Einde inhoudsopgave
Alcoholwet
Artikel 42a [Gebruik van fictieve identiteit]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
16-12-2020, Stb. 2021, 26 (uitgifte: 28-01-2021, kamerstukken: 35337)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-06-2021, Stb. 2021, 269 (uitgifte: 10-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Horecarecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De in artikel 41, eerste lid, onder a, bedoelde ambtenaren zijn bevoegd tot het sluiten van een verkoopovereenkomst als bedoeld in artikel 20a, vierde lid, onder verstrekking van onjuiste of onvolledige gegevens met betrekking tot hun naam, adres en leeftijd, voor zover dat voor de vervulling van hun taken dringend noodzakelijk is. Zij brengen degene die alcoholhoudende drank te koop aanbiedt of verkoopt in het kader van verkoop op afstand niet tot andere overtredingen dan waarop diens opzet reeds was gericht. Artikel 5:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
2.
De ambtenaar die gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, maakt daarvan op zijn ambtseed of -belofte een schriftelijk verslag op waarin hij vermeldt:
- a.
zijn naam of nummer en zijn hoedanigheid;
- b.
de motivering van de dringende noodzaak, bedoeld in het eerste lid;
- c.
het adres, waaronder indien van toepassing het elektronische adres, en, voor zover bekend, de omschrijving van de desbetreffende aanbieder of verkoper van alcoholhoudende drank op afstand;
- d.
de onjuiste of onvolledige gegevens die bij het verrichten van de handelingen zijn verstrekt;
- e.
de wijze waarop en het tijdvak waarin de handelingen hebben plaatsgevonden;
- f.
hetgeen tijdens het onderzoek is verricht, gebleken en overigens is voorgevallen.