Hof Arnhem, 05-11-2009, nr. 24-002559-08
ECLI:NL:GHARN:2009:BK2208
- Instantie
Hof Arnhem
- Datum
05-11-2009
- Zaaknummer
24-002559-08
- LJN
BK2208
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARN:2009:BK2208, Uitspraak, Hof Arnhem, 05‑11‑2009; (Hoger beroep)
Uitspraak 05‑11‑2009
Inhoudsindicatie
Verdachte is wegens oplichting en beschadiging veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 120 uur, subsidiair 60 dagen hechtenis, alsmede tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
Partij(en)
Parketnummer: 24-002559-08
Parketnummer eerste aanleg: 07-630199-06
Arrest van 5 november 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 6 oktober 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1978] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot straffen en heeft beslist op de vordering van de benadeelde partijen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verdachte onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis en tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
De advocaat-generaal heeft tevens gevorderd de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] toe te wijzen tot een bedrag van € 2.563,04 en de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] toe te wijzen tot een bedrag van € 22,61, beide met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
- 1.
hij in of omstreeks de periode van 24 mei 2006 tot en met 31 mei 2006 in de gemeente [gemeente] (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van één of meer mobiele telefoons, in elk geval van enig goed, en/of het aangaan van één of meer mobiele telefoonabonnementen, althans tot het aangaan van een schuld, hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - aan die [benadeelde 1] opgegeven "[naam]" te heten en/of - één of meermalen (op indringende en/of manipulerende wijze) aan die [benadeelde 1] heeft gezegd dat zij geld zou kunnen verdienen aan het inkopen en doorverkopen van mobiele telefoons met abonnement waarbij hij, verdachte, die telefoons aan een vriend zou geven die de telefoons zou verkopen en waarvoor die [benadeelde 1] ongeveer 100 euro per telefoon zou kunnen krijgen, waardoor [benadeelde 1] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
- 2.
hij op of omstreeks 29 november 2007 in de gemeente [gemeente] opzettelijk en wederrechtelijk een luik van een cel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan politie IJsselland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
- 1.
hij in de periode van 24 mei 2006 tot en met 31 mei 2006 in de gemeente [gemeente], telkens, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, telkens, door het aannemen van een valse naam en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van mobiele telefoons en mobiele telefoonabonnementen, hebbende verdachte, telkens, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - listiglijk en in strijd met de waarheid - aan die [benadeelde 1] opgegeven "[naam]" te heten en op indringende en manipulerende wijze tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat zij geld zou kunnen verdienen aan het inkopen en doorverkopen van mobiele telefoons met abonnement waarbij hij, verdachte, die telefoons aan een vriend zou geven die de telefoons zou verkopen en waarvoor die [benadeelde 1] ongeveer 100 euro per telefoon zou kunnen krijgen, waardoor [benadeelde 1], telkens, werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
- 2.
hij op 29 november 2007 in de gemeente [gemeente] opzettelijk en wederrechtelijk een luik van een cel, toebehorende aan politie IJsselland, heeft beschadigd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1. en 2. meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
- 1.
oplichting, meermalen gepleegd;
- 2.
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een toebehoort, beschadigen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan oplichting. Verdachte heeft het slachtoffer, door haar te vertellen dat ze geld kon verdienen met het afsluiten van abonnementscontracten voor mobiele telefoons waarbij een gratis telefoon werd weggeven, bewogen tot het aangaan van verschillende abonnementen. Nadat het slachtoffer een dergelijk abonnement had afgesloten, nam verdachte de verkregen telefoon mee en bleef het slachtoffer achter met het op haar naam afgesloten abonnement. Het slachtoffer heeft hierdoor grote financiële schade geleden. Het hof neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij voor zijn oplichtingspraktijken een slachtoffer heeft uitgekozen dat vanwege psychische problemen erg beïnvloedbaar was en derhalve geen weerstand kon bieden aan hetgeen verdachte haar voorspiegelde.
Verdachte heeft zich tevens schuldig gemaakt aan het beschadigen van een serveerluik. Verdachte heeft, toen hij in de cel werd opgehouden, zijn naam in het luik gekrast. Een dergelijke beschadiging is nadelig voor de benadeelde.
Uit het verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie, d.d. 1 juli 2009, blijkt dat verdachte veelvuldig met justitie in aanraking is geweest en hij ook eerder wegens oplichting is veroordeeld.
Het hof is gelet op het voorgaande van oordeel dat oplegging van een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf zoals in eerste aanleg is geschied en in hoger beroep door de advocaat-generaal is gevorderd, passend en geboden is.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
Uit onderzoek ter 's hofs terechtzitting is gebleken, dat de benadeelde partij [benadeelde 1] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg gedeeltelijk is toegewezen en dat zij zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De vordering is van de zijde van verdachte niet weersproken.
Het hof acht de vordering tot een bedrag van € 2029,76 (KPN € 802,29 + Orange
€ 1170,65 + Vodafone € 56,82) voor toewijzing vatbaar.
Het gevorderde bedrag betreffende het abonnement van T-mobile zal worden afgewezen, nu dit contract reeds is beëindigd op 16 maart 2006 en deze datum vóór de ten laste gelegde periode ligt. Ook zullen de vorderingen betreffende het abonnement van Vodafone, te weten de bedragen van € 20,13 en € 34,15 worden afgewezen, nu deze bedragen verdisconteerd zijn in de rekening van Vodafone ten bedrage van € 56,82.
Gelet op het vorenstaande dient de verdachte, als (deels) in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Het hof zal voormeld bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.
Benadeelde partij [benadeelde 2]
Uit het onderzoek ter 's hofs terechtzitting is gebleken, dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat haar vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in het hoger beroep voort.
De vordering is van de zijde van verdachte niet weersproken. Derhalve kan deze worden toegewezen in voege als na te melden.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Het hof zal voormeld bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedings-maatregel.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 57, 63, 326 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1. en 2. meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van één maand;
beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
veroordeelt verdachte tevens tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van honderdtwintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van zestig dagen zal worden toegepast;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 1], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van tweeduizend negenentwintig euro en zesenzeventig cent;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van tweeduizend negenentwintig euro en zesenzeventig cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van dertig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 2], gevestigd te [vestigingsplaats], tot een bedrag van tweeëntwintig euro en eenenzestig cent;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van tweeëntwintig euro en eenenzestig cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], gevestigd te [vestigingsplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van 1 dag zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. D.J. Keur en mr. M.F.H.M. van Haastert, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier, zijnde mr. Van Haastert voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.