Einde inhoudsopgave
Besluit burgerluchthavens
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is reeds aangebracht bij de wijziging van 11-03-2021, Stb. 190.
- Bronpublicatie:
02-11-2023, Stb. 2023, 422 (uitgifte: 23-11-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
11-03-2021, Stb. 2021, 190 (uitgifte: 21-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-11-2023, Stb. 2023, 422 (uitgifte: 23-11-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Indien bovenprovinciale belangen vorderen dat gebruik van een luchthaven essentieel is voor vluchten van algemeen maatschappelijk belang, regeringsvluchten, operationeel noodzakelijke militaire vluchtenof vluchten in bondgenootschappelijk verband en dit gebruik op grond van het luchthavenbesluit of de luchthavenregeling voor die luchthaven niet mogelijk is, kan bij regeling van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat worden bepaald welke van deze soorten vluchten tot die luchthaven toegang hebben en op welke periode van het etmaal. Indien het hierbij militaire vluchten betreft wordt de regeling in overeenstemming met Onze Minister van Defensie vastgesteld.
2.
Bij de ministeriële regeling kan worden bepaald welke grenswaarden voor de geluidbelasting voor dit luchthavenluchtverkeer ter beschikking moeten worden gesteld.
3.
Alvorens de ministeriële regeling wordt vastgesteld, worden gedeputeerde staten, de exploitant en de gebruikers van de luchthaven en de luchtverkeersdienstverlener in de gelegenheid gesteld binnen zes weken hun zienswijze op een ontwerp van de regeling bij Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat naar voren te brengen.