Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kosovo betreffende de vestiging van de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution in Nederland
Artikel 33 Kennisgeving en identiteitskaarten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2024, 54).
- Bronpublicatie:
15-02-2016, Trb. 2016, 75 (uitgifte: 10-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-2016, Trb. 2016, 181 (uitgifte: 28-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
De griffier stelt de gastheerstaat zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk tien (10) dagen vóór de datum van hun aankomst, in kennis van de aanwezigheid in de gastheerstaat van getuigen, slachtoffers en andere personen zoals bedoeld in artikel 27 van dit Verdrag. Indien in uitzonderlijke omstandigheden de voorafgaande kennisgeving van tien (10) dagen niet mogelijk is, treedt de griffier onverwijld in overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken.
2.
De griffier stelt de gastheerstaat zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk acht (8) dagen na hun eerste aankomst in de gastheerstaat in kennis van:
- a.
de aanwezigheid van de rechters, de Speciale Aanklager, de plaatsvervangend Speciale Aanklager, de griffier, de plaatsvervangend griffier en van personeel;
- b.
de aanwezigheid van stagiairs;
- c.
de aanwezigheid van deskundigen;
- d.
de aanwezigheid van raadslieden en personen die de verdediging bijstaan;
- e.
de aanwezigheid van gezinsleden die deel uitmaken van de huishouding van de personen bedoeld onder a. en d.;
- f.
de aanwezigheid van personen in persoonlijke dienst van de personen bedoeld onder a. van dit lid;
- g.
de datum van aankomst van de personen bedoeld onder a., b., c., d., e. en f. van dit lid.
3.
De griffier stelt de gastheerstaat zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen acht (8) dagen in kennis van de benoeming van de personen bedoeld in het tweede lid, onder a. De griffier stelt de gastheerstaat zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen acht (8) dagen in kennis van de toelating van de personen bedoeld in het tweede lid, onder b., tot het stageprogramma van de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution.
4.
De griffier stelt de gastheerstaat zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen acht (8) dagen na aanstelling in kennis van deskundigen en van lokaal geworven personeel in overeenstemming met artikel 21 van dit Verdrag.
5.
De griffier stelt de gastheerstaat zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen acht (8) dagen in kennis van het definitieve vertrek of de beëindiging van hun functies of betrokkenheid bij de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution van de personen bedoeld in het eerste, tweede en vierde lid van dit artikel.
6.
De griffier stelt de gastheerstaat zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen acht (8) dagen in kennis van personen bedoeld in het tweede lid, onder e., van dit artikel die niet langer deel uitmaken van de huishouding.
7.
De griffier stelt de gastheerstaat zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen acht (8) dagen in kennis van personen bedoeld in het tweede lid, onder f., van dit artikel die niet langer in persoonlijke dienst werkzaam zijn.
8.
De gastheerstaat verstrekt een identiteitskaart ter identificatie van de houder ten overstaan van de bevoegde autoriteiten aan
- a.
de rechters, de Speciale Aanklager, de plaatsvervangend Speciale Aanklager, de griffier, de plaatsvervangend griffier en personeel;
- b.
de gezinsleden die deel uitmaken van de huishouding van de personen bedoeld in het tweede lid, onder a. en d, van dit artikel;
- c.
personen in persoonlijke dienst;
- d.
stagiairs, mits zij zijn geregistreerd in overeenstemming met artikel 22, eerste lid, van dit Verdrag;
- e.
deskundigen, mits het ministerie van Buitenlandse Zaken het document bedoeld in artikel 23, tweede lid, van dit Verdrag heeft ontvangen;
- f.
raadslieden en personen die de verdediging bijstaan;
- g.
overige personen wier aanwezigheid op de zetel van de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution vereist is, mits het ministerie van Buitenlandse Zaken het document bedoeld in artikel 27, tweede lid, van dit Verdrag heeft ontvangen;
- h.
lokaal geworven personeel in overeenstemming met artikel 21 van dit Verdrag.
9.
Bij het definitieve vertrek van de in het tweede, vierde en achtste lid, onder g., van dit artikel bedoelde personen of wanneer deze personen niet langer hun functie uitoefenen, dient de in het achtste lid van dit artikel bedoelde identiteitskaart onverwijld en uiterlijk binnen vijftien (15) dagen door de griffier te worden geretourneerd aan het ministerie van Buitenlandse Zaken. Indien personen die niet langer hun functie uitoefenen niet in de gelegenheid zijn de in het achtste lid van dit artikel bedoelde identiteitskaart binnen de omschreven termijn te retourneren, dient het ministerie van Buitenlandse Zaken onverwijld te worden geraadpleegd.