Een kleine variatie op HR 21 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO2974 aangezien het Hof van een inhoudelijke behandeling heeft afgezien.
HR, 17-09-2013, nr. 11/05124
ECLI:NL:PHR:2013:966
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17-09-2013
- Zaaknummer
11/05124
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2013:966, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑09‑2013
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2013:954, Gevolgd
Conclusie 17‑09‑2013
Inhoudsindicatie
Verstekverlening. Het middel, dat ten betoge strekt dat het Hof ten onrechte verstek heeft verleend tegen de niet verschenen verdachte aangezien deze t.t.v. de behandeling van zijn zaak ttz. in h.b. u.a.h. was gedetineerd en hij niet vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn recht om bij de behandeling aanwezig te zijn, is op de gronden die zijn vermeld in de aanvullende conclusie AG terecht voorgesteld.
Nr. 11/05124
mr. Jörg
Zitting 17 september 2013
Aanvullende conclusie inzake
[verdachte]
1. Op 27 augustus 2013 concludeerde ik tot verwerping van het cassatieberoep aangezien het aan de schriftuur gehechte faxbericht niet duidelijk maakte op welk tijdstip de verdachte van overheidswege van zijn vrijheid was beroofd.
2. Aan de op 10 september jongstleden binnengekomen Borgersbrief is een tweetal schermuitdraaien van het geautomatiseerde systeem van de politie gehecht, uit de map "Handhaving, arrestant algemeen". Daaruit blijkt dat de verdachte, die gesignaleerd stond, op de dag van de terechtzitting, 17 november 2011 om 01.55 uur is aangekomen op het politiebureau en om 15.27 uur is overgedragen aan de penitentiaire inrichting Middelburg.
3. Aangezien onwaarschijnlijk is dat iemand zich vrijwillig om 01.55 uur voor het ondergaan van gevangenisstraf op een politiebureau meldt ga ik ervan uit dat de vrijheidsberoving onvrijwillig was en niet een keuze van de verdachte liever zijn straf uit te zitten dan ter terechtzitting te verschijnen.
4. Uit de inhoud van de hiervoor onder 2 weergegeven stukken - aan de herkomst en betrouwbaarheid waarvan in redelijkheid niet kan worden getwijfeld - moet worden afgeleid dat de verdachte ten tijde van de behandeling van zijn zaak in hoger beroep uit anderen hoofde was gedetineerd, zodat de beslissing van het Hof om verstek tegen de verdachte te verlenen, achteraf bezien, onjuist was.1.
5. In aanmerking genomen het grote belang van de verdachte om bij de behandeling van zijn zaak aanwezig te zijn, brengt het vorenoverwogene mee dat de verdachte de mogelijkheid dient te hebben om zijn zaak alsnog in hoger beroep in zijn tegenwoordigheid te doen behandelen. Dit brengt mee dat het bestreden arrest moet worden vernietigd en dat de zaak moet worden teruggewezen opdat deze op het bestaande beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
6. Deze conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaalbij de Hoge Raad der Nederlanden
Waarnemend A-G
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 17‑09‑2013