Einde inhoudsopgave
Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar
Artikel 33 [Bewijzen van bekwaamheid]
Geldend
Geldend vanaf 04-10-2002
- Bronpublicatie:
26-09-2002, Stb. 2002, 495 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-10-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-09-2002, Stb. 2002, 495 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
1.
Ter vaststelling van de bekwaamheid voor de uitoefening van opsporingsbevoegdheden legt de werkgever binnen vier weken op een daartoe strekkend verzoek van Onze Minister, de bewijzen van de bekwaamheid van buitengewoon opsporingsambtenaar over. Onze Minister kan uitstel verlenen van de genoemde termijn.
2.
Indien binnen de gestelde termijn geen bewijzen van de bekwaamheid van de betrokkenen zijn overgelegd, wordt die bekwaamheid geacht niet meer aanwezig te zijn.