Verordening (EG) Nr. 2965/94 tot oprichting van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2003
- Bronpublicatie:
18-06-2003, PbEU 2003, L 245 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 1645/2003)
- Inwerkingtreding
01-10-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2003, PbEU 2003, L 245 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 1645/2003)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
Voor elk begrotingsjaar, dat samenvalt met het kalenderjaar, worden alle ontvangsten en uitgaven van het Bureau geraamd en vervolgens opgenomen in de begroting van het Bureau, dat tevens een personeelsformatie bevat.
2.
De ontvangsten en uitgaven van de begroting van het Bureau zijn in evenwicht.
3.
De raad van bestuur stelt jaarlijks, op basis van een ontwerp van de directeur, de raming van de ontvangsten en uitgaven van het Bureau voor het volgende begrotingsjaar vast. Deze raming, die tevens een ontwerp-personeelsformatie bevat, wordt uiterlijk op 31 maart door de raad van bestuur bij de Commissie ingediend.
4.
De raming wordt samen met het voorontwerp van begroting door de Commissie ingediend bij het Europees Parlement en de Raad (‘de begrotingsautoriteit’).
5.
Op basis van deze raming neemt de Commissie de geraamde bedragen die zij nodig acht met betrekking tot de personeelsformatie en het bedrag van de subsidie ten laste van de algemene begroting, op in het voorontwerp van algemene begroting van de Europese Unie, dat zij overeenkomstig artikel 272 van het Verdrag voorlegt aan de begrotingsautoriteit.
6.
De begrotingsautoriteit keurt de kredieten voor de subsidie aan het Bureau goed.
De begrotingsautoriteit stelt de personeelsformatie van het Bureau vast.
7.
De begroting wordt vastgesteld door de raad van bestuur. De begroting wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Europese Unie. De begroting wordt zo nodig dienovereenkomstig aangepast.
8.
De raad van bestuur stelt de begrotingsautoriteit zo spoedig mogelijk in kennis van de projecten die hij voornemens is te realiseren en die aanzienlijke financiële gevolgen voor de financiering van zijn begroting kunnen hebben, met name onroerendgoedprojecten zoals de huur of aankoop van gebouwen. Hij brengt de Commissie daarvan op de hoogte.
Wanneer een tak van de begrotingsautoriteit kennis heeft gegeven van zijn voornemen om een advies te verstrekken, doet hij dit advies aan de raad van bestuur toekomen binnen een termijn van zes weken te rekenen vanaf de kennisgeving van het project.