Einde inhoudsopgave
Wet op de ondernemingsraden
Artikel 24 [Verplichte overlegvergaderingen over algemene gang van zaken; aanwezigheidsplicht commissarissen of bestuurders van moedermaatschappij]
Geldend
Geldend vanaf 04-03-1998
- Redactionele toelichting
De wijzigingsopdracht betreffende de zinsnede 'de in artikel 23 bedoelde vergadering' komt niet overeen met de te wijzigen tekst. De publicatiedatum van deze wijziging is gecorrigeerd via een verbeterblad.
- Bronpublicatie:
19-02-1998, Stb. 1998, 107 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken: 24615)
14-02-1998, Stb. 1998, 107 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken: 24615)
- Inwerkingtreding
04-03-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-02-1998, Stb. 1998, 107 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken: 24615)
14-02-1998, Stb. 1998, 107 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken: 24615)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
In de overlegvergadering wordt ten minste tweemaal per jaar de algemene gang van zaken van de onderneming besproken. De ondernemer doet in dit kader mededeling over besluiten die hij in voorbereiding heeft met betrekking tot de aangelegenheden als bedoeld in de artikelen 25 en 27. Daarbij worden afspraken gemaakt wanneer en op welke wijze de ondernemingsraad in de besluitvorming wordt betrokken.
2.
Indien de onderneming in stand wordt gehouden door een naamloze vennootschap, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, een coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij, zijn bij de in het eerste lid bedoelde besprekingen de commissarissen van de vennootschap, de coöperatie of de onderlinge waarborgmaatschappij, als die er zijn, dan wel een of meer vertegenwoordigers uit hun midden aanwezig. Wordt ten minste de helft van de aandelen van de vennootschap middellijk of onmiddellijk voor eigen rekening gehouden door een andere vennootschap, dan rust de hiervoor bedoelde verplichting op de bestuurders van de laatstbedoelde vennootschap, dan wel op een of meer door hen aangewezen vertegenwoordigers. Wordt de onderneming in stand gehouden door een vereniging of een stichting, dan zijn de bestuursleden van die vereniging of die stichting, dan wel een of meer vertegenwoordigers uit hun midden aanwezig. De ondernemingsraad kan in een bepaald geval besluiten, dat aan dit lid geen toepassing behoeft te worden gegeven.
3.
Het in het vorige lid bepaalde geldt niet ten aanzien van een onderneming die in stand wordt gehouden door een ondernemer die ten minste vijf ondernemingen in stand houdt waarvoor een ondernemingsraad is ingesteld waarop de bepalingen van deze wet van toepassing zijn, dan wel door een ondernemer die deel uitmaakt van in een groep verbonden ondernemers die te zamen ten minste vijf ondernemingsraden hebben ingesteld waarop de bepalingen van deze wet van toepassing zijn.