NJ 2012/225
Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. Internationaliteit. Achterstallige schulden uit hypotheekverlening. Consument met nationaliteit van andere lidstaat dan die waar bank gevestigd is. Wettelijke regeling van lidstaat volgens welke tegen consument wiens woonplaats onbekend is, vordering kan worden ingeleid bij rechterlijke instantie van die staat.
HvJ EU 17-11-2011, C-327/10 (Uitspraak), m.nt. M.V. Polak (Hypotecni banka/Udo Mide Lindner)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
17 november 2011
- Magistraten
A. Tizzano, M. Safjan, A. Borg Barthet, J.-J. Kasel, M. Berger
- Zaaknummer
C-327/10
- Conclusie
A-G V. Trstenjak
- Noot
M.V. Polak
- Roepnaam
Hypotecni banka/Udo Mide Lindner
- JCDI
JCDI:ADS161498:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
EU-recht / Rechtsbescherming
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Brondocumenten
Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 17‑11‑2011
- Wetingang
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de Okresní soud v Chebu (Tsjechische Republiek) bij beslissing van 1 juni 2010.
Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. Internationaliteit. Achterstallige schulden uit hypotheekverlening. Consument met nationaliteit van andere lidstaat dan die waar bank gevestigd is. Wettelijke regeling van lidstaat volgens welke tegen consument wiens woonplaats onbekend is, vordering kan worden ingeleid bij rechterlijke instantie van die staat.
Samenvatting
Het Hof heeft voor recht verklaard:
- 1.
De EEX-Verordening moet aldus worden uitgelegd dat de toepassing van de bevoegdheidsregels ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.