RvdW 2016/822
Art. 81 lid 1 RO. Contractenrecht. Ontbinding huurovereenkomst bedrijfsruimte wegens huurachterstand. Is ontbinding gerechtvaardigd? Art. 6:265 BW.
HR 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1455
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juli 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/02300
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1455, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:351, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑04‑2016
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Contractenrecht. Ontbinding huurovereenkomst bedrijfsruimte wegens huurachterstand. Is ontbinding gerechtvaardigd? Art. 6:265 BW.
Partij(en)
Arrest in de zaak van
[Eiser], eiser tot cassatie, adv.: mr. H.J.W. Alt,
tegen
Stichting Staedion, te Den Haag, verweerster in cassatie, adv.: mr. M.E.M.G. Peletier.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.H. Wissink:
Deze zaak betreft een huurovereenkomst met betrekking tot een bedrijfsruimte die is ontbonden wegens huurachterstand. In cassatie is aan de orde of de vraag of de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis de ontbinding met haar gevolgen rechtvaardigt, volgens de juiste ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.