NJB 2012/2180:Akte. Bewijskracht. Een werknemer doet een beroep op een in de Nederlandse taal gesteld contract. Het hof oordeelt dat aan het contract geen dwingende bewijskracht toekomt, omdat die uitsluitend door een niet Nederlands sprekende medewerker is geparafeerd. HR: Een geparafeerd geschrift kan gelden als een ondertekend geschrift in de zin van art. 156 lid 1 Rv indien de paraaf de desbetreffende persoon in voldoende mate individualiseert. De omstandigheid dat de persoon die de paraaf of handtekening plaatst, de taal waarin het geschrift is opgesteld niet machtig is, staat daaraan niet in de weg