Einde inhoudsopgave
Wet dieren
Artikel 8.26 Horen van beklaagde
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Bronpublicatie:
19-05-2011, Stb. 2011, 345 (uitgifte: 12-07-2011, kamerstukken: 31389)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2014, Stb. 2014, 211 (uitgifte: 19-06-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
1.
Behoudens in de gevallen, bedoeld in artikel 8.30, eerste lid, neemt het veterinair tuchtcollege geen beslissing aangaande een ingediende klacht dan na verhoor, althans behoorlijke oproeping van de persoon over wie geklaagd is en van de klager.
2.
De persoon over wie geklaagd is kan, tenzij het veterinair tuchtcollege beveelt dat hij in persoon zal verschijnen, zich tijdens de zitting doen vertegenwoordigen door een daartoe gemachtigde. Hij kan zich door een raadsman doen bijstaan.
3.
Het veterinair tuchtcollege kan weigeren bepaalde personen die geen advocaat zijn, als gemachtigde of als raadsman toe te laten. Bij zodanige weigering houdt het veterinair tuchtcollege de zaak tot een volgende zitting aan.
4.
De persoon over wie geklaagd is en zijn raadsman worden in de gelegenheid gesteld ten minste veertien dagen voorafgaand aan de aanvang van het onderzoek tijdens de zitting, van de processtukken kennis te nemen.