Verdrag aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden
Protocol betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor ambtenaren die optreden op het grondgebied van een andere Partij
Geldend
Geldend vanaf 11-12-1967
- Bronpublicatie:
27-06-1962, Trb. 1962, 97 (uitgifte: 25-09-1962, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-12-1967
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-1967, Trb. 1967, 183 (uitgifte: 01-01-1967, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
Op het tijdstip van de ondertekening van het Verdrag aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden zijn de ondergetekende Gevolmachtigden het volgende overeengekomen:
Artikel 1
Wanneer ambtenaren van een Verdragsluitende Partij, die bevoegd zijn tot het opsporen en constateren van strafbare feiten, onder de omstandigheden voorzien door het onderhavige verdrag of door enige andere Beneluxovereenkomst, optreden op het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij, zijn die ambtenaren overeenkomstig de wetgeving van laatstbedoelde Partij aansprakelijk voor schade die zij aldaar veroorzaken.
Artikel 2
De autoriteiten van de Partij, waartoe die ambtenaren behoren, nemen op zich de schade, door hun ambtenaren op het grondgebied van een andere Partij veroorzaakt, te vergoeden op de wijze waarop de autoriteiten van laatstbedoelde Partij daartoe gehouden zouden zijn geweest, indien de schade door hun eigen ambtenaren zou zijn toegebracht.
Artikel 3
De Verdragsluitende Partijen erkennen de rechtsmacht van de rechter van het land waar de schade is veroorzaakt.
Artikel 4
De autoriteiten van de Partij, waartoe die ambtenaren behoren, zullen vrijwillig en zonder dat daartoe enige formaliteit vereist is, gevolg geven aan voor tenuitvoerlegging vatbare beslissingen, welke tegen hen overeenkomstig het in de artikelen 1, 2 en 3 bepaalde, zijn gewezen.
Artikel 5
Onder voorbehoud van de uitoefening van zijn rechten tegenover derden, ziet elk van de Verdragsluitende Staten er, in het geval bedoeld in artikel 1, van af het bedrag van de schade, welke hij heeft geleden, of van de schadeloosstellingen, welke hij aan zijn ambtenaren heeft betaald, op een andere Verdragsluitende Partij te verhalen.
GEDAAN in drievoud, te Brussel op 27 juni 1962 in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.