Wet inkomstenbelasting 2001
Einde inhoudsopgave
Wet inkomstenbelasting 2001:Artikel 8.18 Alleenstaande ouderenkorting
Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel 8.18 Alleenstaande ouderenkorting
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 32714 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: 2023-0000270123)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 32714 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: 2023-0000270123)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
1.
De alleenstaande ouderenkorting geldt voor de belastingplichtige indien hij in het kalenderjaar in aanmerking komt voor een uitkering als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet, of daarvoor in aanmerking zou komen indien hij zou voldoen aan de voorwaarde van artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene Ouderdomswet.
2
De alleenstaande ouderenkorting bedraagt € 524.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.