Einde inhoudsopgave
Besluit zeevarenden
Artikel 2c
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
31-01-2019, Stb. 2019, 44 (uitgifte: 11-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2019, Stb. 2019, 44 (uitgifte: 11-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
Bij regeling van Onze Minister kan na overleg met de betrokken organisaties van scheepsbeheerders en vissers voor bepaalde categorieën vissersvaartuigen met een lengte (L) van minder dan 45 meter, waarvoor een bemanningscertificaat is afgegeven voor een vaargebied dat zich niet verder uitstrekt dan beperkt vaargebied vissersvaartuigen, vrijstelling worden verleend van het bepaalde in dit hoofdstuk.
2.
Bij het verlenen van een vrijstelling kunnen beperkingen worden opgelegd.
3.
De in het tweede lid genoemde beperkingen zijn:
- a.
de weersomstandigheden waaronder mag worden gevaren;
- b.
het te bevaren vaargebied;
- c.
de categorie vissersvaartuigen;
- d.
de maximale tijd die op zee mag worden doorgebracht.