RvdW 2018/532
Vennootschapsrecht. Agenderingsrecht aandeelhouders en certificaathouders (art. 2:114a BW); verplichting onderwerp op te nemen in agenda algemene vergadering aandeelhouders, ook als onderwerp aangelegenheid is van bestuur?; Richtlijn 2007/36/EG (Aandeelhoudersrichtlijn).
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 april 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/04091
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Corporate governance
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:652, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:14, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2018
ECLI:NL:HR:2017:412, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:6, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑07‑2016
- Wetingang
Essentie
Vennootschapsrecht. Agenderingsrecht aandeelhouders en certificaathouders (art. 2:114a BW); verplichting onderwerp op te nemen in agenda algemene vergadering aandeelhouders, ook als onderwerp aangelegenheid is van bestuur?; Richtlijn 2007/36/EG (Aandeelhoudersrichtlijn).
De in art. 2:114a BW geregelde bevoegdheid beoogt bij te dragen aan de uitoefening van de eigen wettelijke bevoegdheden van de algemene vergadering en aan verbetering van het functioneren van de algemene vergadering als orgaan waaraan het bestuur en de raad van commissarissen verantwoording afleggen over het gevoerde beleid. Tevens volgt daaruit dat een onderwerp waarvan de behandeling is verzocht, een onderwerp kan zijn ...