Beschikking 98/139/EG houdende enige bepalingen inzake de door deskundigen van de Commissie in de lidstaten op veterinair gebied verrichte controles ter plaatse
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 05-02-1998
- Bronpublicatie:
04-02-1998, PbEG 1998, L 38 (uitgifte: 12-02-1998, regelingnummer: 98/139/EG)
- Inwerkingtreding
05-02-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-1998, PbEG 1998, L 38 (uitgifte: 12-02-1998, regelingnummer: 98/139/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Zodra de controles zijn beëindigd, stellen de deskundigen van de Commissie de betrokken lidstaat mondeling van hun bevindingen in kennis en, in voorkomend geval, van de door hen noodzakelijk geachte corrigerende maatregelen alsmede van de mate van spoedeisendheid daarvan.
Binnen 20 werkdagen bevestigt de Commissie de resultaten van de controles in een schriftelijk verslag, mits bijkomende gegevens waarom tijdens de controles is gevraagd maar die toen niet beschikbaar waren, zijn ontvangen.
De betrokken lidstaat deelt binnen 25 werkdagen na ontvangst van het schriftelijk verslag van de Commissie, zijn opmerkingen mede.
In geval van nood evenwel, of indien tijdens de controle ter plaatse een aanmerkelijk risico voor de gezondheid of voor het welzijn van dieren is vastgesteld, wordt de lidstaat zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen tien werkdagen na afloop van de controleopdracht over de bevindingen daarvan in een schriftelijk verslag ingelicht. De lidstaat deelt zijn opmerkingen eveneens zo spoedig mogelijk mede en in ieder geval binnen tien werkdagen na ontvangst van het schriftelijk verslag van de Commissie.
Bij het verschaffen van inlichtingen over de bevindingen van controleopdrachten neemt de Commissie met name de vereisten van artikel 214 van het Verdrag in acht.
Deze bepalingen laten de bevoegdheid van de Commissie om krachtens de bepalingen van de communautaire wetgeving op veterinair gebied voorlopige beschermingsmaatregelen te treffen, onverlet.
2.
De lidstaat neemt de corrigerende maatregelen om met de uitkomsten van de verrichte controles rekening te houden.
3.
Indien de deskundigen van de Commissie tijdens de controles op belangrijke gevallen van niet-naleving van de communautaire wetgeving in een lidstaat of in een of meer regio's van die lidstaat stuiten, moet die lidstaat op verzoek van de Commissie een grondig onderzoek naar de algemene situatie in het betrokken gebied instellen. De lidstaat kan dit onderzoek in voorkomend geval na raadpleging van de Commissie tot de regio of regio's beperken waarop het controleprogramma betrekking heeft; hij stelt de Commissie binnen de door haar gestelde termijn van de uitkomst van deze controles alsmede van de maatregelen die zijn genomen om de situatie te verhelpen, in kennis.
4.
Indien na de controles de betrokken lidstaat binnen de gestelde termijn geen passende corrigerende maatregelen heeft genomen, neemt de Commissie, met name in het geval dat deze controles een ernstig gevaar voor de volksgezondheid of voor de gezondheid of het welzijn van dieren aan het licht hebben gebracht, volgens de procedure van artikel 17 van Richtlijn 89/662/EEG van de Raad (1), alle maatregelen die zij nodig acht.
Voetnoten
PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.