BA 2019/260
Relativiteitsbeginsel, verzoek tot legalisering, planregels ter bescherming van archeologische waarden strekken niet tot bescherming van belangen van omwonenden.
ABRvS 31-07-2019, ECLI:NL:RVS:2019:2623
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
31 juli 2019
- Zaaknummer
201809011/1/A1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Erfgoed, monumenten en archeologie
Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Omgevingsrecht (V)
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:2623, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 31‑07‑2019
- Wetingang
Art. 1:2 lid 1 en 3, 3:46, 8:69a en 8:113 lid 2 Algemene wet bestuursrecht (Awb); art. 2.1 lid 1 onder a, b en c en 2.12 lid 1 onder a Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); art. 4 van Bijlage II bij Besluit omgevingsrecht (Bor); paragraaf 7.2 Nota Beeldkwaliteit 2015 (gemeente Roermond)
Essentie
Relativiteitsbeginsel, verzoek tot legalisering, planregels ter bescherming van archeologische waarden strekken niet tot bescherming van belangen van omwonenden.
Samenvatting
[Bedrijf] heeft met de aanvraag om omgevingsvergunning beoogd de [bestaande] rijhal met paardenstalling te legaliseren. [Appellanten] zijn van mening dat de omgevingsvergunning niet had mogen worden verleend. Zo vrezen zij dat de archeologische waarden onvoldoende in acht zijn genomen en vinden [zij] dat hun woon- en leefklimaat is verslechterd. Art. 5 van de planregels strekt ter bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden. Het belang van [appellanten] is gelegen in het gevrijwaard blijven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.