoening aan de voorschriften der Wet en zulks opdat de gerekwireerde van een en ander op legale wijze kennis dragen zal.
f. Bij aangetekende brieven van 15 augustus 2007, geadresseerd Dubininskaya Street 31-A respectievelijk Ulanskiy Lane 26, beide te Moskou (Russische Federatie), heeft de deurwaarder, voor zover hier van belang, aan Yukos Oil geschreven:
Hiermede bericht ik u, dat door mij op 14 augustus 2007 conservatoir beslag is gelegd op de aandelen welke u heeft in (…) Yukos Finance (…).
Het beslag werd gelegd krachtens beschikking van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam d.d. 14 augustus 2007.
g. Op 20 augustus 2007 heeft Rebgun de door Yukos Oil gehouden aandelen Yukos Finance verkocht aan Promneftstroy.
h. Bij brief van 22 augustus 2007 heeft de deurwaarder, voor zover hier van belang, aan het Parket van de Officier van Justitie te ’s-Gravenhage geschreven:
Conform ons telefonisch onderhoud van vandaag doe ik u hierbij (...) de (Russische; rechtbank) vertaling toekomen. Ik wil u verzoeken deze vertaling, samen met het op 17 augustus 2007 aan uw Parket betekende exploot, aan de Russische autoriteit te doen toekomen, met het verzoek aan die Russische autoriteit de stukken aan beide in het exploot genoemde adressen te Moskou, Rusland, te laten betekenen.
i. Op 10 september 2007 is een tot levering van de verkochte aandelen Yukos Finance strekkende notariële akte verleden.
j. Op 4 oktober 2007 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank de termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak op verzoek van Glendale verlengd met 120 dagen, te rekenen vanaf de dag waarop de lopende termijn is verstreken. Daarbij is bepaald dat deze verlenging om haar werking te behouden binnen acht dagen na het verstrijken van de lopende termijn bij deurwaardersexploot of aangetekende brief (naast de specifiek in de wet genoemde partijen) aan de verwerende partij(en) moet zijn medegedeeld.
k. Een op 15 oktober 2007 betekend exploot luidt, voor zover hier van belang:
Ten verzoeke van (…) Glendale (…);
Heb ik (…),
AAN:
(…) Yukos Oil (…), gevestigd en kantoorhoudende, althans geregistreerd aan de Dubininskaya Street 31-A te Moskou, Rusland, doch (tevens) gevestigd aan de Ulanskiy Lane 26 te (…) Moskou, Rusland, derhalve zonder bekend vestigings- of kantooradres in Nederland, mitsdien overeenkomstig de artikel 3-6 van het (…) Haags Betekeningsverdrag (…), mijn exploot doende aan het parket van de ambtenaar van het Openbaar Ministerie van de Rechtbank te ’s-Gravenhage, en aldaar ten Parkette, sprekende met en vier afschriften dezes met een Russische vertaling, alsmede van na te melden stukken met een Russische vertaling, latende aan:
(…), aldaar werkzaam;
aan wie ik heb verzocht uitreiking daarvan te doen plaatsvinden:
1). primair door eenvoudige afgifte aan beide hiervoor genoemde kantooradressen;
en voor het geval dat eenvoudige afgifte niet mogelijk is:
2). betekening of kennisgeving met inachtneming van de vormen, in de wetgeving van de aangezochte staat voorgeschreven voor de betekening of de kennisgeving van stukken die in de aangezochte staat zijn opgemaakt en bestemd zijn voor zich aldaar bevindende personen;
terwijl voorts een afschrift dezes met een Russische vertaling, alsmede van na te melden stukken met een Russische vertaling, onverwijld per aangetekende post aan beider adressen van de gerekwireerde wordt toegezonden;
BETEKEND:
1) een verzoekschrift namens rekwirant(e) ingediend met daarop gegeven de beschikking door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank te Amsterdam d.d. 4 oktober 2007.
2) een afschrift van het exploot van (t.k.-)gerechtsdeurwaarder (…) te Amsterdam, d.d. 8 oktober 2007, ten verzoeke van mijn rekwirant(e) opgemaakt, wordende ten deze aan de inhoud van voormeld proces-verbaal gerefereerd en daarnaar uitdrukkelijk verwezen.
Geschiedende deze betekening ter voldoening aan het voorschrift der Wet.
l. Bij vonnis van 15 november 2007 heeft de rechtbank te Moskou (Russische Federatie) beslist dat het faillissement van Yukos Oil is geëindigd. Het dictum van dat vonnis luidt in de Engelse vertaling:
To complete the receivership against OAO “YUKOS Oil Company”.
To deem the creditors’ claims unsatisfied due to insufficiency of the Debtor’s property as having been settled. The claims, which have not been recognized by the Receiver (…) or have been dismissed by the arbitrazh court, shall also be deemed to have been settled.
To obligate the Receiver to submit this Arbitrazh Court Ruling to the body responsible for the state registration of legal entities in order to enter the information about the liquidation of the Debtor in the Unified State Register of Legal Entities, and to provide the Moscow Arbitrazh Court with evidence of the compliance with this requirement.
This Ruling may be appealed prior to the date of making an entry on the liquidation of the Debtor in the Unified State Register of Legal Entities.
m. Dat vonnis is op 21 november 2007 ingeschreven in het daartoe bestemde Russische register.
n. De op 24 januari 2008 in de hoofdzaak uitgebrachte dagvaarding luidt, voor zover hier van belang:
Vandaag (…)
Heb ik (…);
Op verzoek van (…) Glendale (…)
GEDAGVAARD:
(…) Yukos Oil, geregistreerd aan de Dubininskaya Street 31 te Moskou, Rusland, en ook aan de Ulanskiy Lane 26 te (…) Moskou, Rusland, zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, mitsdien mijn exploit doende in het parket van de Officier van Justitie bij de Rechtbank Amsterdam aan de Parnassusweg 220 te Amsterdam en aldaar vier afschriften dezes (voor ieder voornoemd adres twee) latende aan:
(…), aldaar werkzaam,
terwijl voorts een afschrift per aangetekende post met bericht van ontvangst zal worden toegezonden aan elk voormeld adres van betrokkene.
voorts verlangt rekwirant(e), dat van dit exploit, waarvan overeenkomstig de artikelen 3-6 van het verdrag van 15 november 1965 (het Haags Betekeningsverdrag; rechtbank) betekening of kennisgeving behoort te worden gedaan, de betekening aan gerekwireerde zal geschieden met inachtneming van de vormen, voorgeschreven in de wetgeving van het land van bestemming voor de betekening of kennisgeving van stukken, welke in dat land zijn opgemaakt en bestemd zijn voor zich aldaar bevindende personen/rechtspersonen.
o. Bij aangetekende brieven van 25 januari 2008, geadresseerd Dubininskaya Street 31 respectievelijk Ulanskiy Lane 26, beide te Moskou (Russische Federatie), heeft de deurwaarder, voor zover hier van belang, aan Yukos Oil geschreven:
Enclosed please find a writ destined for you about the above mentioned case, in which you are summoned to appear in the District Court of Amsterdam, on Wednesday, 24 december 2008 (…), where you can appear exclusively by an attorney.
3. De vordering en het verweer in het incident
3.1. Promneftstroy vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
primair
(i) voor recht verklaart dat de door Glendale ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen van rechtswege zijn vervallen, althans
(ii) de door Glendale ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen met onmiddellijke ingang per datum vonnis opheft, en
(iii) zich mitsdien onbevoegd verklaart tot kennisneming van de door Glendale ingestelde vorderingen jegens Yukos Oil,
subsidiair, indien en voor zover de niet-ontvankelijkheid in het incident wordt afgedaan,
(iv) Glendale niet-ontvankelijk verklaart in haar vorderingen jegens Yukos Oil, en
(v) voor recht verklaart dat de door Glendale ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen van rechtswege zijn vervallen, althans
(vi) de door Glendale ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen met onmiddellijke ingang per datum vonnis opheft;
althans, indien de niet-ontvankelijkheid in het incident wordt afgewezen,
(vii) Promneftstroy een nadere termijn gunt van twaalf weken voor het nemen van een conclusie van eis met daarin een nadere toelichting als aanvulling op haar voorwaardelijke/voorlopige conclusie van eis ter zake van haar stellingen dat de vorderingen van Glendale afgewezen dienen te worden;
met veroordeling van Glendale in de kosten van het geding.
3.2. Promneftstroy legt hieraan, kort samengevat, het volgende ten grondslag.
Met de hiervoor onder 2.m vermelde inschrijving van het hiervoor onder 2.l vermelde vonnis heeft Yukos Oil naar Russisch recht op 21 november 2007 definitief opgehouden te bestaan. De dagvaarding van 24 januari 2008 (zie hiervoor onder 2.n) is dan ook uitgebracht aan een niet (meer) bestaande rechtspersoon. Die dagvaarding is nietig, althans niet rechtsgeldig op de voet van artikel 125 lid 2 Rv ter griffie van deze rechtbank ingediend. Nu de eis in de hoofdzaak niet tijdig is ingesteld, zijn de gelegde beslagen vervallen (artikel 700 lid 3, laatste volzin, Rv). De Nederlandse rechter kan aan die beslagen geen rechtsmacht meer ontlenen (artikel 767 Rv). Rechtsmacht van de Nederlandse rechter ontbreekt ook omdat de hoofdzaak niet tot een executoriale titel kan leiden (opnieuw artikel 767 Rv). In elk geval dient Glendale, nu Yukos Oil niet kan verschijnen en zich dus ook niet kan verweren, in haar vorderingen niet-ontvankelijk te worden verklaard.
3.3. Glendale voert verweer.
3.4. Op de (nadere) stellingen en verweren zal hierna, in het kader van de beoordeling, (nader) worden ingegaan.
4. De beoordeling in het incident
4.1. De rechtbank neemt tot uitgangspunt dat Yukos Oil naar Russisch recht op 21 november 2007 definitief heeft opgehouden te bestaan.
4.2. De centrale vraag in dit incident is of die omstandigheid in de weg staat aan behandeling door deze rechtbank van de vorderingen die Glendale in de hoofdzaak jegens Yukos Oil heeft ingesteld. De rechtbank beantwoordt die vraag ontkennend. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
4.3. In zijn arrest van 19 december 2008, LJN: BG3573 (Yukos Finance c.s./Rebgun) overwoog de Hoge Raad:
“Voor zover niet bij een Nederland bindende internationale regeling anders is bepaald, heeft een in een ander land uitgesproken faillissement territoriale werking, niet alleen in die zin dat het daar op het vermogen van de gefailleerde rustende faillissementsbeslag niet mede omvat zijn in Nederland aanwezige baten (…), maar ook in dier voege dat de rechtsgevolgen die door het faillissementsrecht van dat andere land aan een faillissement worden verbonden in Nederland niet kunnen worden ingeroepen voor zover zij ertoe zouden leiden dat onvoldane crediteuren zich niet meer kunnen verhalen op – tijdens of na afloop van het faillissement – in Nederland aanwezige vermogensbestanddelen van de (voormalige) gefailleerde (…)”.
De Hoge Raad definieerde daarmee (nog eens) het zogeheten territorialiteitsbeginsel. Dat beginsel geldt, naar de Hoge Raad duidelijk maakt, ook voor “de met faillissement te vergelijken insolventieprocedure” die in de Russische Federatie op Yukos Oil van toepassing is verklaard, met aanstelling van Rebgun als curator (rechtsoverweging 3.1 onder (ii)).
4.4. Gesteld noch gebleken is dat Glendale ter zake van de onderhavige vorderingen geheel of gedeeltelijk door Rebgun is voldaan. Indien en voor zover Glendale nog een vordering op Yukos Oil zal blijken te hebben, kan en mag zij zich dan ook verhalen op de nog in Nederland aanwezige vermogensbestanddelen van Yukos Oil. De omstandigheid dat het faillissement van Yukos Oil naar Russisch recht inmiddels is afgelopen, doet hieraan niet af. Een en ander vloeit rechtstreeks voort uit het territorialiteitsbeginsel.
4.5. Glendale heeft (een deel van) de in Nederland aanwezige vermogensbestanddelen van Yukos Oil in conservatoir beslag genomen. Glendale kan en mag zich op die vermogensbestanddelen pas verhalen nadat zij een executoriale titel heeft verkregen (artikel 704 lid 1 Rv). Daartoe strekken de in de hoofdzaak ingestelde vorderingen.
4.6. Promneftstroy heeft er terecht op gewezen dat onverkorte toepassing van het territorialiteitsbeginsel in dit geval leidt tot het – in het licht van het beginsel van hoor en wederhoor – onwenselijke gevolg dat Yukos Oil zich tegen de vorderingen van Glendale niet (meer) kan verweren. Onder de gegeven – bijzondere – omstandigheden ziet de rechtbank echter geen andere mogelijkheid dan daaraan voorbij te gaan. Die bijzondere omstandigheden laten zich als volgt samenvatten.
a. Gesteld noch gebleken is dat de hiervoor onder 2.e en 2.k vermelde exploten niet voldoen aan de voorschriften van het Haags Betekeningsverdrag 1965 en de bij dat verdrag behorende (Nederlandse) uitvoeringswet.
b. Gesteld noch gebleken is dat Yukos Oil toentertijd niet op de in die exploten (en in de hiervoor onder 2.f vermelde brieven) vermelde adressen gevestigd was.
c. Gesteld noch gebleken is dat Rebgun en andere vertegenwoordigers, naar Russisch recht, van Yukos Oil geen kennis hebben kunnen nemen van de inhoud van die exploten en brieven.
d. De Hoge Raad maakt in zijn jurisprudentie over het territorialiteitsbeginsel – ook waar die jurisprudentie betrekking heeft op de periode na afloop van het faillissement – geen enkel voorbehoud ten aanzien van het (voort)bestaan, naar het toepasselijke recht, van de (voormalige) gefailleerde.
e. De omstandigheid dat Yukos Oil naar Russisch recht heeft opgehouden te bestaan, is het onvermijdelijke gevolg van het hiervoor onder 2.l vermelde Russische vonnis van 15 november 2007 (waarin Rebgun wordt opgedragen dat vonnis te doen inschrijven). Dat vonnis is uitsluitend gebaseerd op de toenmalige stand van zaken in het faillissement van Yukos Oil. Over die stand van zaken heeft met name Rebgun in zijn hoedanigheid van curator verslag gedaan. De hiervoor onder 2.m vermelde inschrijving is in dit verband niets anders dan de min of meer automatische administratieve afronding van de Russische faillissementsprocedure. Van een tot ontbinding strekkende vennootschappelijksrechtelijke rechtshandeling aan de zijde van Yukos Oil (een besluit van haar statutaire bestuur of haar aandeelhouders bijvoorbeeld) is geen sprake. Het naar Russisch recht ophouden te bestaan van Yukos Oil is daarmee een rechtsgevolg van het Russische faillissementsrecht. Dit betekent dat het ophouden te bestaan van Yukos Oil in Nederland niet kan worden ingeroepen voor zover het ertoe zou leiden dat onvoldane crediteuren – zoals, naar in dit stadium niet kan worden uitgesloten, Glendale – zich niet meer kunnen verhalen op in Nederland aanwezige vermogensbestanddelen van Yukos Oil. Dat zou het geval zijn indien Glendale op die grond de weg naar een executoriale titel zou worden versperd.
f. Gesteld noch gebleken is dat Glendale het ophouden te bestaan van Yukos Oil naar Russisch recht kan aanvechten of ter zake daarvan naar Russisch recht iemand kan aanspreken.
g. Gesteld noch gebleken is dat Glendale naar Russisch recht, in plaats van Yukos Oil, bewaarders van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers (vergelijk artikel 2:24 (Nederlands) Burgerlijk Wetboek (BW)) of andere beheerders van de ‘nalatenschap’ van Yukos Oil kan aanspreken.
h. Gesteld noch gebleken is dat de inleidende dagvaarding (zie hiervoor onder 2.n) niet voldoet aan de voorschriften van het Haags Betekeningsverdrag 1965 en de bij dat verdrag behorende (Nederlandse) uitvoeringswet.
i. Bij de gedachte dat de nog in Nederland aanwezige vermogensbestanddelen van Yukos Oil aldus een gemakkelijke prooi zijn voor (louter) pretense schuldeisers van Yukos Oil passen de volgende kanttekeningen. Allereerst stelt de schuldeiser die geen materiële vordering op Yukos Oil heeft maar zich toch op die vermogensbestanddelen verhaalt zich bloot aan aansprakelijkheid. Daarnaast stelt Promneftstroy zich kennelijk ten doel in elk geval de door Glendale jegens Yukos Oil ingestelde vorderingen met alle haar als interveniënte ten dienste staande middelen te bestrijden. Dat Promneftstroy in deze positie zou komen te verkeren, was zowel voor haar als voor Rebgun ten tijde van de koop van de aandelen Yukos Finance redelijkerwijs te voorzien, nu zij destijds wisten dat op die aandelen het hiervoor onder 2.d bedoelde beslag ten laste van Yukos Oil rustte.
j. Niet, althans niet voldoende, gesteld of gebleken is dat Glendale met het uitbrengen van de dagvaarding heeft gewacht totdat Yukos Oil had opgehouden te bestaan, zulks met het uitsluitende doel om vervolgens – bij afwezigheid van (de mogelijkheid van) verweer van Yukos Oil – een executoriale titel te verkrijgen die zij anders niet zou hebben verkregen.
4.7. Het gevorderde dient te worden afgewezen. De overige stellingen en verweren behoeven geen behandeling. Promneftstroy zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding. Deze worden begroot op EUR 904,00 (twee punten, tarief II).
4.8. De rechtbank zal bepalen dat hoger beroep van dit vonnis reeds thans openstaat. Redengevend is het volgende. Zowel Glendale als Promneftstroy hebben voor het geval zij in het ongelijk worden gesteld verzocht om tussentijds hoger beroep toe te staan. De hiervoor door de rechtbank beantwoorde vraag naar de procedurele gevolgen, naar Nederlands recht, van het ophouden te bestaan, naar Russisch recht, van Yukos Oil voor de onderhavige hoofdzaak is een principiële. Die vraag is in de Nederlandse rechtspraak niet eerder aan de orde geweest. Dat antwoord is intussen bepalend voor het vervolg van de onderhavige (naar het zich laat aanzien complexe en in de verdere behandeling zowel voor partijen als de rechtbank tijdrovende) hoofdzaak.
5. De hoofdzaak
5.1. Promneftstroy vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
primair
(i) Glendale niet-ontvankelijk verklaart in haar vorderingen jegens Yukos Oil, en
(ii) voor recht verklaart dat de door Glendale ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen van rechtswege zijn vervallen, althans
(iii) de door Glendale ten laste van Yukos Oil gelegde conservatoire beslagen met onmiddellijke ingang per datum vonnis opheft;
subsidiair, indien de niet-ontvankelijkheid niet als preliminair verweer wordt afgedaan maar tegelijk met het inhoudelijk betoog ten aanzien van de pretense vorderingen van Glendale wordt behandeld,
(iv) Promneftstroy een nadere termijn gunt van twaalf weken voor het nemen van een conclusie van eis in tussenkomst met daarin een nadere toelichting als aanvulling op de voorwaardelijke/voorlopige conclusie van eis in tussenkomst ter zake van haar stellingen dat de vorderingen van Glendale afgewezen dienen te worden;
meer subsidiair:
(v) de vorderingen van Glendale op grond van artikel 6:229 BW (artikelen 170 juncto 425 Russisch Burgerlijk Wetboek) vernietigt;
met veroordeling van Glendale in de kosten van het geding.
5.2. De zaak zal, zoals door Promneftstroy verzocht, worden verwezen naar de rol voor (nadere) conclusie aan de zijde van Promneftstroy als interveniënte.
6. De beslissing
in het incident:
- wijst het gevorderde af;
- veroordeelt Promneftstroy in de kosten van het geding, tot dit vonnis aan de zijde van Glendale begroot op EUR 904,00;
- bepaalt dat hoger beroep van dit vonnis reeds thans openstaat;
in de hoofdzaak:
- verwijst de zaak naar de rol van 26 september 2012 voor (nadere) conclusie aan de zijde van Promneftstroy als interveniënte;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.J. Peeters, mr. S.P. Pompe en mr. H.J. Fehmers en in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2012.