V-N 2016/17.14
Latere verkoopprijs van panden is bepalend voor waardering in box 3
HR 18-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:426, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 maart 2016
- Magistraten
Koopman, Schaap, Wortel
- Zaaknummer
14/06266
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923197:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:426, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:55, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 04‑02‑2016
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 Wet RO, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Samenvatting
De heer X is vanaf 2005 eigenaar van een aantal panden. In april 2009 verkoopt X de panden voor € 3.650.000. In zijn IB-aangiften over 2005 tot en met 2009 waardeerde X de panden aanmerkelijk lager. Na een boekenonderzoek legt de inspecteur aan X navorderingsaanslagen op over de jaren 2005 tot en met 2009. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.