Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, van 12 Augustus 1949
Artikel 87
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Tenzij geïnterneerden over andere soortgelijke faciliteiten kunnen beschikken, zal in ieder interneringsoord een cantine worden ingericht, opdat de geïnterneerden de mogelijkheid hebben zich levensmiddelen en voorwerpen voor dagelijks gebruik, zeep en tabak hieronder begrepen, welke hun persoonlijk welzijn en gerief kunnen verhogen, aan te schaffen tegen prijzen welke in geen geval die van de handel ter plaatse mogen te boven gaan.
2.
De winsten van de cantines zullen worden gestort in een speciaal hulpfonds, hetwelk in ieder interneringsoord zal worden gesticht en geadministreerd ten bate van de geïnterneerden in dat interneringsoord. Het Comité van geïnterneerden, bedoeld in artikel 102, heeft het recht van toezicht op de administratie van de cantine en op het beheer van dit fonds.
3.
Bij de opheffing van een interneringsoord zal het batig saldo van het hulpfonds worden overgemaakt naar het hulpfonds van een ander interneringsoord van geïnterneerden van dezelfde nationaliteit, dan wel, indien een zodanig oord niet bestaat, naar een centraal hulpfonds, hetwelk ten voordele van alle geïnterneerden die in de macht van de gevangenhoudende Mogendheid verblijven, zal worden beheerd. In geval van algemene invrijheidstelling zullen de saldi door de gevangenhoudende Mogendheid worden behouden, tenzij anders overeengekomen tussen de betrokken Mogendheden.