NJB 2020/1153
Oogmerk van uitbuiting bij het voor diefstal gebruik maken van een 5-jarige kleindochter en een 13-jarige dochter, art. 273f lid 1 Sr (mensenhandel): de beoordeling van de voor 'uitbuiting' relevante factoren kan in geval van minderjarige slachtoffers tot een andere uitkomst leiden dan in het geval het slachtoffer meerderjarig is. Aan het aannemen van uitbuiting staat onder meer niet in de weg dat de verdachte de kinderen ieder slechts een maal bij winkeldiefstallen heeft ingezet en hen niet onder druk heeft gezet of anderszins heeft beperkt, terwijl niet is gebleken dat de verdachte van plan was de kinderen vaker te laten stelen en evenmin voordeel heeft getrokken uit hun gedragingen. Hierbij is nog van belang dat het hof niet kenbaar aandacht heeft besteed aan de vraag of de verdachte de kinderen tot de winkeldiefstallen heeft bewogen door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht of misbruik van een kwetsbare positie, welke middelen op een lijn staan met de overige in art. 273f lid 1, aanhef en onder 4°, Sr jo art. 273f lid 1, aanhef en onder 1°, Sr bedoelde middelen en het hof de strafbare aard van de verrichte activiteiten en de minderjarige leeftijd van de betrokkenen van vijf en dertien jaar niet in zijn overwegingen heeft betrokken
HR 21-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:672
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 april 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma en A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/00577
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:672, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:73, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑05‑2019
- Wetingang
(art. 273f Sr)
Essentie
Oogmerk van uitbuiting bij het voor diefstal gebruik maken van een 5-jarige kleindochter en een 13-jarige dochter, art. 273f lid 1 Sr (mensenhandel): de beoordeling van de voor 'uitbuiting' relevante factoren kan in geval van minderjarige slachtoffers tot een andere uitkomst leiden dan in het geval het slachtoffer meerderjarig is. Aan het aannemen van uitbuiting staat onder meer niet in de weg dat de verdachte de kinderen ieder slechts een maal bij winkeldiefstallen heeft ingezet en hen niet onder druk heeft gezet of anderszins heeft beperkt, terwijl niet is gebleken dat de verdachte van plan was de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.