Zie HR 30 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH3704, NJ 2009/495.
HR, 19-04-2016, nr. 15/02677
ECLI:NL:HR:2016:692
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19-04-2016
- Zaaknummer
15/02677
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2016:692, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑2016; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHARL:2015:3608, Bekrachtiging/bevestiging
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:280, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2016:280, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑2016
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:692, Gevolgd
- Vindplaatsen
Uitspraak 19‑04‑2016
Inhoudsindicatie
Mensenhandel 273f Sr. HR: 81.1 RO. Samenhang met 15/02678.
Partij(en)
19 april 2016
Strafkamer
nr. S 15/02677
AGE/ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 22 mei 2015, nummer 21/001887-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft V.A. Groeneveld, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Namens de benadeelde partij [betrokkene 1] heeft M. Pals, advocaat te Arnhem, een verweerschrift ingediend.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 april 2016.
Conclusie 23‑02‑2016
Inhoudsindicatie
Mensenhandel 273f Sr. HR: 81.1 RO. Samenhang met 15/02678.
Nr. 15/02677 Zitting: 23 februari 2016 | Mr. T.N.B.M. Spronken Conclusie inzake: [verdachte] |
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, heeft de verdachte bij arrest van 22 mei 2015 wegens, onder meer, “mensenhandel, meermalen gepleegd” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren. Tevens heeft het hof de vorderingen van twee benadeelde partijen toegewezen tot bedragen van, respectievelijk, € 30.698,82 en € 12.550,00.
Deze zaak hangt samen met de onder nr. 15/02678 bij de Hoge Raad aanhangige zaak, waarin ik vandaag eveneens zal concluderen.
Namens de verdachte heeft mr. V.A. Groeneveld, advocaat te Amsterdam, vier middelen van cassatie voorgesteld. Mw. mr. M. Pals, advocaat te Arnhem, heeft namens benadeelde partij [betrokkene 1] een verweerschrift ingediend.
Het eerste middel bevat de klacht dat de bewezenverklaring van feit 1 niet voldoet aan het bewijsminimum van art. 342, tweede lid, Sv, omdat de bewezenverklaring in “overgrote mate” steunt op de verklaringen van de aangeefsters, althans dat het hof niet toereikend heeft gerespondeerd op een in dit verband door de verdediging ingenomen uitdrukkelijk onderbouwd standpunt.
Ten laste van de verdachte is onder 1 bewezenverklaard dat:
“hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 juli 2010 in de gemeente Nijmegen,
een ander, genaamd [betrokkene 1] ,
(lid 1, onder 1)
(telkens) door geweld en door dreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft vervoerd met het oogmerk van uitbuiting van [betrokkene 1] ,
en
(lid 1, onder 4)
(telkens) met een of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde middelen, te weten door geweld en door dreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van de kwetsbare positie, [betrokkene 1] , heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
en
(lid 1, onder 6)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting in de prostitutie van [betrokkene 1] ,
en
(lid 1, onder 9)
(telkens) een ander, genaamd [betrokkene 1] , door geweld en door dreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie [betrokkene 1] , heeft gedwongen dan wel bewogen, verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handeling(en) met of voor een derde,
immers is/heeft hij, verdachte, (telkens):
- terwijl [betrokkene 1] verslaafd was aan drugs
- een (liefdes)relatie aangegaan met [betrokkene 1] en
- [betrokkene 1] bedreigd met o.a. de woorden “je brengt maar geld, anders krijg je klappen” en tegen [betrokkene 1] gezegd dat hij haar kapot zou maken en
- [betrokkene 1] meerdere malen mishandeld (door op het achterhoofd te slaan) en
- [betrokkene 1] met de auto naar de tippelzone gebracht en opgehaald en
- (terwijl [betrokkene 1] een klant had) in de buurt en/of de nabijheid van [betrokkene 1] gebleven en/of de hele avond in de nabijheid van de tippelzone De Baan gebleven en/of [betrokkene 1] voortdurend “gecontroleerd” terwijl ze aan het werk was en
- [betrokkene 1] bewogen om het door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende geld aan hem af te geven en
- [betrokkene 1] drugs (cocaïne) gegeven en
- [betrokkene 1] bewogen/gedwongen om elke dag te werken en/of lange werkdagen te maken en
- [betrokkene 1] gedwongen om door te werken terwijl ze zwanger was en
- aldus en/of op enigerlei (andere) wijze in de communicatieve en/of feitelijke omgang met [betrokkene 1] een situatie gecreëerd en/of in stand gehouden, waarin verdachte door de feitelijke omstandigheden een overwicht verkreeg over [betrokkene 1] en/of misbruik heeft gemaakt van het uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht dat verdachte over [betrokkene 1] had en
- door welke feiten en omstandigheden voor [betrokkene 1] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte heeft kunnen bieden.”
6. Het hof heeft deze bewezenverklaring doen steunen op de volgende - met weglating van voetnoten weergegeven - bewijsvoering:
“Bewijsoverweging
Inleiding
Het hof geeft onderstaand eerst een overzicht van de relevante bewijsmiddelen, waarvan de redengevende onderdelen voor het bewijs worden gebruikt. Vervolgens wordt de beoordeling door het hof van de tenlastelegging besproken.
De advocaat-generaal heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van de feiten 1,2, 4 en 5, de raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van die feiten.
Bewijsmiddelen
Feit 1: [betrokkene 1] (ziet tevens op de feiten 4 en 5)
Verbalisanten hebben op 10 januari 2012 het volgende gerelateerd - zakelijk weergegeven -:
Op 10 januari 2012 hielden verbalisanten een informatief gesprek met [betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] . Zij vertelde ons het volgende:
dat zij [verdachte] leerde kennen op de tippelzone in Nijmegen;
dat zij daar toen werkte als prostituee;
dat zij een relatie kreeg met [verdachte] ;
dat zij toen is gestopt met haar werk als prostituee;
dat het begin van hun relatie goed was;
dat dit slechts een paar weken duurde;
dat [verdachte] toen geld nodig had voor zijn auto, een VW Bora;
dat [verdachte] het toen financieel moeilijk had omdat hij een lage uitkering had;
dat [verdachte] haar verzocht weer te gaan tippelen op De Baan in Nijmegen;
dat zij eigenlijk niet wilde;
dat [verdachte] het geld wat zij verdiende met tippelen in zijn eigen zak stopte;
dat als zij een klant had gehad zij het geld aan [verdachte] moest geven;
dat zij ook in de prostitutie moest werken van hem terwijl zij zwanger was;
dat [verdachte] haar onder druk zette als zij niet wilde gaan tippelen voor geld;
dat [verdachte] dan zei dat hij haar kapot zou maken en dat zij haar kind niet meer te zien
zou krijgen;
dat hij haar leven bepaalde en haar 24 uur op de lip zat;
dat zij drugs gebruikte in die tijd;
dat [verdachte] drugs gebruikte;
dat hij haar heeft mishandeld;
dat hij daar dan achter op het hoofd sloeg omdat men dan geen verwondingen kon zien.
Aangeefster [betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] , heeft op 2 februari 2012 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik doe aangifte tegen [verdachte] . Hij heeft mij noodgedwongen laten werken in de prostitutie. Met noodgedwongen bedoel ik dat ik echt moest werken en dat hij het geld van mij eiste. Hij wou gewoon het geld elke keer van mij. Ik heb pakweg negen à tien maanden voor hem gewerkt. Ik heb [verdachte] leren kennen op de tippelzone, pakweg tweeënhalf jaar geleden. [verdachte] was in het begin heel aardig. Als ik het koud had, mocht ik in zijn auto zitten. En hij reed ook meisjes rond naar de dealer. Voordat ik [verdachte] leerde kennen, was mijn financiële situatie veel beter. Ik kon doen wat ik wilde met het geld. Ik kocht regelmatig kleding. Ik kwam niks tekort. Ik heb een zwaar verleden gehad. Ik kan sowieso moeilijk nee zeggen. Ik was verslaafd aan cocaïne. Wij woonden die tijd bij [betrokkene 2] en [betrokkene 3] . Dat was in de Voorstenkamp. In het begin was het wel gezellig. Al snel kwam zijn ware aard omhoog. Wij hadden gelijk, pakweg de tweede maand, al fikse ruzies. Wij kregen ruzie over geld, waar dat dan was gebleven. Maar daar kreeg ik nooit antwoord op. Al het geld wat ik van een klant kreeg, bracht ik naar de auto. Dat hadden we toen afgesproken. Dat ik elke keer naar de auto moest komen om het geld te brengen. Een bolletje kost 20 euro en daar kan ik uren mee doen. Ja en als je dat rookt ben je ook een beetje onder invloed. Daar denk je dan niet over na. Eigenlijk ging het verdienen zo snel, dat ik niet in de gaten kon houden wat ik verdiende. Als ik dan ’s avonds vroeg waar het geld gebleven was, dan kreeg ik daar een grote mond op. Daar mocht ik van [verdachte] gewoon niet over praten. Dan begon hij te schelden en ik moest mijn mond houden. Vanwege mijn zwangerschap ben ik gestopt met het werken als prostituee. Ik moet er wel bij zeggen dat ik toen de eerste paar maanden met mijn kind in mijn buik op De Baan ben blijven werken. Wat ik eigenlijk niet wou. Daarmee wil ik zeggen dat [verdachte] geld wou. Dat ik door [verdachte] onder druk stond. Daarmee bedoel ik dat hij elke keer geld van mij eiste. Ik was verslaafd. Hij zei: “Je brengt maar geld anders krijg je klappen”. Ik heb dagen gehad dat ik niet wilde werken. Dat ik in de middag al zei dat ik niet wilde werken. We kregen dan ruzie. Hij gaf mij dan klappen. Hij sloeg mij altijd op mijn achterhoofd, omdat ik dan geen blauwe plekken kreeg. Dat het niet zichtbaar werd.
Aangeefster [betrokkene 1] heeft op 5 april 2012 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Mijn dochtertje [betrokkene 4] is geboren op [geboortedatum] 2010. Toen had ik pakweg twee jaar, tweeënhalf jaar een relatie met [verdachte] . Ik was in ieder geval langer dan zes maanden zwanger toen ik stopte met het werken in de prostitutie. Van de financiële situatie van [verdachte] weet ik dat hij een uitkering had en mijn geld. Hij eiste gewoon mijn geld. Ook omdat ik een beetje verslaafd en labiel was, lukte het me niet om hem weg te wuiven. In de periode dat ik met [verdachte] een relatie had, werkte ik elke dag als prostituee op De Baan in Nijmegen. Van acht tot twee is De Baan open. Maar meestal tot een uur, half twee. Ik bedoel van acht uur ’s avonds tot ’s nachts. Het was verschillend hoeveel klanten ik gemiddeld per avond op De Baan ontving. Vijf, acht, soms tien. Op een slechte avond is het soms vijf klanten. Als ik op de Baan werkte was [verdachte] achter de muur van De Baan zelf. Daar heb je zo’n spleet in de muur waar hij dan doorheen keek. Daar kon hij alles goed in de gaten houden. [verdachte] die bracht mij en haalde mij ook weer op van De Baan. In bet begin kwam hij wel eens op De Baan. Toen heeft hij wel eens een waarschuwing gehad van de politie. Later bleef hij bij die muur, bij dat hek en daar bleef hij dan gewoon staan. De hele avond. [verdachte] was op De Baan om mijn geld te ontvangen. Het geld dat ik van een klant kreeg moest ik aan [verdachte] geven. En anders kreeg ik weer klappen achter op mijn hoofd. Al het geld dat ik van de klant ontving, gaf ik aan [verdachte] . Dat geld gaf ik hem, anders mishandelde hij mij weer. Met het geld dat ik aan [verdachte] gaf, haalde hij een of twee bolletjes voor mij. En de rest stak hij in zijn zak. Met bolletjes bedoel ik witte cocaïne. Als ik zei dat ik niet wilde werken, begon [verdachte] te schelden en te schreeuwen dat ik moest gaan. Dat hij geld moest hebben. En als ik er tegen in ging dan begonnen de mishandelingen weer. Ik kwam er toen achter dat ik zwanger was. Hij dwong mij om gewoon door te werken. Hij heeft mij toen ook gewoon mishandeld, terwijl ik zwanger was.
Aangeefster [betrokkene 1] heeft op 12 april 2012 als volgt verklaard - zakelijke weergegeven -:
[verdachte] mishandelde mij wel vier à vijf keer in de week. Hij sloeg mij altijd op mijn achterhoofd. Hij mishandelde mij als ik niet genoeg geld had verdiend. Ik had altijd grote bulten op mijn hoofd. Andere inkomsten die [verdachte] had was van het zwart taxi rijden.
Aangeefster [betrokkene 1] heeft op 16 september 2014 ten overstaan van de raadsheer-commissaris verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik bleef bij verdachte vanwege mijn verslaving. Hij haalde altijd coke. Ik was afhankelijk van hem. Hij heeft zelf kennissen die dealers zijn. Op een gegeven moment regelde hij het via hun.
Verbalisanten hebben op 25 februari 2010 het volgende bevonden - zakelijk weergegeven -:
Op 25 februari 2010 omstreeks 01.00 uur hebben wij een onderzoek ingesteld waarbij het volgende is bevonden. Wij hebben op De Baan (locatie: straatprostitutie), Nieuwe Marktstraat te Nijmegen met onderstaande betrokkene [betrokkene 1] gesproken. Wij hoorden haar verklaren dat het niet goed gaat tussen haar en [verdachte] , onderstaande betrokkene [verdachte] . Ze verklaarde dat ze bedreigd wordt door hem en mishandeld. Dat ze al haar geld aan hem moet afstaan dat zij verdient met de prostitutie. Dat [verdachte] nu bij de zus van [betrokkene 1] in de auto zou zitten, aan de andere kant van het hek bij De Baan, terwijl haar zus en zij dit niet wilden hebben. Hierop zijn wij omgereden en troffen [verdachte] en de zus van [betrokkene 1] in de personenauto van de zus. Vervolgens is [betrokkene 1] met haar vertrokken naar de woning van deze zus op de [a-straat 1] te Nijmegen. Vervolgens hebben wij met [verdachte] een gesprek proberen te voeren, maar dit lukte maar half omdat hij het niet begreep of wilde begrijpen. Wij hoorden dat hij moeilijk bleef doen over geld dat hij nog van [betrokkene 1] zou krijgen. Wij zagen en hoorden dat hij agressief en erg grof deed als hij over [betrokkene 1] sprak. Wij hoorden dat [verdachte] steeds indirecte bedreigingen uitsprak die gericht waren tegen [betrokkene 1] . Wij hoorden hem onder andere verklaren dat hij haar zou gaan opzoeken bij haar zus vanavond om het geld te halen, te weten 100 euro en anders zou hij het wel op een andere manier regelen. Wij zijn direct naar de Leuvensbroek gereden. Wij zagen dat binnen vijf minuten [verdachte] de straat in gereden kwam. Betrokkene: [betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] en [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] .
De zus van aangeefster, [betrokkene 5] , heeft op 16 februari 2010 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik ben de oudere zus van [betrokkene 1] . Ik wil graag een verklaring afleggen omdat het niet goed gaat tussen [betrokkene 1] en haar vriend [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte). Ik weet dat [betrokkene 1] op de Voorstenkamp woont. Daar wonen ook ene [betrokkene 2] en ene [betrokkene 3] . Ik spreek [betrokkene 1] dus regelmatig en zij vertelt mij wat er haar allemaal overkomt. Zij heeft al een tijdje een relatie met [verdachte] en nu zegt [betrokkene 1] dat zij regelmatig wordt geslagen door hem. [betrokkene 1] werkt op De Baan als prostituee en is verslaafd. [betrokkene 1] heeft mij in de afgelopen vier à vijf weken verteld dat zij op haar kop geslagen wordt door [verdachte] . [betrokkene 1] heb ik horen zeggen dat [verdachte] haar slaat omdat zij soms te weinig verdiend had op De Baan als prostituee. [verdachte] heeft een Volkswagen Bora van zijn broer gekocht en heeft nog een schuld bij hem van een paar duizend euro. Nu wil hij dat [betrokkene 1] gaat werken en de schuld terug verdient in de prostitutie. Als zij dit niet doet of zegt dat ze niet wilt, dan slaat hij haar. Hij slaat dan tegen haar achterhoofd, omdat de blauwe plekken dan niet te zien zijn. Dit zou al meerdere malen zijn voorgevallen. [betrokkene 1] vertelt mij dat ze echt doodsbang is voor [verdachte] en dat ze geen aangifte durft te doen. Hij heeft namelijk ook al gezegd dat hij zelf of zijn familie haar te pakken zouden krijgen.
De zus van aangeefster, [betrokkene 5] , heeft op 25 juni 2013 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
[betrokkene 1] is mijn zusje. [betrokkene 1] heeft een drugsprobleem. [verdachte] heeft haar misbruikt. [betrokkene 1] vertelde mij dat hij haar verdiensten afnam. Hij had toen heel veel geld van [betrokkene 1] meegenomen naar Turkije om babykleding te kopen daar. Hij had zes sokjes, een rompertje en slabbetje meegenomen uit Turkije. Hij had van [betrokkene 1] toen hij vertrok honderden euro’s meegenomen van haar. Ook had [betrokkene 1] zijn reis naar Turkije betaald. De auto die [verdachte] toen reed, dat was een Bora, die had hij van zijn broer. Hij loste steeds een bedrag af bij zijn broer. Dit geld kwam van de verdiensten van [betrokkene 1] . Ook als er wat met die auto was, en bijvoorbeeld de velgen, werd door het geld van [betrokkene 1] gekocht. Ik weet ook van [betrokkene 1] en van [verdachte] dat [verdachte] van zijn uitkering drugs kocht. [betrokkene 1] moest dit dan terugbetalen. [betrokkene 1] moest veel meer terugbetalen aan [verdachte] . Dit kwam ook omdat [betrokkene 1] ook wel vergat hoeveel zij [verdachte] terug moest betalen. [verdachte] vroeg steeds meer terug. [verdachte] bracht [betrokkene 1] naar De Baan. Ik weet dat [verdachte] [betrokkene 1] heel vaak sloeg. Ze had gewoon vochtblazen op haar hoofd. Hij sloeg haar altijd op haar hoofd. Ze had ook regelmatig blauwe plekken op haar armen. Hij houdt [betrokkene 1] 24 uur in de gaten. Heel veel klanten zijn ook bang voor hem en worden bedreigd door hem. [betrokkene 1] is altijd al bang geweest voor [verdachte] . [betrokkene 1] was ook bang dat ze uit haar flatje moest als er weer overlast was geweest of dat hij haar weer had geslagen. [verdachte] is heel erg bepalend. [betrokkene 1] moet doen wat hij zegt. Hij bedreigde haar ook via Iriszorg. Hij zei dan dat hij het tegen Aafje van Iriszorg zou vertellen.
De moeder van aangeefster, [betrokkene 6] , heeft op 18 juni 2013 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
[verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) sloeg [betrokkene 1] als ze niet genoeg klanten had in de prostitutie. Ik weet van [betrokkene 1] dat [verdachte] al haar geld afpakte van de prostitutie en haar sloeg. [betrokkene 1] moest toen zij 7,5 maand zwanger was, nog tippelen van [verdachte] . In het begin ontdekte ik dat [betrokkene 1] werd mishandeld door [verdachte] . Later gaf ze dat toe dat ze wel werd geslagen. Ik heb en keer een blauw oog bij [betrokkene 1] gezien in de tijd dat ze allebei bij mij over de vloer kwamen. [betrokkene 1] vertelde mij dat [verdachte] haar meestal op haar hoofd sloeg zodat je dan niets zag. Ik voelde dan ook wel de bulten op haar hoofd. Naderhand kwam alles eruit bij [betrokkene 1] en vertelde ze mij dat ze bang voor [verdachte] was. [verdachte] had altijd drugs bij zich. Hij gebruikte zelf ook. Hij gaf dan een beetje aan [betrokkene 1] en [betrokkene 1] moest dan haar geld afstaan. [betrokkene 1] heeft mij dit allemaal verteld. [betrokkene 1] was erg verslaafd. [betrokkene 1] moest alles afgeven. De drugs kreeg ze van [verdachte] .
[betrokkene 7], toezichthouder, heeft op 8 oktober 2013 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik ben als toezichthouder werkzaam bij de Directie Stadsbedrijven, bureau toezicht van de gemeente Nijmegen. Mijn taak is het houden van toezicht op de veiligheid in en om de loods op de Nieuwe Marktstraat te Nijmegen. Deze plek is aangewezen als werkplek voor prostituees. Door mijn werk heb ik veel contact met prostituees die op de Nieuwe Marktstraat werken. Ook werden er door mij zogenaamde “Logstaten” bijgehouden. Hierin werden eventuele bijzonderheden vermeld die zich voordeden tijdens mijn werkzaamheden. [betrokkene 1] (het hof begrijpt: aangeefster) is een prostituee die op De Baan, de tippelzone, werkte waar ik toezicht houd. [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) was haar chauffeur en hij ving veel geld van haar. Dat is wat [betrokkene 1] mij elke keer vertelde. Het zou gaan om ongeveer een bedrag van 200 euro per dag. Op een gegeven moment merk je dat iemand gaat klagen. Ik hoor [betrokkene 1] dan bijvoorbeeld door de telefoon zeggen: “Ja, ik kom zo met het geld” en klagen tegen mij. Dat [verdachte] steeds meer geld wil hebben en dat werd gaandeweg steeds erger. [verdachte] moest ook altijd geld van [betrokkene 1] hebben voor de reparatie van zijn auto. Ik heb [verdachte] een keer tegen [betrokkene 1] horen zeggen dat hij geld moest hebben van [betrokkene 1] voor een dergelijke reparatie. Mij wordt een Logstaat voorgehouden van de datum 28 januari 2010 waarin onder andere het volgende staat vermeld: “ [betrokkene 1] klopt op de deur en ziet er gehavend uit. Haar uitbuiter heeft haar hard op het hoofd geslagen en aan haar haren getrokken, bulten op haar hoofd en loshangende plukken duidelijk waarneembaar, naast haar totaal ontredderde toestand. Zij vertelde dat ze terug aan het werk was gestuurd en uit de rijdende auto was geduwd, beschadigingen aan haar laarzen duidelijk waarneembaar. Ook vertelde zij dat ze in paniek 112 had gebeld”. Ik kom erbij dat haar uitbuiter dit had gedaan, omdat ze me dat vertelde en omdat er maar één auto was waar [betrokkene 1] mee meereed en dat was die van [verdachte] . Met haar uitbuiter bedoel ik [verdachte] . Het woord uitbuiter komt van mij. Omdat het geld dat [verdachte] van [betrokkene 1] kreeg een berg geld is vergeleken met wat [verdachte] voor [betrokkene 1] deed. Dat vertelde [betrokkene 1] mij. Mij wordt een Logstaat voorgehouden met de datum 8 juli 2010 waarin staat vermeld: “ [verdachte] komt op De Baan om [betrokkene 1] haar paspoort te geven, dat hij van haar had afgenomen. Zij moest hem echter eerst wel geld geven, (mensenhandel?)”. Dit heb ik zelf gehoord en gezien. [betrokkene 1] vertelde mij dat ze haar paspoort terug kon krijgen van [verdachte] . Dat ze daar geld voor moest geven aan [verdachte] . Vervolgens heb ik die transactie waargenomen. Ik zag namelijk dat [betrokkene 1] papier dat leek op bankbiljetten aan [verdachte] gaf waarna [verdachte] haar een paspoort gaf. [verdachte] had op een gegeven moment een dure auto in de periode dat hij samen met [betrokkene 1] was. Het was een VW Bora. Hij reed daar altijd in. Ook droeg [verdachte] telkens nieuwe dure sportschoenen. [verdachte] was hele avonden nabij De Baan. [verdachte] stond van 20.00 uur tot 02.00 uur net buiten De Baan. Hij wachtte daar op geld van [betrokkene 1] dat ze in de prostitutie verdiende. Ik weet dat omdat [betrokkene 1] mij dat vertelde. Ze vertelde mij dat [verdachte] steeds meer geld van haar wilde. Rond 2009 kwam [verdachte] in beeld.
[betrokkene 2] heeft op 17 oktober 2013 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik kende [betrokkene 1] al van de tippelzone. Als [verdachte] niet in de buurt was, dan kon je goed met [betrokkene 1] praten en dat stortte zij haar hart bij je uit. Als [verdachte] er bij was, dan zei ze niets meer. [verdachte] kwam toen met de vraag of er nog een kamertje bij mij was voor [betrokkene 1] . Het was een kamertje op de Voorstenkamp. [verdachte] kwam er samen met [betrokkene 1] wonen. Ik heb [betrokkene 1] diverse malen gevraagd om de huur te betalen. [betrokkene 1] zei dan dat ze wel wilde betalen, maar dat ze niet kon betalen omdat [verdachte] haar geld had. [verdachte] gaf [betrokkene 1] ’s avonds geen drugs meer en dan bewaarde hij een bolletje coke. Als [betrokkene 1] dan ’s ochtends nuchter was en niet wilde, dan gaf hij haar dit bolletje en dan was ze weer helemaal te hebben. [verdachte] reed later in een dure Volkswagen Bora. Hij had deze auto gekocht van zijn broer en hij moest 300 euro per week afbetalen. Ik hoorde ze ’s nachts vaak schreeuwen. [verdachte] zei altijd dat hij geen geld had en [betrokkene 1] eiste haar geld op en daar ging de ruzie dan over. [verdachte] dreigde [betrokkene 1] te gaan slaan en [betrokkene 3] is er toen tussen gesprongen. Als [betrokkene 1] een klant had gehad, dan zag ik dat ze naar de auto liep waar [verdachte] in zat en ze gaf dan het geld aan [verdachte] . Ik zag wel dat [betrokkene 1] op De Baan gebruikte en dat [verdachte] reed om dat spul te halen.
Verbalisant heeft op 11 december 2014 het volgende gerelateerd - zakelijk weergegeven -:
Ik heb binnen de politieadministratie onderzoek gedaan naar logstaten van de gemeente Nijmegen waar betrokkene [betrokkene 1] in wordt vernoemd. Het betreft hier logstaten die door toezichthouderes van de gemeente Nijmegen zijn opgemaakt naar aanleiding van bijzonderheden op de tippelzone aan de Nieuwe Markstraat te Nijmegen. De logstaten zijn als bijlagen bij dit proces-verbaal gevoegd.
Een schriftelijk bescheid, te weten een Logstaat Gemeente Nijmegen Tippelzone, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Maandag 8 februari 2010.
Bijzonderheden:
Tussen [betrokkene 1] en haar vriend gaat het niet zo lekker, hou het in de gaten.
Een schriftelijk bescheid, te weten een Logstaat Gemeente Nijmegen Tippelzone, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Dinsdag 16 februari 2010.
Bijzonderheden:
Vriend van [betrokkene 1] aangesproken dat hij niet op De Baan stil mag staan.
Een schriftelijk bescheid, te weten een Logstaat Gemeente Nijmegen Tippelzone, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Vrijdag 23 juli 2010.
Bijzonderheden:
De huiskamer meldt mij dat [betrokkene 1] zwanger is en daarom niet meer mag werken, eerst zullen zij nog een gesprek met haar hebben om haar dat uit te leggen.
Verbalisant heeft op 5 december 2014 het volgende gerelateerd - zakelijk weergegeven -:
Bij Iriszorg te Nijmegen, de Cirkel, heb ik navraag gedaan naar de aanwezigheidsregistratie op de tippelzone aan de Nieuwe Marktstraat te Nijmegen ten aanzien van betrokkene [betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats]. Op 25 november 2014 werd door een medewerkster van Iriszorg, [betrokkene 8], per mail gereageerd. Zij gaf in deze mail diverse data door. Betreffende mail is als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd. Vervolgens sprak ik op 26 november 2014 telefonisch met genoemde [betrokkene 8]. Zij gaf aan dat de registratie het bezoek van prostituees aan de huiskamer op de tippelzone betrof.
Een schriftelijk bescheid, te weten een e-mailbericht van [betrokkene 8] van 25 november 2014, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Wbt de uren bij de Cirkel [betrokkene 1] .
2010
Jan. 1 t/m 31
Febr. 1 t/m 28
Mrt. 1 t/m 31
April 1 t/m 30
Mei 1 t/m 31
Juni 1 t/m 28 + 30
Juli 1 t/m 4, 6 t/m 8, 13, 15 t/m 17, 21 t/m 23
2011
Jan. t/m juli niet geweest
Verdachte heeft op 15 oktober 2013 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
[betrokkene 1] is mijn ex-vriendin. Op Valentijnsdag in 2009 heb ik met [betrokkene 1] verkering gekregen. De relatie heeft tot afgelopen jaar 2012 geduurd. (Op de vraag: Wat was jouw rol bij het prostitutiewerk van [betrokkene 1] ?) Ik reed voor [betrokkene 1] . Ik reed met [betrokkene 1] naar de dealers. Op den duur gaf zij al het geld aan mij. (Op de vraag: Hoeveel dagen in de week ging [betrokkene 1] naar De Baan?) Zeven dagen in de week, 28 dagen in de maand. (Op de vraag: Hoe vaak daarvan was jij er ook bij?) Dag in dag uit. (Op de vraag: Wat deed jij dan in die tijd?) Of ik ben bij de friettent op het Joris Ivensplein of ik ben achter het muurtje. Daar stond ik te wachten op [betrokkene 1] . De werktijden van [betrokkene 1] op De Baan waren van 20.00 tot 02.00 uur. Het ligt er aan hoeveel ze verdiende. Als ze jackpotavonden had, dan ging ze al om half 1 weg. Tijdens onze relatie bracht ik [betrokkene 1] naar De Baan. Ik haalde haar weer op.
Verdachte heeft ter zitting van het hof op 29 april 2015 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Toen [betrokkene 1] een paar maanden zwanger was, wist ik van de zwangerschap.
(…)
Oordeel hof
Feit 1
Uit de verklaring van aangeefster [betrokkene 1] volgt dat verdachte haar heeft gedwongen, dan wel bewogen te werken in de prostitutie en haar geld aan hem af te dragen. Hij bedreigde haar of gebruikte geweld als ze niet wilde werken of als ze te weinig verdiende. Als gevolg van (onder meer) haar verslaving was ze niet goed in staat om weerstand tegen verdachte te bieden. Zij was afhankelijk van hem, omdat hij degene was die drugs voor haar ophaalde. De verklaring van aangeefster dat verdachte geweld tegen haar gebruikte vindt bevestiging in ander bewijsmateriaal. De moeder van aangeefster heeft verklaard dat zij van aangeefster hoorde dat zij mishandeld werd door verdachte en dat zij (de moeder) bulten op het hoofd van aangeefster voelde. Verder heeft toezichthouder [betrokkene 7], blijkens de door hem opgestelde logstaat van 28 januari 2010, waargenomen dat aangeefster er toen gehavend uitzag, bulten op haar hoofd had en loshangende plukken haar had. Van aangeefster hoorde hij dat ze (door haar uitbuiter) terug aan het werk was gestuurd en uit een rijdende auto was geduwd. Verbalisanten hebben op 25 februari 2010 (dus ver voordat er aangifte werd gedaan) van (de latere) aangeefster gehoord dat zij bedreigd en mishandeld werd door verdachte en dat ze al haar geld aan hem moest afstaan. Verbalisanten spraken dezelfde nacht nog met verdachte en hoorde dat hij agressief en grof sprak over (de latere) aangeefster. Verbalisanten hoorden dat verdachte zei dat hij aangeefster bij haar zus zou gaan opzoeken om het geld (100 euro) te halen en het anders wel op een andere manier te regelen.
De verklaring van aangeefster dat zij moest werken om (reparaties aan) de auto van verdachte te financieren, vindt bevestiging in de verklaring van toezichthouder [betrokkene 7]. Hij heeft verklaard dat hij hoorde dat aangeefster ging klagen dat verdachte steeds meer geld wilde hebben en dat hij verdachte heeft horen zeggen tegen aangeefster dat hij geld nodig had voor een reparatie van zijn auto. [betrokkene 2] heeft bij de politie verklaard dat aangeefster tegen hem zei dat ze de huur niet kon betalen, omdat verdachte haar geld had.
Naar het oordeel van het hof vinden de verklaringen van aangeefster dat verdachte haar door geweld, bedreiging met geweld, misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht heeft gedwongen dan wel bewogen zich te prostitueren en haar geld af te staan zodanige steun in ander bewijsmateriaal dat de onderdelen van de tenlastelegging (artikel 273f lid 1 onder 4, 6 en 9 Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr)) waarop die verklaringen betrekking hebben, wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
Niet betwist is dat verdachte aangeefster naar en van de plek waar zij zich prostitueerde vervoerde. Gelet op de boven omschreven omstandigheden waardoor en waaronder aangeefster zich prostitueerde, was sprake van uitbuiting en was het vervoer van verdachte (dus) gericht op die uitbuiting, waardoor ook dat onderdeel van de tenlastelegging (artikel 273f lid 1 onder 1 Sr) kan worden bewezen.
Door de verdediging is aangevoerd dat het overgrote deel van het (door de rechtbank) gebezigde bewijs terug te voeren is op één bron, te weten: [betrokkene 1] , dat over [betrokkene 1] is verklaard dat ze niet altijd de waarheid spreekt en dat haar verklaringen tegenstrijdigheden bevatten. Het hof is echter van oordeel dat de verklaringen van [betrokkene 1] op belangrijke onderdelen (namelijk de mishandelingen en de verplichting om zich te prostitueren en geld af te dragen aan verdachte) wel consistent zijn en bovendien - zoals hier boven uiteengezet - ondersteund worden door waarnemingen van anderen. Dat het geld van [betrokkene 1] geheel opging aan haar drugsverslaving en verdachte niet financieel profiteerde van haar verdiensten wordt voldoende weerlegd door die hierboven genoemde bewijsmiddelen. Verdachte heeft bovendien de vraag hoe hij dan (namelijk in het geval hij geen geld van aangeefster ontving) de (reparaties aan de) VW Bora heeft gefinancierd wisselend en bovendien niet controleerbaar beantwoord.
Het hof is tenslotte - anders dan de verdediging - van oordeel dat de verklaring die [betrokkene 2] bij de politie heeft afgelegd voor het bewijs kan worden gebezigd. Het hof heeft daarbij slechts die onderdelen voor het bewijs gebezigd, waarover [betrokkene 2] bij de raadsheer-commissaris niet (wezenlijk) anders heeft verklaard.
Ten aanzien van de periode is het hof van oordeel dat de bewezen verklaarde feiten hebben plaats gevonden in de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 juli 2010. Uit de aanwezigheidsregistratie van de zogenaamde huiskamer van de Cirkel in de tippelzone is gebleken dat aangeefster van 1 januari 2010 tot en met 23 juli 2010 nagenoeg dagelijks aanwezig was. Voorts blijkt uit het dossier dat aangeefster op 23 juli 2010 was gezegd dat ze in verband met haar vergevorderde zwangerschap niet meer mocht werken en dat zij op 1 oktober 2010 bevallen is van een dochter. In januari 2011 tot en met juni 2011 zou aangeefster volgens de registratie zich niet in de huiskamer in de tippelzone hebben gemeld. In de periode daarna zou aangeefster wel weer hebben gewerkt als prostituee en zou verdachte geld van haar hebben geëist, maar niet of onvoldoende is gebleken dat aangeefster toen door verdachte werd bewogen of gedwongen te werken, dat aangeefster daadwerkelijk haar verdiensten aan verdachte afstond en evenmin dat verdachte haar met het oogmerk van uitbuiting vervoerde (of huisvestte).
Verder is gebleken dat aangeefster in de tenlastegelegde periode niet alleen in de tippelzone werkzaam was, maar ook thuis klanten ontving. Ten aanzien van die werkzaamheden is onvoldoende gebleken dat verdachte haar hiertoe dwong of bewoog. Ook is niet gebleken dat verdachte aangeefster heeft gedwongen of bewogen het geld (van dit werk) aan hem af te staan.”
7. Het hof heeft de verdachte onder 1 veroordeeld voor het plegen van de mensenhandelfeiten van art. 273f, eerste lid aanhef en onder 4°, Sr (het met een nader omschreven middel dwingen of bewegen van een ander zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten), art. 273, eerste lid aanhef en onder 6°, Sr (het opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van een ander) en art. 273f, eerste lid aanhef en onder 9°, Sr (het met een nader omschreven middel dwingen of bewegen van een ander hem te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van deze ander met of voor een derde) ten aanzien van slachtoffer [betrokkene 1] . Daarbij heeft het hof voor het bewijs van het onder 1 tenlastegelegde onder meer gebruikgemaakt van verklaringen van verbalisanten, verklaringen van de zus van het slachtoffer, een verklaring van de moeder van het slachtoffer, een verklaring van een toezichthouder van de tippelzone op de Nieuwe Marktstraat in Nijmegen, een verklaring van de huurbaas van slachtoffer en verdachte samen, enkele logstaten van het gemeentelijke toezicht op de tippelzone op de Nieuwe Marktstraat, een registratieoverzicht van de aanwezigheid van het slachtoffer op de tippelzone en verklaringen van de verdachte.
8. Hoewel het arrest van het hof dus een breed palet aan bewijsmiddelen bevat, wordt in de toelichting op het middel betoogd dat de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen wat betreft de kern van het aan de verdachte gemaakte verwijt uiteindelijk terug te voeren zijn op de verklaring van het slachtoffer zelf. Volgens de steller van het middel geldt ten aanzien van de volgende door het hof in zijn bewijsoverwegingen genoemde omstandigheden dat het bewijs ervan steeds berust op de auditu-verklaringen met één en dezelfde bron:
(i) de omstandigheid dat het slachtoffer door de verdachte werd mishandeld en dat zij bulten op het hoofd had (zie de verklaring van de moeder van het slachtoffer);
(ii) de omstandigheid dat het slachtoffer er gehavend uitzag, bulten op het hoofd had en loshangende plukken haar had en dat het slachtoffer door de verdachte terug aan het werk werd gestuurd en uit een rijdende auto werd geduwd (zie de verklaring van de toezichthouder [betrokkene 7]);
(iii) de omstandigheid dat het slachtoffer door de verdachte werd bedreigd en dat zij al haar geld aan de verdachte af moest staan (zie de verklaring van verbalisanten van 25 februari 2010);
(iv) de omstandigheid dat de verdachte steeds meer geld van het slachtoffer wilde hebben (zie de verklaring van toezichthouder [betrokkene 7]); en
(v) de omstandigheid dat het slachtoffer de huur niet kon betalen omdat de verdachte haar geld had (zie de verklaring van huurbaas [betrokkene 2]).
Wat betreft de overige in de bewijsoverwegingen van het hof genoemde omstandigheden - te weten: de omstandigheid dat verbalisanten de verdachte grof en agressief over het slachtoffer hebben horen spreken en de omstandigheid dat toezichthouder [betrokkene 7] de verdachte heeft horen zeggen dat hij geld van het slachtoffer moest hebben voor de reparatie van zijn auto - wordt door de steller van het middel opgemerkt dat deze niet wezenlijk bijdragen aan het bewijs van de mensenhandelfeiten, omdat zij niet rechtstreeks betrekking hebben op het gedwongen karakter van de prostitutie van het slachtoffer en de daarmee gepaard gaande uitbuiting.
9. Naar aanleiding van een in hoger beroep gevoerd verweer van de raadsman van de verdachte, inhoudende dat het aanwezige bewijs in overgrote mate is terug te voeren op het slachtoffer als enige bron en dat de verschillende verklaringen van het slachtoffer tegenstrijdigheden bevatten, heeft het hof in het arrest overwogen dat “de verklaringen van [betrokkene 1] op belangrijke onderdelen (namelijk de mishandelingen en de verplichting om zich te prostitueren en geld af te dragen aan verdachte) wel consistent zijn en bovendien (…) ondersteund worden door waarnemingen door derden”.
Voor zover in het middel wordt geklaagd dat het hof heeft nagelaten te responderen op het genoemde verweer van de raadsman, kan het derhalve zonder meer niet slagen.
10. Ook voor het overige kan de bewezenverklaring van feit 1 de toets der kritiek doorstaan. De regel van het bewijsminimum van art. 342, tweede lid, Sv houdt in dat het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan niet uitsluitend kan worden aangenomen op de verklaring van één getuige, waarbij van belang is dat de eis dat bewijsmiddelen uit verschillende bron afkomstig moeten zijn, betrekking heeft op het tenlastegelegde in zijn geheel en dus niet op de verschillende onderdelen daarvan. Indien sprake is van één dominante getuigenverklaring, geldt dat de feiten en omstandigheden waarover de betreffende getuige heeft verklaard voldoende steun moeten vinden in ander bewijsmateriaal1.en dat het verband tussen de verklaring en het overige bewijs niet te ver verwijderd mag zijn.2.
11. Wat betreft de bewezenverklaring van de mensenhandelfeiten ten aanzien van [betrokkene 1] kan worden vastgesteld dat sprake is van verschillende vormen van steunbewijs voor de verklaringen van het slachtoffer zelf en dat een aantal verklaringen van anderen dan het slachtoffer berust op eigen waarneming en betrekking heeft op de kern van het tenlastegelegde. Zo heeft de moeder van het slachtoffer verklaard dat zij bulten op het hoofd van het slachtoffer voelde en heeft toezichthouder [betrokkene 7] verklaard dat het slachtoffer naast bulten op het hoofd ook een gehavend uiterlijk en loshangende plukken haar had. Daar komt bij dat de verklaring van verbalisanten dat zij de verdachte grof en agressief over het slachtoffer hoorde spreken en indirecte bedreigingen hoorden uiten en de verklaring van toezichthouder [betrokkene 7] dat de verdachte zei dat hij geld moest hebben van het slachtoffer voor de reparatie van zijn auto - anders dan de steller van het middel meent - zonder meer relevant zijn voor de bewezenverklaring, aangezien deze verklaringen rechtstreeks in verband staan met verklaringen van het slachtoffer zelf over de context van de betreffende gedragingen van de verdachte en zij deze laatste verklaringen dus ook rechtstreeks ondersteunen.3.
12. In verband met de vraag naar de toereikendheid van het steunbewijs is verder nog van belang dat de door het hof in zijn bewijsoverwegingen genoemde de auditu-verklaringen afkomstig zijn van verschillende getuigen en betrekking hebben op uitingen die het slachtoffer over een langere tijd binnen verschillende contexten heeft gedaan. Huurbaas [betrokkene 2] en toezichthouder [betrokkene 7] staan in een geheel andere verhouding tot het slachtoffer dan de moeder en de zus van het slachtoffer en de verklaringen van toezichthouder [betrokkene 7] (en de daarin genoemde aantekeningen op logstaten) beslaan de gehele periode van januari 2010 tot en met juli 2010. Hoewel de onderlinge bevestiging die verschillende de auditu-verklaringen elkaar bieden het de auditu-karakter van deze verklaringen zelf niet wegneemt, is deze bevestiging natuurlijk wel in zoverre van belang dat zij de betrouwbaarheid van de verklaringen van het slachtoffer ondersteunen. Mede gelet op de genoemde onderlinge bevestiging, vind ik het oordeel van het hof dat voor de verklaring van het slachtoffer over het in ieder geval deels gedwongen karakter van de prostitutie en de daarmee gepaard gaande uitbuiting voldoende steunbewijs aanwezig is dan ook niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd.
13. Het eerste middel faalt.
14. Het tweede middel richt zich met eenzelfde klacht als het eerste middel tegen de bewezenverklaring van feit 2. De bewezenverklaring van feit 2 zou niet voldoen aan het bewijsminimum van art. 342, tweede lid, Sv, althans het hof zou niet toereikend hebben gerespondeerd op een in dit verband door de verdediging ingenomen uitdrukkelijk onderbouwd standpunt.
15. Ten laste van de verdachte is onder 2 bewezenverklaard dat:
“hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 augustus 2012 in de gemeente(n) Nijmegen en Gennep
een ander, genaamd [betrokkene 9],
(lid 1, onder 1)
(telkens) door geweld en door dreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft vervoerd met het oogmerk van uitbuiting van [betrokkene 9],
en
(lid 1, onder 4)
(telkens) met de onder 1° van dit artikel genoemde middelen, te weten door geweld en door dreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van de kwetsbare positie, [betrokkene 9], heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
en
(lid 1, onder 6)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting (in de prostitutie) van [betrokkene 9],
en
(lid 1, onder 9)
(telkens) een ander, genaamd [betrokkene 9], door geweld en door dreiging met geweld en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie [betrokkene 9], heeft gedwongen dan wel bewogen, verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handeling(en) met of voor een derde,
immers is/heeft hij, verdachte, (telkens):
- terwijl [betrokkene 9] drugs verslaafd was
- een (gebruikers)relatie aangegaan met [betrokkene 9] en
- tegen [betrokkene 9] gezegd dat hij schulden had bij de dealers speciaal voor [betrokkene 9] en/of tegen [betrokkene 9] gezegd dat hij schulden had voor drugs en/of dat hij dingen had gekocht op de pof en/of dat [betrokkene 9] medeverantwoordelijk was omdat ze had meegerookt en/of dat de dealers haar anders zouden pakken en
- [betrokkene 9] bedreigd met een mes en/of een schaar en
- [betrokkene 9] meerdere malen mishandeld en
- [betrokkene 9] naar de tippelzone gebracht en
- klanten voor [betrokkene 9] geregeld en/of klanten meegenomen naar de woning van [betrokkene 9] om tegen betaling seks te hebben met [betrokkene 9] en
- (toen [betrokkene 9] een keer de auto was uitgevlucht/gerend) [betrokkene 9] achterna gekomen en/of [betrokkene 9] (vervolgens) aan de haren teruggetrokken en
- [betrokkene 9] bewogen om het door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende geld aan hem af te geven en
- de klanten bewogen dat ze (vooraf) aan hem, verdachte, geld betaalden voor de seks met [betrokkene 9] en
- [betrokkene 9] drugs gegeven en
- aldus en/of op enigerlei (andere) wijze in de communicatieve en/of feitelijke omgang met [betrokkene 9] een situatie gecreëerd en/of in stand gehouden, waarin verdachte door de feitelijke omstandigheden een overwicht verkreeg over [betrokkene 9] en/of misbruik heeft gemaakt van het uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht dat verdachte over [betrokkene 9] had en
- door welke feiten en omstandigheden voor [betrokkene 9] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte heeft kunnen bieden.”
16. Het hof heeft deze bewezenverklaring doen steunen op de volgende - met weglating van voetnoten weergegeven - bewijsvoering:
“Bewijsoverweging
Inleiding
Het hof geeft onderstaand eerst een overzicht van de relevante bewijsmiddelen, waarvan de redengevende onderdelen voor het bewijs worden gebruikt. Vervolgens wordt de beoordeling door het hof van de tenlastelegging besproken.
De advocaat-generaal heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van de feiten 1,2, 4 en 5, de raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van die feiten.
Bewijsmiddelen
(…)
Feit 2: [betrokkene 9] (ziet ook op de feiten 4 en 5)
Aangeefster [betrokkene 9], geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats], heeft op 16 november 2011 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
lk doe aangifte tegen een ex-bekende van mij. Ik ben recentelijk fysiek en met een mes door hem mishandeld. De laatste keer dat hij mij met een mes bedreigd heeft was op 9 november 2011 in Ottersum, gemeente Gennep, in mijn woning. Daarvoor had hij een sms-bericht gestuurd naar mijn pleegvader omdat hij 260 euro van mij onder dwang wilde hebben. Ik ben ook gestalkt en bedreigd door de man. Tevens is mijn pleegvader bedreigd door die man. Deze man heeft diverse keren en op verschillende wijze geprobeerd mij in de prostitutie te krijgen. Eerst neemt hij ongevraagd drugs mee en word ik door hem gevoerd met de drugs. Als ik onder invloed ben, probeert hij mij op allerlei manieren, onder dwang, zover te krijgen dat ik voor hem ga tippelen op de tippelzone in Nijmegen. Deze ex-bekende heb ik een tijdje terug leren kennen in de drugsscene in Nijmegen. Hij wordt door bekenden “[verdachte]” genoemd. Ik ben drugsgebruiker cq drugsverslaafd geweest. Ik word sinds juni 2011 gestalkt door die man. Soms staat hij ongevraagd en niet uitgenodigd, in de nachtelijk uren, voor mijn deur. Soms belt hij mij op van te voren dat hij onderweg is naar mij. Als ik de deur niet voor hem openmaak, begint hij aan mijn ramen met geweld te bonken en te schreeuwen. Hij blijft doorgaan tot ik de deur voor hem openmaak, omdat ik dan angstig en bang ben geworden. Ik heb een paar keer onder dit soort dwang mijn deur voor hem opengemaakt. Als ik de man eenmaal binnen heb gelaten, doet hij in het begin heel aardig tegen mij. Hij weet dat ik al jaren bezig ben om clean te blijven. Toch neemt hij iedere keer zonder dat ik het gevraagd heb, drugs zoals cocaïne en base mee. Als hij mijn woning binnen is, gebruiken wij de drugs die hij mee heeft gebracht. Het gezeik begint daarna pas als wij de drugs hebben gebruikt. Dan wil hij geld van mij zien. Als ik geen geld heb, bedreigt hij mij. Hij pakte mij bijvoorbeeld bij mijn pols beet en geeft hij mij een klap. Hij blijft dan net zo lang doorgaan tot dat hij geld van mij krijgt. Als ik geen geld heb, zegt hij op een agressief en dwingende manier dat ik voor hem moet gaan tippelen om het geld bij elkaar te verdienen. Wat ik niet meer wil. Dan zegt hij dat de drugs hem geld heeft gekost en als hij geen geld meeneemt komt hij in de problemen. En ik ook. Ik word dan bang. Ik bel dan mijn pleegvader op die mij dan geld overmaakt naar mijn bankrekening. Ik heb op 9 november 2011 onder dwang van die man 260 euro aan hem afgestaan. Verder heb ik ongeveer twee weken geleden onder bedreiging van hem 750 euro aan hem afgestaan. Dat geld had ik zelf niet. Toen hij mij sloeg en mijn pleegvader bedreigde, maakte mijn pleegvader het geld via internetbankieren over naar mijn bankrekening. Ik heb onder druk van hem het geld vervolgens gepind en aan hem gegeven. De man heeft tegen mijn pleegvader gezegd dat hij hem wist te vinden, hij wist waar hij woonde en dat hij hem zou opzoeken en woorden van gelijke strekking. Ongeveer twee weken geleden heeft de man mij een blauw oog geslagen omdat hij 750 euro van mij wilde.
Aangeefster [betrokkene 9] heeft op 12 oktober 2012 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik doe aangifte tegen [verdachte] uit Nijmegen. Ik doe aangifte wegens gedwongen prostitutie, bedreiging, chantage en mishandeling. Onder gedwongen prostitutie versta ik: dwang om met mannen naar bed te gaan voor geld en het geld af te geven. Ik moest seks hebben met mannen op De Baan en hij bracht de mannen mee naar huis. Dit duurde tot ongeveer twee maanden terug. Ik heb [verdachte] leren kennen via zijn vrienden. Hij nam drugs mee. Hij wilde daarvoor seks hebben. Op een gegeven moment wilde hij daar geld voor hebben en toen is het begonnen. Ik moest ervoor zorgen dat er geld kwam. [verdachte] haalde voor het geld dat ik hem gaf nooit zoveel drugs. Als ik hem 300 euro mee gaf, kocht hij voor 50 euro. Als hij naar mij toe kwam zei hij altijd dat hij schulden had bij de dealers speciaal voor mij. Ik moest dan weer mee naar Nijmegen om geld te verdienen met seks met mannen. Hij had een te grote invloed op mij. Hij kon agressief overkomen. Als je coke hebt gerookt sta je zelf ook niet sterk in je schoenen. En ik was afhankelijk van de coke. Over het chanteren van [betrokkene 11] kan ik het volgende vertellen: Dat [verdachte] bij mij thuis zat en hij [betrokkene 11] sms’te of belde, dat hij geld moest hebben anders zou hij mij wat aandoen. En in Nijmegen dan als daar geen geld te verdienen was, zat ik naast hem in de auto en begon hij weer te dreigen. En dan belde hij [betrokkene 11] en dan moest hij geld hebben. [verdachte] zei dan dat hij schulden had bij de dealers, dat die mij anders zouden pakken. [verdachte] wist dat ik een verslavingsachtergrond had. Ik was verslaafd aan cocaïne. Ik moet zeggen dat ik niet sterk in mijn schoenen sta. Dat ik makkelijk een terugval heb als iemand met drugs voor mij staat. Als [verdachte] eist dat ik seks heb met hem of seks heb met anderen voor geld dan kan ik daar bijna geen nee tegen zeggen. Hij is dan heel erg opdringerig en omdat ik zelf dan ook gebruikt heb, heeft dat ook invloed op mij. Toen ik in Ottersum kwam wonen, heb ik nog in de prostitutie gewerkt omdat ik geld nodig had. Ik ben toen gestopt toen ik het geld niet meer nodig had. Door [verdachte] ben ik opnieuw in de prostitutie gaan werken.
Aangeefster [betrokkene 9] heeft op 19 oktober 2012 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Met [verdachte] moest ik al het geld afgeven. Ik kreeg er wel iets wit voor, maar niet voor het geld wat ik verdiende. Als [verdachte] bij mij thuis kwam had hij wat drugs meegenomen. Hij zei dan dat dit betaald moest worden omdat hij niets had. Het was gewoon werken, de auto in en het geld afgeven. Ik gaf het geld dat ik verdiende in de prostitutie af aan [verdachte] . [verdachte] zei dat hij schulden had voor drugs en dingen op de pof had gekocht. Ik wist dat dit niet waar was. Maar ik had zelf gerookt en dan deed ik het maar, het kwam ook omdat hij agressief overkomt. Ik kwam de auto in en vertelde wat ik verdiende. [verdachte] zag ook hoeveel klanten ik had. Als het druk was bracht ik het geld niet gelijk naar [verdachte] , maar als het rustig was bracht ik het geld na elke klant naar hem. [verdachte] had de auto meestal op het pleintje schuin er tegenover staan. Of hij reed rondjes over De Baan. Ik mocht eigenlijk helemaal niet op De Baan werken. Dus ging ik bij De Gelderlander staan. Daar kon hij ook makkelijker staan. Het enige wat ik overhield aan het geld was dat ik af en toe wat coke kon roken. Ik heb wel twee of drie keer geweigerd om [verdachte] het geld te geven dat ik had verdiend in de prostitutie. Ik ben toen uit de auto gerend, toen kwam hij mij achterna en trok mij aan mijn haren terug. Hij bedreigede mij ook een keer met een mes en een schaar. Ik heb ook een keer het kenteken van zijn auto in mijn telefoon willen zetten, toen pakte hij mijn telefoon af. Ik had toen veel geld verdiend en ik kon toen opflikkeren van hem. Ik werd toen de auto uit gegooid. [betrokkene 11] heeft mij toen ook opgehaald. Agressief en erg bedreigend komt [verdachte] over. Als hij zijn zin niet krijgt komt hij bedreigend over. Als hij zijn geld heeft en zijn coke dan is hij twee minuten lief en dan begint het weer van vooraf aan met bedreigen. Ik heb in Nijmegen op De Baan en bij De Gelderlander en bij mij thuis in Ottersum voor [verdachte] in de prostitutie moeten werken. [verdachte] nam mannen mee naar mijn huis. [verdachte] kon dreigen met een mes bij mijn keel, hij heeft mij wel eens een blauw oog geslagen. Hij heeft mij ook wel eens de auto ingetrokken. In Ottersum bij mij thuis als hij dan tegen de deur aan het stampen was, dan waren de meisjes die daar woonden allemaal bang. Ik vluchtte dan naar mijn buurmeisje [betrokkene 10]. Onder geweld versta ik slaan, haren trekken, keel dichtknijpen, blauw oog, dat hebben ze bij Iriszorg gezien. De aanleiding voor het geweld was omdat ik het niet vaak eens was met hem. Ik wilde niet altijd werken. Daar ging het altijd om. Als hij wel eens een man mee naar mijn huis nam en die man zei dat het niet genoeg was, dan zei [verdachte] dit ook tegen mij. Ik kreeg dan klappen van [verdachte] en ik werd terug naar mijn kamer gestuurd. Ik moest dan verder seks hebben met de klant. De Turkse klanten bij mij thuis roken meestal flink naar alcohol. Dat was ook beangstigend want die hadden ook geen gewone seks met mij, maar beestachtig. De seks op De Baan was tien keer beter dan de mannen die hij meenam naar huis.
Aangeefster [betrokkene 9] heeft op 9 november 2012 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
(Op de vraag: Hoeveel geld verdiende je gemiddeld per avond/nacht met het werken als prostituee in Nijmegen voor [verdachte] ?) Het kon wel oplopen tot 200 of 300 euro. Ik gaf alles aan [verdachte] . [verdachte] nam klanten mee naar mijn huis in Ottersum. Met [verdachte] was het bedreigend. Dat moest gewoon. Ik moest geld verdienen voor [verdachte] . Het ging altijd over coke dat ik dan volgens hem verschuldigd was, ook al was ik hem niks verschuldigd. Hij kwam dan gewoon met klanten bij mij thuis. Het waren een stuk of vier à vijf klanten per maand. De prijzen met de mannen die [verdachte] meenam naar Ottersum, daar wist ik niets van. Dat regelde [verdachte] altijd met die mannen. [verdachte] vertelde mij dat hij geld van die mannen kreeg. Ik heb gezien dat [verdachte] geld kreeg van een klant nadat die seks met mij had. In Ottersum ontving ik nooit rechtstreeks geld van de klanten. [verdachte] gaf mij niks van het geld dat ik per avond/nacht in Ottersum met prostitutie verdiende. (Op de vraag: Hoe vaak gebeurde het dat je niet in de prostitutie wilde werken, dat je bijvoorbeeld geen zin had?) Eigenlijk altijd. Ik had daar nooit zin in. Ik ging toch aan het werk omdat [verdachte] dit van mij verwachtte. Als ik niet zou gaan werken, dan dreigde hij dat hij schulden ergens had. En dat die mensen dan naar mij toe kwamen. En dat die mensen mij dan iets zouden aandoen. Zelf kon hij ook agressief en bedreigend overkomen. Ik heb gezegd dat ik het niet wou. Ik had geen keus, ik moest aan geld komen. Ik ben behoorlijk beïnvloedbaar.
[betrokkene 9] heeft op 16 september 2014 ten overstaan van de raadsheer- commissaris als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
[verdachte] heeft mij meerdere keren naar Nijmegen gebracht. Maar dat was onder dwang. Als hij schulden had gemaakt, dan moest ik mee naar Nijmegen om voor geld te zorgen. Ik moest dan als prostituee werken of mijn pleegvader bellen om geld te regelen. [verdachte] heeft mensen meegenomen. [verdachte] nam de drugs mee. Ik ben destijds verslaafd geweest. Het is dan moeilijk om te weigeren die drugs te gebruiken. Voordat de mensen naar me toe kwamen, had [verdachte] al met die mensen gesproken over het hebben van seks. Ik wilde niet dat hij die mensen meenam, maar ik wilde wel de drugs gebruiken die hij meenam. [verdachte] dwong mij te werken in de prostitutie. Hij heeft me blauwe ogen geslagen en hij heeft me een keer aan mijn haren getrokken. Hij kwam heel agressief en dwangmatisch (het hof begrijpt: dwingend) over. [verdachte] nam altijd een klein beetje basecoke mee. Hij zei dan dat hij veel schulden had en dat ik dat op moest lossen. Hoeveel ik per dag rookte was afhankelijk van hoeveel geld ik kon regelen via mijn pleegvader of hoeveel ik kon werken om geld te verdienen. De rest van het geld stak hij in eigen zak. De ene dag verdiende ik 150 euro en een andere dag 300 euro.
[betrokkene 11] heeft op 1 november 2012 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
[betrokkene 9] (het hof begrijpt: aangeefster) vertelde mij dat [verdachte] met mannen bij haar aan de deur kwam voor seks. Zij moest dan seks hebben met die mannen voor geld voor [verdachte] . Ze zei dat ze [verdachte] moest afbetalen voor de cocaïne. Ik gaf aan dat ze aangifte moest doen van dwingen, maar dat durfde ze niet omdat ze bang was voor [verdachte] . [betrokkene 9] belde dat ze een schuld had bij [verdachte] . [verdachte] begon mij te bedreigen via smsjes. [betrokkene 9] vertelde dat ze gebruikt had en moest betalen aan de dealers. Als zij dit niet zou doen, zou [verdachte] haar in elkaar slaan. [betrokkene 9] vertelde mij dat ze wel eens geslagen werd door [verdachte] . Ze had een keer een blauw oog, dit had [verdachte] gedaan. Ook had ze blauwe plekken op haar arm. [betrokkene 9] zei wel eens dat ze het cocaïnegebruik van [verdachte] moest betalen. Hij was ook verslaafd. Soms verdiende ze niet genoeg en belde ze mij zodat ik weer geld overmaakte voor haar. Ik haalde [betrokkene 9] ’s ochtends wel eens op uit Nijmegen. Ze had dan geen geld meer en vroeg mij om haar naar huis te brengen. Ik denk dat dit 10 a 15 keer is gebeurd. [betrokkene 9] liet zich dan manipuleren door weer te gaan gebruiken en om als prostituee op De Baan in Nijmegen te gaan werken. Een aantal keren heeft ze gezegd dat [verdachte] daarbij was. De laatste twee jaar was dat regelmatig tot een halfjaar geleden. Toen stopte het. [betrokkene 9] mocht niet op De Baan werken, omdat ze geen pasje had. Ze liep dan om De Baan heen, bij de Gelderlander. Ik heb de telefoon van [betrokkene 9] in bezit, omdat ze steeds werd lastig gevallen door dealers en [verdachte] . Ik wilde dat niet meer, omdat de kans aanwezig is dat [betrokkene 9] terug zou vallen. Sinds vorige week heeft ze weer een nieuw nummer, omdat ze weer werd lastig gevallen door [verdachte] . (Op de vraag: Hoe weet je dat [betrokkene 9] geld aan [verdachte] gaf?) [betrokkene 9] vertelde dit soms. De bedragen van november 2011 weet ik zeker want [verdachte] belde mij hiervoor. Ik moest van hem geld overmaken naar [betrokkene 9] zodat [betrokkene 9] het op kon halen. [verdachte] belde mij omdat ik geen geld meer over wilde maken naar [betrokkene 9]. Als ik geen geld over zou maken, dan zou hij wel even langs komen om het op te halen. Als ik van [betrokkene 9] hoorde dat zij aan de haren meegesleurd werd om bij De Baan te moeten werken, zij met een blauw oog rondliep, dan weet ik dat [verdachte] gewelddadig is. [betrokkene 9] had verder niemand waar zij op terug kon vallen. [betrokkene 9] heeft met niemand contact. [betrokkene 9] heeft vroeger veel in instellingen gezeten.
[betrokkene 11] heeft op 23 september 2014 ten overstaan van de raadsheer- commissaris als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik weet in ieder geval dat verdachte mij twee keer heeft gebeld en geld wilde hebben, omdat [betrokkene 9] hem geld schuldig zou zijn. Daar bedreigde hij mij ook nog mee, want hij wist waar ik woonde. Ik heb een huis voor [betrokkene 9] geregeld in Ottersum. Toen ze in Ottersum woonde, begon het langzaamaan weer op te lopen. Ik merkte dat er rare dingen gebeurden. Nachtelijke telefoontjes of ik haar kon komen ophalen uit Nijmegen. Sinds verdachte vast zit gebruikt [betrokkene 9] niet meer, voor zover ik weet. Toen er eenmaal aangifte was gedaan, gebruikte ze niet meer. Ze had nooit meer geld nodig.
[betrokkene 12] heeft op 5 november 2013 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Het kan zijn dat [verdachte] mij Kemper noemt. Ik ben zeker twee keer bij [betrokkene 9] (het hof begrijpt: aangeefster) geweest met [verdachte] . Die man is een soort bemiddelaar voor een privéhuis. Dat heb ik begrepen van die man. Ik heb tegen betaling twee keer seks met haar gehad. Ik ben twee keer bij [betrokkene 9] geweest. [verdachte] had toen ruzie met zijn vriendin [betrokkene 1] en [verdachte] heeft toen een nieuwe dame geregeld, en dat was [betrokkene 9]. [verdachte] probeerde op die manier klanten af te pakken van [betrokkene 1] . Hij moet natuurlijk ook geld verdienen. [verdachte] maakte de contacten met die meisjes. Ik weet wel dat ik toen een keer daar was met [verdachte] dat er ook andere mannen waren en toen moest ik ook een keer wachten omdat er nog iemand anders was. Ik heb [betrokkene 9] al die keren in haar woning ontmoet. Ik ging daar met [verdachte] naartoe. (Op de vraag: Hoe wist je dat [betrokkene 9] drugs gebruikte?) Ze rookte samen met [verdachte] . Ik heb dat zelf gezien, al die keren dat ik bij [betrokkene 9] was. (Op de vraag: Wat had je met [verdachte] afgesproken toen je naar [betrokkene 9] ging?) Dat ik 60 of 70 euro zou gegeven. (Op de vraag: Aan wie zou je dat geven?) Aan [verdachte] . Ik heb niet gezien dat [verdachte] [betrokkene 9] geld heeft gegeven. Ik betaalde gewoon wat ik moest betalen, wat [verdachte] tegen mij zei dat ik moest betalen. Ik heb de eerste keer mijn telefoonnummer achter gelaten bij [betrokkene 9]. [verdachte] heeft mij toen later gebeld dat ik niet rechtstreeks met [betrokkene 9] mocht bellen maar dat het via [verdachte] moest lopen en hij de afspraken moest maken.
[betrokkene 12] heeft op 6 november 2013 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik ken [verdachte] vanaf juni/juli 2011. Ik ben twee of drie keer bij [betrokkene 9] geweest. Bij [betrokkene 9] heb ik het geld alleen aan [verdachte] gegeven. Ik heb bij [betrokkene 9] gezien dat [verdachte] met haar gebruikte. Hij gebruikte toen cocaïne.
[betrokkene 10] heeft op 27 juni 2013 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
[betrokkene 9] is mijn buurvrouw, Ik weet dat [betrokkene 9] gestalkt werd. [betrokkene 9] vertelde mij dat. [betrokkene 9] stond ineens voor mijn deur. Ze liet mij een sms’je lezen welke een man aan haar had gestuurd. Er stond in dat hij onderweg was, dat hij naar haar toe kwam. [betrokkene 9] was ontzettend bang voor hem. We hoorden toen de voordeurbel van [betrokkene 9]. Er werd ook gebonsd op de deur en ramen. Ik zag dat [betrokkene 9] wegkroop achter mijn bank. Ze was echt doodsbang. Ik had nog nooit iemand zo bang, zo in paniek gezien. [betrokkene 9] zei dat ze hem uit Nijmegen kende en dat hij degene was voor wie ze heeft moeten werken in de prostitutie. (Op de vraag: Wat heb jij bij [betrokkene 9] aan uiterlijk letsel gezien?) Blauwe plekken op haar bovenarm, gezicht en een blauw oog.
[betrokkene 13] heeft op 8 juli 2013 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Mijn functie bij Iriszorg is casemanager vanaf 2007 tot heden. Ik ben de casemanager van [betrokkene 9] vanaf 2007 tot heden. [betrokkene 9] vertelde over een Turk uit Nijmegen die [verdachte] heette. [verdachte] bleef maar bij haar aan de deur komen en rond haar huis zwerven. Uiteindelijk liet [betrokkene 9] hem binnen en gebruikten zij samen cocaïne. Voor de betaling daarvan moest ze dan bijvoorbeeld 750 euro betalen. Dan moest [betrokkene 9] zorgen dat [betrokkene 11] 750 euro op haar rekening stortte zodat zij dat dan kon pinnen en aam [verdachte] kon geven. Als [betrokkene 9] dat niet deed, werd ze in elkaar geslagen door hem of moest ze gedwongen in de prostitutie werken van hem. Dit heeft [betrokkene 9] mij verteld. Ik heb een blauw oog bij [betrokkene 9] gezien, hier was [betrokkene 14], [betrokkene 9]’s verslavingsarts, bij aanwezig. [betrokkene 9] vertelde dat [verdachte] haar dat blauwe oog had bezorgd. Het kan in de periode van november/december 2011 cq begin 2012 geweest zijn.
[betrokkene 14] heeft op 10 september 2013 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik ben verslavingsarts bij Iriszorg. Ik ken [betrokkene 9] al langer dan 10 jaar. Ik weet dat [betrokkene 9] erg bang/angstig was voor een man die regelmatig bij haar aan de deur kwam. [betrokkene 11], haar pleegvader, werd door deze man onder druk gezet, bedreigd om geld te betalen. Ik weet dat [betrokkene 9] vertelde regelmatig door deze man lastig gevallen te worden. Ik heb bij [betrokkene 9] wel eens een blauw oog gezien. (Op de vraag: [betrokkene 13] vertelde “Ik heb een blauw oog gezien bij [betrokkene 9]. Hier was [betrokkene 14], [betrokkene 9]’s verslavingsarts, bij aanwezig”. Klopt dat?) Ja, dit klopt, ik was toen aanwezig bij [betrokkene 9]’s consult met [betrokkene 13]. [betrokkene 9] heeft mij verteld dat ze gestalkt, lastig gevallen en bedreigd is door die man. [betrokkene 9] vertelde ook dat zij hem binnen liet, omdat de buren er anders last van zouden hebben dat de man voor de deur stond.
Een schriftelijk bescheid, te weten medische informatie van GGD Limburg-Noord, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Naam: [betrokkene 9]
Voornamen: [betrokkene 9]
Geboorteplaats en -datum: [geboorteplaats], [geboortedatum] 1976
Welk letsel heeft u waargenomen bij bovengenoemd persoon?
Blauw oog rechts ter hoogte van jukbeen.
Datum waarop voornoemde persoon werd onderzocht:
31 oktober 2011
Naam arts: [betrokkene 14]
Functie: Basisarts
Verdachte heeft op 17 oktober 2013 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
[betrokkene 9] was gewoon een neukertje van mij. Ik kon haar bellen als ik langs wilde komen. Ze deed bruin snuiven en coke roken. Ze zegt dat ze hier in Nijmegen heeft gewerkt. Buiten De Baan dan, want ze mocht niet op De Baan werken. Ik heb haar ook wel eens hier afgezet. Zij is vijf a zes keer met me meegereden naar Nijmegen. Ik wist wel dat [betrokkene 9] verslaafd was. Voor zover ik weet beheerde [betrokkene 11] haar geld. Als [betrokkene 9] geld tekort kwam, kon ze bij [betrokkene 11] geld halen. Als ik met [betrokkene 9] seks wilde hebben, nam ik een bolletje basecoke mee van 20 a 30 euro. Ik. vroeg ook wel eens aan [betrokkene 9] of ik iemand mee mocht nemen. Eerst had dan de één seks met [betrokkene 9] en dan de ander.
Verdachte heeft op 22 oktober 2013 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik heb wel telefonisch contact met [betrokkene 11] gehad, maar daar werden alleen maar grote bekken gegeven. Dankzij [betrokkene 9]. Ik kreeg nog geld van [betrokkene 9]. Er vielen bedreigingen over en weer. Zo lang ik [betrokkene 9] ken, is ze verslaafd. Alle klanten moeten drugs voor haar meenemen. Ik ben misschien wel 20 a 30 keer bij [betrokkene 9] geweest. De laatste keer was met Kemper. (Op de vraag: Waar ontving [betrokkene 9] haar klanten?) Bij haar thuis.
Verdachte heeft op 22 oktober 2013 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
(Op de vraag: Je vertelde datje haar wel wegbracht naar Nijmegen en afzette bij De Baan of bij [betrokkene 7], hoe kwam [betrokkene 9] dan weer thuis?): [betrokkene 9] belde dan haar stiefvader [betrokkene 11]. Ik heb [betrokkene 9] alleen drugs gegeven, nooit geld. Ik ben het laatst met [betrokkene 15] bij [betrokkene 9] thuis geweest. Dat was vorig jaar. Ik heb wel eens schulden voor [betrokkene 9] gehad. Ik ben drie of vier keer met Kemper bij [betrokkene 9] thuis geweest. Ik nam twee mensen mee naar [betrokkene 9]. De ene was Kemper en de andere noem ik niet.
Verdachte heeft ter zitting van de rechtbank op 1 7 maart 2014 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik ben in de periode 2011-2012 wel eens bij [betrokkene 9] geweest.
Verdachte heeft ter zitting van het hof op 29 april 2015 als volgt verklaard - zakelijk weergegeven -:
[betrokkene 12] gaf het geld aan mij. Daarvan haalde ik drugs voor [betrokkene 9]. [betrokkene 12] was erbij toen ik drugs haalde, hij kon zien dat zijn geld naar de dealer ging.
(…)
Oordeel hof
(…)
Feit 2
Verdachte heeft verklaard dat hij een seksrelatie had met [betrokkene 9]. Hij ging naar haar woning en gaf haar drugs in ruil voor seks. Hij nam ook wel eens andere mannen mee naar [betrokkene 9], die dan ook seks met haar hadden. Ook heeft verdachte verklaard dat [betrokkene 9] schulden aan hem had. [betrokkene 9] heeft verklaard dat verdachte naar haar woning in Ottersum kwam en haar drugs gaf. Ze had in haar woning seks met verdachte en mannen die met de verdachte meekwamen. Zij ontving nooit geld van deze mannen. Zij werd door verdachte onder druk gezet om geld aan hem te betalen, zogenaamd voor drugsschulden. Het onder druk zetten gebeurde onder meer door mishandeling en bedreigingen. Zij kon op twee manieren aan geld komen. De eerste manier was om dit te vragen aan [betrokkene 11], haar pleegvader. De tweede manier was om dit te verdienen door middel van prostitutiewerkzaamheden. Ze heeft zowel geld gevraagd aan [betrokkene 11], als prostitutiewerkzaamheden verricht. De prostitutiewerkzaamheden verrichtte ze bij haar thuis in Ottersum en in Nijmegen, in de buurt van De Gelderlander.
[betrokkene 9] is een aantal malen bij de politie gehoord en één keer bij de raadsheer-commissaris. Zij heeft consistent verklaard over bovengenoemde aspecten, namelijk dat ze drugs kreeg van verdachte, dat verdachte haar zei dat ze vanwege de door hem aan haar verstrekte drugs schulden aan hem had, dat ze haar schulden aan verdachte moest betalen, dat hij (ook door geweld en bedreiging) druk op haar uitoefende om die schulden te betalen en dat ze die schulden betaalde door geld aan [betrokkene 11] te vragen of prostitutiewerkzaamheden te verrichten bij haar thuis of in Nijmegen.
De verklaringen [betrokkene 9] zijn op deze punten niet alleen consistent, maar worden ook ondersteund door verklaringen van anderen. In de eerste plaats heeft verdachte verklaard dat hij [betrokkene 9] drugs gaf, dat ze schulden bij hem had en dat hij mannen mee naar haar huis in Ottersum nam die seks met haar hadden. Ook heeft hij verklaard dat hij [betrokkene 9] wel eens in de omgeving van De Baan in Nijmegen heeft afgezet. [betrokkene 11] heeft verklaard dat hij [betrokkene 9] ’s nachts wel eens moest ophalen in Nijmegen, omdat ze zelf geen geld had om naar Ottersum te gaan. Ze zou zich hebben laten manipuleren om op De Baan te werken. Een aantal keren heeft ze tegen [betrokkene 11] gezegd dat verdachte daarbij was. [betrokkene 12] heeft verklaard dat hij via verdachte en met verdachte thuis kwam bij [betrokkene 9] voor het hebben van seks met [betrokkene 9], dat hij daarvoor betaalde en het geld aan verdachte gaf. De bevestiging voor het onderdeel van de verklaringen [betrokkene 9] dat verdachte haar onder druk zette om geld aan hem te betalen, en dat die druk ook bestond uit geweld, kan gevonden worden in de verklaringen van [betrokkene 11], [betrokkene 10], [betrokkene 13] en [betrokkene 14]. [betrokkene 10] is een buurvrouw [betrokkene 9] en heeft verklaard over de angst [betrokkene 9] had voor de man die haar stalkte. [betrokkene 13] (casemanager [betrokkene 9]) en [betrokkene 14] (verslavingsarts) hebben beiden gezien dat [betrokkene 9] op een gegeven moment een blauw oog had. [betrokkene 9] heeft [betrokkene 13] verteld dat ze geld moest betalen aan verdachte. Als ze het geld niet van [betrokkene 11] kreeg moest ze gedwongen in de prostitutie werken. [betrokkene 11] heeft bevestigd dat [betrokkene 9] geld aan verdachte moest betalen en dat hij in dit verband geld heeft overgemaakt aan [betrokkene 9]. Toen [betrokkene 11] geen geld meer wilde overmaken, belde verdachte zelf met [betrokkene 11] en liet zich bedreigend naar hem uit.
Anders dan de raadsman is het hof dus van oordeel van de verklaringen [betrokkene 9] op belangrijke onderdelen consistent zijn en voldoende worden ondersteund door ander bewijsmateriaal.
Uit de bewijsmiddelen volgt aldus dat verdachte [betrokkene 9] heeft gedwongen of bewogen tot het verrichten van prostitutiewerkzaamheden en het (laten) afdragen van de verdiensten aan verdachte. Dit dwingen of bewegen bestond niet alleen aan het uitoefenen van druk (waaronder geweld), maar ook door het misbruik maken van de kwetsbare positie waarin [betrokkene 9] zich bevond en het misbruik dat verdachte maakte van het overwicht dat hij (fysiek, maar ook als gevolg van de kwetsbare positie [betrokkene 9]) op [betrokkene 9] had. De kwetsbare positie [betrokkene 9] bestond er uit dat er weinig mensen waren waarop zij kon terugvallen, maar werd vooral gevormd door haar - ook bij verdachte genoegzaam bekende - verslavingsgevoeligheid, waardoor zij geen nee kon zeggen tegen de door verdachte aangeboden drugs. Na het gebruik van die drugs wilde de verdachte geld zien, welk geld zij moest verdienen door het verrichten van prostitutiewerkzaamheden. Verdachte heeft zich aldus schuldig gemaakt aan het tenlastegelegde voor zover dat ziet op artikel 273f lid 1 onder 4, 6 en 9 Sr. Daarnaast heeft verdachte [betrokkene 9] vervoerd naar Nijmegen met als doel dat zij daar onder de hierboven genoemd omstandigheden zich zou prostitueren. Aldus heeft verdachte zich tevens schuldig gemaakt aan artikel 273f lid 1 onder 1 Sr.
Uit de afgelegde verklaringen leidt het hof af dat de strafbare feiten zich hebben voorgedaan in 2011 en 2012.”
17. Onder 2 heeft het hof de verdachte veroordeeld voor het plegen van de mensenhandelfeiten van art. 273f, eerste lid aanhef en onder 4°, Sr, art. 273f, eerste lid aanhef en onder 6°, Sr en art. 273f, eerste lid aanhef en onder 9°, Sr ten aanzien van slachtoffer [betrokkene 9]. In de toelichting op het middel wordt gesteld dat het hof ook voor de bewezenverklaring van feit 2 enkel gebruik heeft gemaakt van bewijsmiddelen die voor het grootste gedeelte direct of indirect kunnen worden teruggevoerd tot het slachtoffer zelf en voor het overige in het geheel niet aan het bewijs van het onder 2 tenlastegelegde kunnen bijdragen.
18. Blijkens zijn bewijsoverwegingen heeft het hof bij zijn bewijsbeslissing met betrekking tot het onder 2 tenlastegelegde naast de eigen verklaringen van het slachtoffer in het bijzonder de volgende omstandigheden in aanmerking genomen:
(i) de omstandigheid dat het slachtoffer weleens door de verdachte bij De Baan in Nijmegen is afgezet en de omstandigheid dat de verdachte het slachtoffer drugs gaf, dat het slachtoffer schulden bij de verdachte had en dat de verdachte mannen meenam naar het huis van het slachtoffer en deze mannen seks met haar hadden (zie de verklaringen van de verdachte van 17 oktober 2013 en 22 oktober 2013);
(ii) de omstandigheid dat de pleegvader van het slachtoffer het slachtoffer weleens in Nijmegen moest ophalen en dat het slachtoffer zich had laten manipuleren om op De Baan te werken en de omstandigheid dat het slachtoffer zich moest prostitueren om geleverde cocaïne aan de verdachte af te betalen, dat de pleegvader van het slachtoffer geld voor de verdachte aan het slachtoffer overmaakte en dat de verdachte de pleegvader van het slachtoffer opbelde en hem bedreigde toen hij geen geld meer wilde geven (zie de verklaringen van de pleegvader [betrokkene 11] van 1 november 2012 en 23 september 2014);
(iii) de omstandigheid dat [betrokkene 12] met de verdachte bij het slachtoffer thuis kwam, seks met het slachtoffer had en daarvoor geld betaalde aan de verdachte (zie de verklaring van [betrokkene 12]);
(iv) de omstandigheid dat de verdachte angst had voor een man die haar stalkte (zie de verklaring van buurvrouw [betrokkene 10]); en
(v) de omstandigheid dat het slachtoffer een blauw oog had en dat de verdachte haar dit blauwe oog had bezorgd en de omstandigheid dat het slachtoffer geld moest betalen aan de verdachte en dat ze in de prostitutie moest werken als ze dit geld niet van haar pleegvader kreeg (zie de verklaringen van casemanager [betrokkene 13] en verslavingsarts [betrokkene 14] en het schriftelijke bescheid met medische informatie van de GGD Limburg-Noord);
19. Anders dan de steller van het middel meen ik dat de hierboven onder (i) tot en met (v) genoemde omstandigheden voldoende steunbewijs bevatten voor het oordeel van het hof dat de prostitutie van het slachtoffer een gedwongen karakter had en het slachtoffer door de verdachte werd uitgebuit. Uit de verklaringen van de verdachte van 17 oktober 2013 en 22 oktober 2013 en de verklaring van [betrokkene 12] met betrekking tot de seks bij het slachtoffer thuis volgt weliswaar niet rechtstreeks dat het slachtoffer door de verdachte werd gedwongen tot prostitutie, maar deze verklaringen bieden wel steun voor de verklaring van het slachtoffer zelf dat de verdachte drugs gebruikte om het slachtoffer te beïnvloeden en dat het geld dat voor seks met haar betaald werd naar de verdachte ging. Voor de verklaringen van pleegvader [betrokkene 11] geldt dat deze zeker niet geheel als de auditu-verklaringen kunnen worden aangemerkt, aangezien [betrokkene 11] onder meer heeft verklaard over de bedreigende telefoongesprekken die hij zelf met de verdachte heeft gevoerd. Meer nog dan de genoemde verklaringen van de verdachte, [betrokkene 12] en [betrokkene 11] worden de verklaringen van het slachtoffer echter ondersteund door de verklaringen van buurvrouw [betrokkene 10] en van casemanager [betrokkene 13] en verslavingsarts [betrokkene 14]. Mijns inziens heeft het hof met name veel bewijswaarde kunnen hechten aan de verklaring van buurvrouw [betrokkene 10] dat het slachtoffer doodsbang achter een bank wegkroop toen iemand bij de woning van het slachtoffer aanbelde en op de deuren en ramen bonsde, aangezien deze verklaring op zeer concrete wijze steun biedt aan de in dezelfde verklaring vermelde opmerking van het slachtoffer zelf dat de man die aan de deur stond de man was voor wie zij in de prostitutie moest werken. Dat uit de waarnemingen van [betrokkene 13] en [betrokkene 14] van een blauw oog bij de verdachte op zichzelf nog niet volgt dat dit blauwe oog door de verdachte is veroorzaakt, laat tot slot onverlet dat het hof een dergelijke gevolgtrekking gelet op bijvoorbeeld de inhoud van de verklaring van buurvrouw [betrokkene 10] wel heeft kunnen maken. Al met al is dus ook met betrekking tot de bewezenverklaring van feit 2 geen sprake van schending van het bewijsminimum van art. 342, tweede lid, Sv en heeft het hof zijn afwijking van het in dit verband door de verdediging gevoerde verweer toereikend gemotiveerd.
20. Ook het tweede middel faalt.
21. Het derde middel bevat een klacht over de toewijzing van de vordering van benadeelde partij [betrokkene 1] tot een bedrag van € 30.698,82.
22. Het bestreden arrest houdt - voor zover voor de beoordeling van het middel relevant - het volgende in:
“Vordering van de benadeelde partij [betrokkene 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt 66.386,32 euro, bestaande uit 51.187,50 euro aan gederfde inkomsten op De Baan, 3.900 euro aan gederfde inkomsten buiten De Baan, 1.298,82 euro aan herstelkosten en 10.000 euro aan immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Het hof beslist als volgt over de onderscheiden schadeposten.
De vordering immateriële schadevergoeding: aan de benadeelde partij is door het onder 1 bewezenverklaarde feit rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in materiële schade bestaat. Verdachte heeft dat nadeel toegebracht, zodat dat aan hem is toe te rekenen. Die schade wordt naar maatstaven van billijkheid begroot op 10.000 euro, welk bedrag het hof aan de benadeelde zal toewijzen.
De vordering met betrekking tot gederfde inkomsten op De Baan: het hof zal deze schadepost, die zeker door toedoen van verdachte door de benadeelde partij is geleden, gedeeltelijk toewijzen. [betrokkene 1] heeft haar inkomsten aan verdachte moeten afstaan. Het hof schat haar inkomsten per dag op 300 euro. Met aftrek van.de benzinekosten, kosten voor rookwaar en snoepgoed alsmede de kosten voor het drugsgebruik van aangeefster, schat het hof haar netto inkomsten per dag op 100 euro. Nu zij 194 dagen (overzicht van de Cirkel) heeft gewerkt, begroot het hof de geleden schade op 19.400 euro. Dat bedrag zal worden toegewezen, met niet-ontvankelijkverklaring voor het overige.
De vordering met betrekking tot gederfde inkomsten buiten De Baan (klanten thuis): het hof zal deze schadepost afwijzen, nu het hof niet bewezen heeft verklaard dat aangeefster door verdachte buiten De Baan is uitgebuit.
De vordering met betrekking tot herstelkosten woning: de verdediging heeft deze schadepost niet gemotiveerd betwist. Het hof zal deze post derhalve toewijzen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.”
23. Met het middel wordt meer bepaald gesteld dat de door het hof bij de berekening van de schade van de benadeelde partij in aanmerking genomen dagelijkse inkomsten van € 300,- onbegrijpelijk zijn, aangezien de benadeelde partij tijdens haar verhoor bij de raadsheer-commissaris heeft verklaard dat zij als prostituee € 25,- per klant verdiende en de voor het bewijs van feit 1 gebezigde verklaring van de benadeelde partij van 5 april 2012 inhoudt dat zij “vijf, acht, soms tien” klanten per avond ontving. Volgens de steller van het middel had het hof wat betreft de dagelijkse inkomsten van de benadeelde partij niet van € 300,- maar van 7,5 x € 25,- = € 187,50 moeten uitgaan.
24. Dat het hof bij zijn berekening van de door de benadeelde partij geleden schade inderdaad is uitgegaan van de door de steller van het middel genoemde € 25,- per klant, blijkt niet uit het arrest. Zoals wordt opgemerkt in het door de benadeelde partij bij de Hoge Raad ingediende verweerschrift, heeft de benadeelde partij in het - niet voor het bewijs van feit 1 gebezigde gedeelte - van haar verklaring van 5 april 2012 ook een bedrag van € 50,- per klant genoemd en zijn de in het dossier aanwezige verklaringen met betrekking tot het bedrag wat de benadeelde partij per klant verdiende dus niet eenduidig. Het hof is bij de berekening van de dagelijkse inkomsten van de benadeelde partij kennelijk uitgegaan van een bedrag per klant dat tussen de verschillende in het dossier genoemde bedragen inligt, hetgeen niet onbegrijpelijk is en voor het overige in cassatie niet kan worden getoetst.
25. Het derde middel faalt eveneens.
26. Nu het derde middel faalt, kan ook het vierde middel niet slagen. Dit middel - dat de klacht bevat dat het (impliciete) oordeel van het hof in het kader van de bewezenverklaring van feit 1 dat de verdachte geld verdiende aan de prostitutie van [betrokkene 1] strijdig is met de aannames van het hof in het kader van de beslissing over de vordering van [betrokkene 1] als benadeelde partij - gaat er immers (ten onrechte) van uit dat het hof niet heeft kunnen oordelen dat [betrokkene 1] met haar werkzaamheden als prostituee meer dan € 200,- per dag verdiende.
27. Alle middelen falen. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
28. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG