JAR 2016/250
Onduidelijkheid over verlenging arbeidsovereenkomst mag niet ten nadele van werknemer komen.
HR 30-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2224
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 september 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/03031
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2224, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:912, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑06‑2016
- Wetingang
Art. 7:668a BW
Essentie
In een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar is vastgelegd dat bij gebleken geschiktheid het contract na één jaar, of indien gewenst eerder, zal worden omgezet in een contract voor onbepaalde tijd. Het dienstverband wordt na afloop van dat eerste jaar voortgezet zonder schriftelijke bevestiging of vastlegging daarvan. Als de werkgever tegen het einde van het tweede jaar stelt dat de arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege, vordert de werknemer dat hij voor onbepaalde tijd in dienst is. De kantonrechter stelt hem in het gelijk. De werkgever gaat in hoger beroep. Het hof oordeelt dat de betreffende bepaling uit de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.