Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2020/1503 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn (EU) 2019/1937
Artikel 1 Onderwerp, toepassingsgebied en vrijstellingen
Geldend
Geldend vanaf 09-11-2020
- Bronpublicatie:
07-10-2020, PbEU 2020, L 347 (uitgifte: 20-10-2020, regelingnummer: 2020/1503)
- Inwerkingtreding
09-11-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2020, PbEU 2020, L 347 (uitgifte: 20-10-2020, regelingnummer: 2020/1503)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
1.
Bij deze verordening worden uniforme vereisten vastgesteld voor de verlening van crowdfundingdiensten, voor de organisatie van, de vergunningverlening aan, en het toezicht op crowdfundingdienstverleners, voor de exploitatie van crowdfundingplatforms, alsmede voor de transparantie en publicitaire mededelingen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten in de Unie.
2.
Deze verordening is niet van toepassing op:
- a)
crowdfundingdiensten die worden verleend aan projecteigenaren die consumenten zijn als gedefinieerd in artikel 3, onder a), van Richtlijn 2008/48/EG;
- b)
andere diensten die verband houden met de in artikel 2, lid 1, onder a), gedefinieerde diensten en die overeenkomstig nationaal recht worden verleend;
- c)
crowdfundingaanbiedingen met een tegenwaarde van meer dan 5 000 000 EUR, berekend over een periode van twaalf maanden als de som van:
- i)
de totale tegenwaarde van de door een bepaalde projecteigenaar gedane aanbiedingen van effecten en voor crowdfunding toegelaten instrumenten als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder m) en n), van deze verordening en de bedragen die door middel van leningen via een crowdfundingplatform door deze projecteigenaar zijn bijeengebracht, en
- ii)
3.
Tenzij een crowdfundingdienstverlener, een projecteigenaar of een belegger over een vergunning als kredietinstelling overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2013/36/EU beschikt, passen de lidstaten de nationale vereisten tot uitvoering van artikel 9, lid 1, van die richtlijn niet toe en zorgen zij ervoor dat nationaal recht geen vergunning als kredietinstelling of enige andere individuele vergunning, vrijstelling of ontheffing in samenhang met de verlening van crowdfundingdiensten vereist in de volgende situaties:
- a)
voor projecteigenaren die met betrekking tot door de crowdfundingdienstverlener gefaciliteerde leningen gelden van beleggers aanvaarden, of
- b)
voor beleggers die aan projecteigenaren door de crowdfundingdienstverlener gefaciliteerde leningen verstrekken.