Einde inhoudsopgave
Zaaizaad- en plantgoedwet 2005
Artikel 3 [Samenstelling]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
17-04-2019, Stb. 2019, 173 (uitgifte: 16-05-2019, kamerstukken: 35073)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-10-2019, Stb. 2019, 385 (uitgifte: 06-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De Raad bestaat uit ten minste zeven en ten hoogste elf leden, de voorzitter daaronder begrepen. De benoeming vindt plaats op grond van deskundigheid op het gebied van de taken waarmee de Raad is belast.
2.
De Raad kan uit zijn midden één of meer plaatsvervangend voorzitters aanwijzen.
3.
Aan de Raad worden een secretaris en één of meer adjunct-secretarissen toegevoegd.
4.
Aan de Raad is ter ondersteuning van zijn werkzaamheden een bureau verbonden, aan het hoofd waarvan de in het derde lid bedoelde secretaris is gesteld.
5.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen één of meer afdelingen van de Raad worden ingesteld.