NJB 2013/1314

Erfgenamen geven uitvoering aan overeenkomst waarbij erflaatster recht op periodieke uitkeringen heeft geschonken. Giftenaftrek voor erfgenamen (anders: de A-G). Of de voor een gift vereiste waardeverschuiving heeft plaatsgevonden moet worden beoordeeld naar de situatie op het moment waarop de schenkingsovereenkomst tot stand komt. Weerlegging andersluidende opvatting door argumentum ad absurdum. Ook de vraag of sprake is van vrijgevigheid moet in gevallen waarin een schenkingsovereenkomst wordt uitgevoerd, worden beantwoord naar de situatie op het moment waarop die overeenkomst tot stand komt. Verplichtingen die krachtens erfrecht overgaan, veranderen niet van aard; ook voor de erfgenamen geldt daarom dat de verplichting berust op een notariële akte. Van vaste uitkeringen is ook sprake indien de uitkeringen niet zijn uitgedrukt in een vaste hoeveelheid geld maar in een vaste hoeveelheid van bepaalde certificaten van aandelen. Bepalend voor het antwoord op de vraag of sprake is van vaste en gelijkmatige uitkeringen, zijn niet de uitkeringen zoals die in feite hebben plaatsgevonden, maar zijn de verplichtingen die op grond van de schenkingsovereenkomst op de gever rusten