Rb. Oost-Brabant, 03-12-2013, nr. C/01/269893 / FA RK 13-5567
ECLI:NL:RBOBR:2013:6810
- Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
- Datum
03-12-2013
- Zaaknummer
C/01/269893 / FA RK 13-5567
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBOBR:2013:6810, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 03‑12‑2013; (Voorlopige voorziening)
- Wetingang
- Vindplaatsen
JPF 2014/55
Uitspraak 03‑12‑2013
Inhoudsindicatie
Nieuwe richtlijn kinderalimentatie. Beroep op de aanvaardbaarheidstoets. Kan de onderhoudsplichtige nog in de kosten van eigen levensonderhoud voorzien?
beschikking
RECHTBANK OOST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/01/269893 / FA RK 13-5567
Uitspraak : 3 december 2013
Beschikking betreffende voorlopige voorzieningen in de zaak van
[verzoekster]
wonende te [woonplaats]
advocaat mr. M.M.G. Senssen-Franssen,
tegen:
[verweerder],
wonende te[woonplaats]
advocaat mr. C.F.M.L. van Beukering-Michielsen,
partijen, ook wel aan te duiden als respectievelijk de vrouw en de man.
De procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
- -
het verzoekschrift (met bijlagen) van de vrouw, ontvangen ter griffie op 18 oktober 2013;
- -
een F9-formulier (met bijlagen) van mr. M.M.G. Senssen-Franssen, ontvangen ter griffie op 8 november 2013;
- -
een verweerschrift (met bijlagen) van de man, tevens zelfstandig verzoek tot voorlopige voorzieningen;
- -
een F9-formulier (met bijlagen) van mr. C.F.M.L. van Beukering-Michielsen, ontvangen ter griffie op 12 november 2013;
- -
2 betaalspecificaties van het UWV, overgelegd ter zitting door de vrouw;
- -
financiële stukken, overgelegd ter zitting door de man.
De zaak is behandeld ter zitting van 13 november 2013. Verschenen zijn: partijen en hun advocaten voornoemd.
De beoordeling
Verdeling zorg- en opvoedingstaken
De vrouw heeft verzocht een contactregeling vast te stellen tussen de man en de minderjarige kinderen.
De man heeft verweer gevoerd op de wijze als in het verweerschrift staat vermeld.
Hij verzoekt zelfstandig vaststelling van een contactregeling.
De rechtbank acht na te melden regeling in het belang van de kinderen.
Kinderalimentatie
De vrouw heeft een bijdrage verzocht in de verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen van € 422,00 per maand per kind met ingang van 1 september 2013, althans een zodanige bijdrage en met ingang van een zodanige datum als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren.
De man heeft de gestelde behoefte van de kinderen betwist, en stelt dat hij de draagkracht mist om enige bijdrage ten behoeve van de kinderen te betalen.
Hij verwijst voor zijn overige stellingen naar het verweerschrift.
Behoefte
Bij het bepalen van het netto besteedbaar gezinsinkomen (hierna te noemen nbi) dat als basis dient voor de vast te stellen behoefte van de kinderen zal de rechtbank bij de man uitgaan van het gemiddelde nbi over 2010 tot en met 2012, zijnde € 3.076,00 ( € 3.273,00 in 2010, € 2.390,00 in 2011 en € 3.567,00 in 2012).
Het nbi van de vrouw ad € 935,00 is niet in geschil tussen partijen.
Het netto gezinsinkomen bedroeg tijdens de samenwoning derhalve € 4.011,00 per maand.
Op grond van de tabel eigen bijdrage kosten van kinderen bedraagt de behoefte van de kinderen afgerond € 908,00 per maand.
Voor de verbreking van de samenwoning was er geen aanspraak op een kindgebonden budget (hierna te noemen kgb).
De vrouw geniet thans als alleenstaande ouder een kgb van € 167,00 per maand (door de man gesteld en door de vrouw niet betwist).
Dit bedrag strekt in mindering op voormelde behoefte en resulteert in een resterende behoefte van € 741,00 per maand.
Zorgkorting
De rechtbank gaat uit van een zorgkorting van 15% van € 741,00, ofwel van € 111,15 per maand.
Draagkracht man
De draagkracht van de man is besproken aan de hand van de als productie 16 door de man overgelegde berekening.
Ter zake het inkomen van de man zal de rechtbank uitgaan van de jaaropgave van de man over 2012 waaruit een belastbaar inkomen blijkt ad € 73.866,00. Dit inkomen zal verminderd worden met de in 2012 nog ingehouden bijdrage zorgverzekeringswet ad € 3.555,00. Tevens houdt de rechtbank rekening met de premie op de arbeidsongeschiktheidsverzekering ad € 276,75 per maand welke premie fiscaal aftrekbaar is. Zulks leidt tot een nbi ad € 3.440,25 ( te weten het gevonden nbi inclusief fiscaal voordeel ter zake de arbeidsongeschiktheidspremie ad € 3.717,00 verminderd met voormelde premie ad € 276,75).
De draagkracht van de man begroot de rechtbank, bijzondere lasten buiten beschouwing gelaten, op € 1.091,00. Vermeerderd met het te genieten fiscale ad € 143,00 voordeel resulteert dit in een bedrag ad € 1.234,00. De draagkracht van de vrouw is € 50,00. Mede gelet op de zorgkorting, zou de man dan € 1.234,00 / € 1.284,00 x 741 = afgerond € 712,00 voor zijn rekening moeten nemen, waarvan € 600,85 door middel van betaling aan de vrouw.
Aanvaardbaarheidstoets
De man beroept zich op de aanvaardbaarheidstoets, omdat er sprake is van schulden en andere lasten die effect hebben op zijn draagkracht. In dit verband verwijst de man naar productie 19 bij zijn verweerschrift. Hij stelt een aflossingsverplichting te hebben op schulden ad € 1.358,92 per maand en aan rentelasten en bankkosten een bedrag te moeten voldoen ad € 1.932,83 per maand. De vrouw heeft ter zitting een deel van de door de man gestelde lasten betwist en een deel erkend.
De rechtbank houdt rekening met de volgende door de man opgevoerde lasten:
- -
een bedrag ad € 2.924,00 per jaar (door de vrouw erkend) ter zake de rekening courantschuld. Het meerdere is onvoldoende aangetoond;
- -
een bedrag van € 18,60 per jaar (door de vrouw erkend);
- -
een bedrag ad € 13.761,70 per jaar (door de vrouw erkend) zijnde hypotheekrente en aflossingen die de man betaalt voor het bedrijfspand;
Vorenstaande lasten resulteren in een bedrag ad € 1.392,02 per maand.
De rechtbank houdt geen rekening met een bedrag ad € 23.204,21 per jaar ter zake de ING rekening onder nummer 5111420 nu de vrouw deze last heeft betwist en de man deze last onvoldoende heeft aangetoond.
In het navolgende zal worden beoordeeld of de vaststelling van een bijdrage tot een bedrag van € 600,85 , dat wil zeggen € 300,42 per maand per kind voor de man leidt tot situatie die onaanvaardbaar is omdat hij in dat geval niet meer in de noodzakelijke lasten van zijn bestaan kan voorzien.
Vorenstaande leidt tot de navolgende berekening:
Aangetoonde relevante en noodzakelijke lasten van de man:
- -
90% bijstandsnorm € 833,00
- -
netto hypotheekrente boven de bijstandsnorm € 0,00 ( € 159,41 - € 197,10);
- -
ziektekosten boven bijstandsnorm € 83,50 ( € 115,00 - € 31,50);
- -
schulden € 1.392,00;
- -
zorgkosten € 111,15;
Totaal € 2.419, 65
Van het NBI houdt de man na aftrek van de noodzakelijke lasten nog € 1.020,60 over, zodat hij in staat kan worden geacht de kinderalimentatie zoals hiervoor berekend te voldoen.
Het beroep op de aanvaardbaarheidstoets slaagt niet.
Partneralimentatie
De vrouw heeft een bijdrage verzocht in de kosten van haar levensonderhoud van € 1.592,00 per maand met ingang van 1 september 2013, althans een zodanige bijdrage en met ingang van een zodanige datum als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren.
De man voert verweer en verwijst voor zijn stellingen naar het verweerschrift.
Draagkracht
De draagkracht van de man is ter zitting besproken aan de hand van de door de man als productie 20 bij het verweerschrift overgelegde draagkrachtberekening.
De rechtbank heeft bij de draagkrachtbepaling van de man rekening gehouden met hetzelfde inkomen en dezelfde lasten als bij de kinderalimentatie onder het kopje aanvaardbaarheidstoets. Tevens zal de rechtbank rekening houden met de door de man gestelde reiskosten ad € 164,00 die verband houden met de contactregeling nu die kosten door de vrouw niet zijn betwist.
Geen rekening wordt gehouden met het eigen risico, omdat de man deze kosten al heeft betaald en de rechtbank er voor de toekomst vanuit gaat dat de vrouw de ziektekosten en derhalve ook het eigen risico dat op haar betrekking heeft zelf zal voldoen.
Gelet op het voorgaande en rekening houdende met alle fiscale aspecten is de rechtbank van oordeel dat de man de draagkracht mist om enige bijdrage ten behoeve van de vrouw te betalen.
De beslissing
De rechtbank:
bepaalt dat de man met ingang van 29 november 2013 voorlopig moet betalen tot verzorging en opvoeding van elk kind op € 300,42 ( driehonderd euro en tweeënveertig eurocent, bij vooruitbetaling te voldoen;
bepaalt de door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie op nihil;
stelt inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken de navolgende regeling vast tussen de man en de kinderen, waarbij de kinderen bij de man verblijven:
- -
een weekeinde in de 14 dagen in de oneven weken van vrijdag tot zondagavond 20.30 uur;
- -
in de kerstvakantie op 23 en 24 december alsmede van 1 januari 2014 tot en met 5 januari 2014;
- -
op de eerste en tweede paasdag 2014;
- -
de helft van de meivakantie;
- -
in de zomervakantie 2014, drie weken aaneengesloten, deel uitmakende van de weken 30, 31, 32 en 33;
- -
op de verjaardag van de man.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. ter Braak, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 3 december 2013
Conc: WJ(O